Uitspraak
,
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Standpunten
5.De beoordeling
6.De beslissing
Amsterdam
Rechtbank Noord-Holland
Op 9 mei 2019 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak betreffende de wijziging van een omgangsregeling voor minderjarigen, aangevraagd door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming (Regio Amsterdam). De kinderrechter heeft het verzoek tot wijziging van de omgangsregeling afgewezen, omdat de huidige regeling pas recent was vastgesteld en er nog geen concrete hulpverlening was ingezet om de relatie tussen de ouders te verbeteren. De kinderrechter oordeelde dat een wijziging van de omgangsregeling voorbarig was, gezien de recente ondertoezichtstelling van de kinderen en de noodzaak om de stabiliteit voor de kinderen te waarborgen.
De zaak kwam voort uit zorgen van de GI over de emotionele stabiliteit van de vader en de impact daarvan op de kinderen. Tijdens de zitting werd duidelijk dat er spanningen waren tussen de ouders, die de ontwikkeling van de kinderen bedreigden. De kinderrechter benadrukte het belang van samenwerking tussen de ouders en het inzetten van hulpverlening om de relatie te verbeteren. De ouders werden aangespoord om het belang van de kinderen voorop te stellen en zich in te zetten voor een onbelast contact met beide ouders.
De kinderrechter concludeerde dat het verzoek van de GI tot wijziging van de omgangsregeling niet in het belang van de kinderen was en dat de bestaande regeling moest worden hervat. De uitspraak benadrukte de noodzaak van voorbereiding van de kinderen op het hervatten van de omgangsregeling, waarbij de rol van de moeder en de GI cruciaal was.