In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 10 mei 2019 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een last onder dwangsom die door het college van burgemeester en wethouders van Schagen is opgelegd aan [naam bedrijf] Beheer V BV, met betrekking tot een perceel in Warmenhuizen. De last houdt in dat [naam bedrijf] binnen tien weken na 29 maart 2019 bepaalde activiteiten moet staken en een beschoeiing aan de westzijde van het perceel moet verwijderen.
Verzoekster, de Vereniging van Erfpachters en Eigenaren, heeft bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 10 mei 2019 is de vertegenwoordiger van verzoekster, bijgestaan door haar gemachtigde, aanwezig geweest, evenals de gemachtigde van verweerder en de vertegenwoordiger van de derde-partij. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de termijn van tien weken om aan de last te voldoen niet redelijk is en heeft deze termijn bekort tot twee weken, die afloopt op 24 mei 2019.
De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat verweerder het betaalde griffierecht van € 345,- aan verzoekster moet vergoeden en dat verweerder in de proceskosten van verzoekster moet worden veroordeeld tot een bedrag van € 1.024,-. De uitspraak is gedaan door mr. M. Kraefft, in aanwezigheid van mr. M. van Excel, griffier. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.