ECLI:NL:RBNHO:2019:3906

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 mei 2019
Publicatiedatum
9 mei 2019
Zaaknummer
15/994504-14
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gebruik van valse veterinaire documenten bij export van vogels

Op 8 mei 2019 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij het op grote schaal gebruik maken van valse veterinaire documenten bij de export van vogels naar het buitenland. De verdachte, werkzaam bij een bedrijf dat zich bezighoudt met de export van dieren, werd beschuldigd van meerdere feiten, waaronder het opzettelijk gebruik maken van valse gezondheidscertificaten, laboratoriumuitslagen en certificaten van oorsprong. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen in de periode van 1 januari 2011 tot en met 3 april 2014 opzettelijk valse documenten heeft gebruikt, wat heeft geleid tot een verhoogd risico op de verspreiding van besmettelijke dierziekten. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het medeplegen van opzettelijke overtredingen van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en het gebruik maken van valse geschriften. De verdachte is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 8 maanden met een proeftijd van 2 jaar, waarbij rekening is gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlemmermeer
Meervoudige economische strafkamer
Parketnummer: 15/994504-14 (P)
Uitspraakdatum: 8 mei 2019
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 15, 16 en 17 april 2019 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres] .
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie mr. M.C.A. Plantenga en mr. K. Zweers en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. M.C. Jonge Vos, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

De tenlastelegging is als
bijlage Iaan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte (hierna: [verdachte] ):
feit 1:
samen met anderen in de periode van 1 januari 2011 tot en met 3 april 2014 als houder van dieren, een aantal transporten van voornamelijk vogels naar het buitenland heeft uitgevoerd, terwijl verdachte en de anderen wisten dat door hun handelen een verspreiding van een dierziekte kon worden veroorzaakt, niet alle maatregelen hebben genomen die van hun konden worden gevergd, omdat gebruik is gemaakt van valse of vervalste documenten;
(artikel 101a lid 1 Gezondheids- en welzijnswet voor dieren)
feit 2:
samen met anderen in de periode van 1 januari 2011 tot en met 3 april 2014 opzettelijk gebruik heeft gemaakt van valse of vervalste gezondheidscertificaten, dan wel deze gezondheidscertificaten voorhanden heeft gehad;
(artikel 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht)
feit 3
samen met anderen in de periode van 1 januari 2011 tot en met 3 april 2014 opzettelijk gebruik heeft gemaakt van valse of vervalste laboratoriumuitslagen, dan wel deze laboratoriumuitslagen voorhanden heeft gehad;
(artikel 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht)
feit 4:
samen met anderen in de periode van 1 januari 2011 tot en met 3 april 2014 opzettelijk gebruik heeft gemaakt van valse of vervalste certificaten van oorsprong, dan wel deze certificaten van oorsprong voorhanden heeft gehad;
(artikel 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht)
feit 5:
samen met anderen in de periode van 1 januari 2011 tot en met 3 april 2014 opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valse of vervalste airwaybill en commercial invoice, dan wel deze documenten voorhanden heeft gehad;
(artikel 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht)
feit 6:
samen met anderen in de periode van 1 januari 2011 tot en met 3 april 2014 heeft deelgenomen aan een criminele organisatie.
(artikel 140 lid 1 Wetboek van Strafrecht)

2.Voorvragen

De raadsman heeft eerst bij dupliek naar voren gebracht dat de dagvaarding ten aanzien van de verdenking van deelname aan een criminele organisatie nietig is omdat hem pas uit het requisitoir duidelijk is geworden dat mogelijk nog anderen dan de medeverdachten tot de criminele organisatie behoorden.
De rechtbank passeert dit verweer nu dit te laat is aangevoerd en ook overigens ter zitting niet gebleken is dat [verdachte] zich niet behoorlijk heeft kunnen verdedigen tegen dit onderdeel van de tenlastelegging.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Beoordeling van het bewijs

3.1.
Inleiding
In 2011 kwamen bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (hierna: de NVWA) signalen binnen dat er vermoedelijk valse documenten werden gebruikt bij het verzenden van dieren, voornamelijk vogels, vanuit Nederland naar het buitenland. In 2013 kwamen opnieuw signalen binnen, deze keer via het Belgische Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (hierna: het FAVV). Het FAVV ontving meldingen dat ook Belgische documenten werden vervalst voor de exporten van voornamelijk vogels naar derde landen, met name naar Koeweit en Bahrein. De vermoedelijk vervalste documenten betroffen voornamelijk:
- gezondheidscertificaten, die na keuring van de dieren worden afgegeven door een dierenarts die bij de NVWA of het FAVV is aangesloten;
- Certificaten van Oorsprong (hierna: CvO’s), waarmee wordt aangetoond uit welk land het dier oorspronkelijk afkomstig is en dat wordt verstrekt door de Kamer van Koophandel;
- laboratoriumuitslagen, waarbij de dieren op ziektes worden getest door het Central Veterinary Institute (hierna: CVI) te Lelystad en de Gezondheidsdienst voor Dieren te Deventer.
Hierop is een onderzoek gestart, waarbij de volgende bedrijven in beeld zijn gekomen:
- [medeverdachte 1: hierna rechtspersoon 1] , [adres] (hierna voor de leesbaarheid van dit vonnis [rechtspersoon 1] te noemen);
- [medeverdachte 2, hierna: rechtspersoon 2] ), [adres] ;
- [medeverdachte 3, hierna: rechtspersoon 3] ), [adres] .
Dit betreffen werkmaatschappijen onder [medeverdachte 4, hierna: rechtspersoon 4] ), [adres] .
[medeverdachte 5] is enig bestuurder en enig aandeelhouder (al dan niet middellijk via [rechtspersoon 4] ) van de voornoemde werkmaatschappijen. [verdachte] , werknemer van [rechtspersoon 1] , geeft binnen [rechtspersoon 1] leiding aan de afdeling Customer Services en is daarnaast tekenbevoegd bij [rechtspersoon 2] .
[rechtspersoon 1] , [rechtspersoon 3] , [rechtspersoon 2] , [rechtspersoon 4] , [medeverdachte 5] en [verdachte] zijn in dit onderzoek als (mede)verdachten aangemerkt.
De politie heeft bij de douane alle aangiften van exporten door de hiervoor genoemde bedrijven gevorderd over de periode van 1 januari 2011 tot en met 30 november 2013. Deze exporten zijn vergeleken met door de bevoegde instanties afgegeven gezondheidscertificaten en CvO’s. Vervolgens heeft in 2014 bij voornoemde bedrijven een doorzoeking plaatsgevonden, waarbij onder meer de bedrijfsadministratie van [rechtspersoon 1] is doorzocht. Uiteindelijk heeft het opsporingsonderzoek geresulteerd in een omvangrijk dossier, dat bestaat uit 12 afzonderlijke zaaksdossiers. De rechtbank zal de vraag of een ten laste gelegd feit al dan niet kan worden bewezen, per zaaksdossier behandelen.
3.2.
Standpunt van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1 tot en met 6 ten laste gelegde feiten.
3.3.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van alle feiten vrijspraak bepleit. Het standpunt van de verdediging zal, voor zover van belang, bij de beoordeling van het bewijs nader worden weergegeven.
3.4
Oordeel van de rechtbank
3.4.1.
Partiële vrijspraak feit 1
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen [verdachte] ten aanzien van feit 1 primair onder 8, 12 en 13 ten laste is gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt daartoe dat ten aanzien van deze zendingen niet kan worden vastgesteld of de export daadwerkelijk heeft plaatsgevonden.
Voorts acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan [verdachte] ten aanzien van feit 1 onder 1 ten laste is gelegd, omdat ten aanzien van zaaksdossier 2 enige betrokkenheid van [verdachte] niet kan worden vastgesteld. De rechtbank zal [verdachte] daarom ook van dit onderdeel van feit 1 vrijspreken.
3.4.2.
Partiële vrijspraken feit 2, feit 3 en feit 4
Nu de rechtbank ten aanzien van [verdachte] geen betrokkenheid bij het eerdergenoemde zaaksdossier 2 heeft vastgesteld, dient [verdachte] tevens van feit 2 onder 1 te worden vrijgesproken.
Voorts heeft de rechtbank ten aanzien van de valse documenten die niet aan een zaaksdossier zijn verbonden (feit 2 onder 8, feit 3 onder 5 en 6 en feit 4 onder 3) evenmin enige betrokkenheid van [verdachte] kunnen vaststellen, zodat [verdachte] ook van deze feiten zal worden vrijgesproken.
3.4.3.
Bewijsmiddelen
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de (overige) onder 1 tot en met 6 ten laste gelegde feiten op grond van de bewijsmiddelen die in de bijlage bij dit vonnis zijn vervat.
3.5.
Bewijsoverwegingen
3.5.1
Bewijsverweer ten aanzien van de valse documenten (feit 1 tot en met 5)
De raadsman van [verdachte] heeft niet betwist dat de in de tenlastelegging onder feit 1 tot en met 5 genoemde documenten vals zijn, maar heeft zich op het standpunt gesteld dat alle valse documenten mogelijk door derden (klanten van [rechtspersoon 1] ) zijn aangeleverd. [rechtspersoon 1] handelt zelf niet in vogels, maar regelt enkel het vervoer van de vogels naar het buitenland. [verdachte] geeft binnen [rechtspersoon 1] leiding aan de afdeling Customer Service. Hij bemoeit zich niet met elk afzonderlijk transport. [verdachte] wist niet dat de aangeleverde documenten vals waren. Het feit dat er valse documenten op het profiel van [verdachte] zijn aangetroffen, is onvoldoende redengevend om bij [verdachte] wetenschap aan te nemen. Voor zover [verdachte] feitelijke handelingen heeft verricht die betrekking hadden op een transport waarbij valse documenten zijn aangetroffen, betekent dit nog niet dat hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat de meegestuurde documenten vals waren. Voorts blijkt uit het dossier niet altijd dat de valse documenten bij een transport zijn gebruikt. Nu [verdachte] geen opzet heeft gehad op de valsheid, moet hij volgens de raadsman van de feiten 1 tot en met 5 worden vrijgesproken.
De rechtbank verwerpt dit verweer. In het digitale administratiesysteem van [rechtspersoon 1] , genaamd Sprinter, zijn vele valse gezondheidscertificaten, CvO’s en laboratoriumuitslagen aangetroffen. Na onderzoek van de bedrijfsadministratie met behulp van het programma Xiraf (een zoekprogramma van het NFI) zijn nog meer valse documenten bij [rechtspersoon 1] aangetroffen. De rechtbank wil aannemen dat mogelijk een deel van de valse documenten door anderen is aangeleverd, maar uit de hierna volgende bewijsoverwegingen blijkt dat [verdachte] wist dat de documenten vals waren en dat hij samen met [rechtspersoon 1] , [rechtspersoon 3] en [rechtspersoon 2] opzettelijk van deze valse documenten gebruik heeft gemaakt door deze mee te sturen bij het verzenden van vogels naar het buitenland.
Bewijsoverwegingen met betrekking tot door derde landen als mogelijk verdacht gemelde zendingen
3.5.2.
Bewijsoverweging ten aanzien van zaaksdossier 7
De rechtbank stelt op grond van de (in de bewijsmiddelenbijlage genoemde) bewijsmiddelen het volgende vast. Op 16 oktober 2013 heeft een zending plaatsgevonden van 154 duiven van Schiphol naar Taiwan. De NVWA heeft op 17 oktober 2013 een verzoek gekregen van de Taiwanese autoriteiten om een bij dit transport behorend en door de NVWA afgegeven gezondheidscertificaat te verifiëren. De Taiwanese autoriteiten twijfelden aan de geplaatste stempels op het certificaat. Als exporteur op dit gezondheidscertificaat stond [rechtspersoon 3] vermeld. De NVWA heeft aangegeven dat het gezondheidscertificaat een gefingeerd nummer heeft. Op het gezondheidscertificaat stond een ‘natte’ stempel van de Voedsel en Waren Autoriteit Regionale Dienst Zuidwest. Deze dienst bestond ten tijde van dagtekening van het gezondheidscertificaat niet meer. De stempel was dus valselijk gebruikt. Het gezondheidscertificaat was afgestempeld door dierenarts R. Weijers. Deze dierenarts bleek niet bij het CIBG geregistreerd te staan. Uit het voorgaande leidt de rechtbank af dat het gezondheidscertificaat vals is.
In Sprinter, het digitale administratiesysteem van [rechtspersoon 1] , zijn alle documenten geclusterd onder een zending met een referentienummer waarin alle daarop betrekking hebbende documenten staan geordend. Hierin zijn meerdere documenten aangetroffen die betrekking hebben op deze zending, waaronder een interne checklist waarop de initialen van [verdachte] ( [initialen] ) staan. Voorts is een interne memo aangetroffen waarop staat dat in opdracht van [voornaam medeverdachte 5] (de rechtbank neemt aan: [medeverdachte 5] ) een aantal duiven moet worden opgehaald voor de zending van 16 oktober 2013 naar Taiwan. In het systeem zijn ook een airwaybill en een ‘shipper certification for live animals’ aangetroffen, waarop staat dat deze zijn opgemaakt door [verdachte] .
Gelet hierop en al het voorgaande in onderlinge samenhang bezien is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat het valse gezondheidscertificaat is gebruikt bij de verzending van 154 duiven naar Taiwan, dat [verdachte] wist dat dit document vals was en dat [verdachte] , [rechtspersoon 3] en [rechtspersoon 1] dit opzettelijk bij deze zending hebben gebruikt.
3.5.3.
Bewijsoverweging ten aanzien van zaaksdossier 8
De rechtbank stelt op grond van de (in de bewijsmiddelenbijlage genoemde) bewijsmiddelen het volgende vast. De Israëlische autoriteiten hebben ten aanzien van een zending afkomstig van [rechtspersoon 2] van 282 duiven op 21 oktober 2013 naar Israël contact opgenomen met de NVWA, omdat het vermoeden was ontstaan dat er valse documenten bij de zending zaten. De documenten behorende bij deze zending bleken inderdaad vals te zijn.
Op 19 november 2013 heeft [rechtspersoon 2] wederom een zending van 99 duiven naar een adres in Israël laten vervoeren. De Israëlische autoriteiten hebben deze duiven getest. De duiven werden aldaar positief getest op symptomen van het New Castle Disease virus. De Israëlische autoriteiten hebben de bij de zending behorende documenten, een gezondheidscertificaat en twee laboratoriumuitslagen, ter verificatie naar de NVWA gestuurd.
Op het gezondheidscertificaat stond een ‘natte’ stempel van de Voedsel en Waren Autoriteit Regionale Dienst Zuidwest. Zoals hiervoor is overwogen, bestaat deze dienst al geruime tijd niet meer. Het gezondheidscertificaat was afgestempeld door dierenarts T. Mensink. Deze dierenarts bleek niet bij het CIBG geregistreerd te staan. Uit het voorgaande concludeert de rechtbank dat het gezondheidscertificaat vals is.
De twee laboratoriumuitslagen behorende bij de zending zouden zijn opgemaakt door het Central Veterinary Institute (hierna: CVI) in Lelystad. De aanvrager van de uitslagen was [rechtspersoon 2] . Op de laboratoriumuitslagen stond eveneens de stempel van de niet meer bestaande Voedsel en Waren Autoriteit Regionale Dienst Zuidwest. Het CVI heeft aangegeven dat deze laboratoriumuitslagen niet door haar zijn opgemaakt. Gelet hierop stelt de rechtbank vast dat de laboratoriumuitslagen eveneens vals zijn.
In Sprinter, het administratiesysteem van [rechtspersoon 1] , zijn meerdere documenten aangetroffen die betrekking hebben op deze zending, waaronder een interne checklist van [rechtspersoon 1] waarop de initialen van [verdachte] staan ( [initialen] ), een ‘shipper certification for live animals’ en een airwaybill, waarop staat dat deze is opgemaakt door [verdachte] .
Voorts is bij de digitale doorzoeking van de administratie van [rechtspersoon 1] via het zoekprogramma Xiraf eenzelfde gezondheidscertificaat aangetroffen als het valse gezondheidscertificaat dat door de Israëlische autoriteiten naar het NVWA was gestuurd, maar dan zonder stempels. Dit gezondheidscertificaat werd aangetroffen op de server op het path:
profielen/ [voornaam verdachte] .V2/Desktop/Cert Ex AMS/ISRAEL/TLV DUIVEN.doc. Het document was aangemaakt op 17 oktober 2013 en als laatste gewijzigd op 19 november 2013. Als ‘last author’ stond [verdachte] vermeld. Ook werden identieke laboratoriumuitslagen aangetroffen als de valse laboratoriumuitslagen, maar dan wederom zonder stempels. Deze documenten zijn aangetroffen op de server op het path:
profielen/ [voornaam verdachte] .V2/Desktop/Cert Ex AMS/ISRAEL/Lab test Salmonella – kopie.rtfen het path:
profielen/ [voornaam verdachte] .V2/Desktop/Cert Ex AMS/ISRAEL/Bloed Test – kopie.rtf. Via Xiraf werd op de server van [rechtspersoon 1] een ander gezondheidscertificaat aangetroffen uit 2010 met als exporteur [rechtspersoon 2] en bestemming Israël, die de naam T. Mensink draagt. Zoals hiervoor is overwogen komt de naam Mensink niet voor in het CIBG. Dit document stond op het path:
Users/Shares/ [voornaam medeverdachte 5] /Email/ [rechtspersoon 1] .pst/ Verwijderde items/ [email]/STATE OF ISRAEL.doc.
Gelet op al deze feiten en omstandigheden in onderlinge samenhang bezien is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat het valse gezondheidscertificaat en de valse laboratoriumuitslagen zijn gebruikt bij de verzending van 99 duiven naar Israël, dat [verdachte] wist dat deze documenten vals waren en dat [verdachte] , [rechtspersoon 2] en [rechtspersoon 1] deze documenten opzettelijk bij de zending hebben gebruikt.
3.5.4.
Bewijsoverweging ten aanzien van zaaksdossier 12
De rechtbank stelt op grond van de (in de bewijsmiddelenbijlage genoemde) bewijsmiddelen het volgende vast.
De politie heeft op 27 september 2011 een aantal documenten ontvangen van de Vereniging van Im- en Exporteurs van Vogels en Hobbydieren. Deze documenten waren gebruikt bij exportzendingen van vogels vanuit Nederland naar Indonesië. Het betrof onder meer een zending van 200 kanaries naar Indonesië op 5 september 2011. De politie heeft aan de douane gevraagd of er op deze datum een export van 200 kanaries heeft plaatsgevonden. De douane heeft medegedeeld dat op 5 september 2011 inderdaad een uitvoeraangifte had plaatsgevonden. De exporteur van deze zending was [exporteur 1] (hierna: [exporteur 1] ) en de aangever was [rechtspersoon 1] .
Op het gezondheidscertificaat dat bij deze zending hoorde, stond als dierenarts T. Menzink van ‘Animal Clinic Amsterdam’ vermeld. Zoals hiervoor bij zaaksdossier 2 is overwogen, blijkt deze kliniek niet te bestaan. Dierenarts T. Menzink bleek, evenals de hiervoor bij zaaksdossier 8 genoemde dierenarts T. Mensink, niet bij het CIBG geregistreerd te staan. Uit het voorgaande leidt de rechtbank af dat het gezondheidscertificaat vals is.
Voorts is bij de zending een CvO meegestuurd, ondertekend door L. Bavel met daarbij een stempel van de Kamer van Koophandel. De Kamer van Koophandel heeft aangegeven dat dit CvO niet door haar is afgegeven, omdat op een door haar afgegeven CvO een blokstempel in blauwe inkt en een originele handtekening staat. Voorts is L. Bavel niet werkzaam bij de Kamer van Koophandel. Gelet hierop concludeert de rechtbank dat het CvO vals is.
In Sprinter, het administratiesysteem van [rechtspersoon 1] , zijn meerdere documenten aangetroffen die betrekking hebben op deze zending. Er werd een interne checklist aangetroffen van [rechtspersoon 1] waarop onder meer de initialen van [verdachte] ( [initialen] ) staan, een ‘shipper certification for live animals’ en een airwaybill op naam van [exporteur 1] waarop de naam [verdachte] is vermeld. Het valse gezondheidscertificaat en het valse CvO werden niet in de administratie aangetroffen, maar op de server van [rechtspersoon 1] werden in totaal 53 documenten aangetroffen die de naam ‘Bavel’ dragen als dierenarts of als medewerker van de Kamer van Koophandel in België of Nederland. Zoals hiervoor is overwogen is er niemand met de naam Bavel werkzaam bij de Kamer van Koophandel. Ook komt de naam Bavel niet voor in het CIBG of het Belgische diergeneeskunderegister. De meeste van deze documenten werden aangetroffen op de server op het path:
Profielen/ [voornaam verdachte] .V2/Desktop.
De rechtbank concludeert dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de valse documenten zijn gebruikt bij de verzending van 200 kanaries naar Indonesië, dat [verdachte] wist dat deze documenten vals waren en dat hij deze documenten opzettelijk bij de zending heeft gebruikt.
Bewijsoverwegingen met betrekking tot de zendingen via België
3.5.5.
Bewijsoverweging ten aanzien van zaaksdossiers 1, 3, 4, 5 en 6
De rechtbank stelt op grond van de (in de bewijsmiddelenbijlage genoemde) bewijsmiddelen het volgende vast.
Uit het onderzoek Aiglon is gebleken dat [rechtspersoon 1] een aantal zendingen vogels, afkomstig uit Nederland, in België heeft laten keuren en vervolgens naar Schiphol heeft vervoerd om de zendingen naar Koeweit, Bahrein en Indonesië te versturen. In het dossier wordt deze route ‘de Belgiëroute’ genoemd, die zou zijn gevolgd om importbeperkingen van de desbetreffende landen te omzeilen. De exporteur bij deze zendingen betrof in een aantal gevallen ‘een vreemde naam’, met het adres van [rechtspersoon 1] ( [adres] ) of het adres [adres België] (België). De naam van de exporteur bleek meestal ook de ontvanger van de zending te zijn.
Zaaksdossier 1
Op 15 februari 2012 zijn door exporteur [exporteur 2] uit [plaatsnaam] (Nederland) 165 chinchilla’s via Schiphol naar Koeweit verzonden.
In Sprinter, het administratiesysteem van [rechtspersoon 1] , zijn meerdere documenten aangetroffen die betrekking hebben op deze zending. Dit betreffen onder meer een interne checklist waarop staat dat de ‘shipper’ het bedrijf [naam bedrijf] is. Ook is een airwaybill betreffende deze zending aangetroffen. Bij de aangetroffen documenten zat voorts een laboratoriumrapport van de Gezondheidsdienst voor Dieren te Deventer, gedateerd 3 februari 2012, met als aanvrager [naam bedrijf] aan de [adres België] in België. Het submission nummer van het laboratoriumrapport was bij de Gezondheidsdienst voor Dieren bekend, maar bleek te zijn afgegeven voor een test op 30 vleeskuikens. Dit rapport bevat voorts andere kenmerken van vervalsing, zoals de ondertekening door de heer [ex-werknemer GD] , die sinds eind 2011 niet meer bij de Gezondheidsdienst voor Dieren werkt. De opdrachtgever [naam bedrijf] blijkt niet in het relatiebestand van de Gezondheidsdienst voor Dieren voor te komen.
De rechtbank stelt op grond van het voorgaande vast dat het laboratoriumrapport vals is. De rechtbank merkt nog op dat uit de bewijsmiddelen volgt dat op de server van [rechtspersoon 1] op het path:
/Profielen/ [voornaam verdachte] .V2/Desktopniet alleen dit laboratoriumrapport, maar in totaal 20 documenten van de Gezondheidsdienst voor Dieren zijn aangetroffen met daarop [naam bedrijf] als aanvrager. Voorts is vast komen te staan dat [rechtspersoon 1] in ieder geval de verzending van dit transport heeft geregeld en dat [verdachte] van het valse laboratoriumrapport, dat in zijn profiel stond, gebruik heeft gemaakt door deze mee te zenden bij de export van de chinchilla’s.
Zaaksdossier 3
Op 21 februari 2012 zijn door exporteur [exporteur 3] , p/a [adres] , zijnde het adres van [rechtspersoon 1] , 150 duiven naar Koeweit verzonden, bestemd voor [exporteur 3] . Aangever van dit transport was [rechtspersoon 1] .
In Sprinter, het administratiesysteem van [rechtspersoon 1] , zijn meerdere documenten aangetroffen die betrekking hebben op deze zending. Er zijn meerdere e-mails betreffende deze zending aangetroffen waarin gecorrespondeerd wordt met KLM Cargo, [exporteur 3] en [exporteur 4] . Deze e-mails zijn afkomstig van [verdachte] . Er zijn meerdere ‘pick up notes’ aangetroffen, waarop is vermeld op welke adressen in Nederland duiven moesten worden opgehaald. Voorts is een e-mail aangetroffen tussen [exporteur 4] en [verdachte] , waarin een afspraak wordt gemaakt om de duiven bij hem op te halen en de naam [exporteur 3] is genoemd. [exporteur 4] heeft ook een e-mail gestuurd aan een werkneemster van [rechtspersoon 1] , [naam werkneemster] , waarin hij aangeeft dat hij een bedrag heeft overgemaakt voor het versturen van de duiven naar Koeweit. De rechtbank stelt op grond van het voorgaande vast dat de duiven uit Nederland afkomstig waren.
Met het zoekprogramma Xiraf is een Belgisch gezondheidscertificaat betreffende deze zending aangetroffen, ondertekend door dierenarts B. Zoetmelk. Deze dierenarts bleek niet bekend bij het FAVV. Het gezondheidscertificaat zou zijn afgegeven aan het bedrijf [naam bedrijf] , adres [adres België] , maar uit navraag bij het FAVV bleek dat er in de jaren 2011 tot en met 2013 aan dit bedrijf geen enkel gezondheidscertificaat is afgegeven. De eigenaar van het bedrijf [naam bedrijf] , [naam eigenaar] , heeft verklaard dat hij slechts één transport via [rechtspersoon 1] heeft laten uitvoeren en dat hij het gezondheidscertificaat niet herkent. Uit het voorgaande concludeert de rechtbank dat het gezondheidscertificaat vals is. Uit het dossier blijkt dat de naam [naam bedrijf] veelvuldig voorkomt op valse documenten.
Op de server van [rechtspersoon 1] werden drie andere Belgische gezondheidscertificaten aangetroffen uit 2010 die de naam ‘B. Zoetmelk’ dragen als dierenarts. Zoals hiervoor is overwogen komt de naam Zoetmelk niet voor in het Belgische diergeneeskunderegister. Deze documenten werden aangetroffen op de server op het path: Users/Shares. [voornaam medeverdachte 5] /Email. [rechtspersoon 1] .pst?Verwijderde items (email).
Op de airwaybill van deze zending staat [naam bedrijf] uit [plaatsnaam] , België, vermeld als shipper. Op de airwaybill is vermeld: ‘all pigeons from belgium origin’. Op de airwaybill staat dat deze is opgemaakt door [verdachte] . Nu de rechtbank eerder heeft vastgesteld dat de herkomst van de duiven Nederland is, is de rechtbank van oordeel dat de airwaybill vals is.
Zaaksdossier 4
Op 23 december 2011 zijn door exporteur [exporteur 5] , p/a [adres] , zijnde het adres van [rechtspersoon 1] , 52 duiven via Brussel naar Bahrein verzonden. In het douanebestand staat dat de vogels van Belgische oorsprong zijn.
In Sprinter, het administratiesysteem van [rechtspersoon 1] , zijn meerdere documenten aangetroffen die betrekking hebben op deze zending. Dit betreffen onder meer een interne checklist en een airwaybill, waarop staat dat de ‘shipper’ het bedrijf [naam bedrijf] is. Zoals hiervoor is overwogen, is veelvuldig valselijk gebruik gemaakt van het bedrijf [naam bedrijf] . Voorts is een e-mailwisseling aangetroffen tussen [verdachte] en [exporteur 5] , waarin [exporteur 5] haar adres in Nederland opgeeft. De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat de vogels uit Nederland afkomstig waren. In Sprinter is een importpermit aangetroffen, afkomstig van de veterinaire autoriteiten van Bahrein, waarin toestemming wordt gegeven voor de import van vogels vanuit België.
Daarnaast bevat Sprinter, het administratiesysteem van [rechtspersoon 1] , een e-mail waarin een werkneemster van [rechtspersoon 1] aan [medeverdachte 5] vraagt om de prijs van het transport van [exporteur 5] aan te passen en waarin ook de naam [naam bedrijf] als ‘shipper’ wordt vermeld.
Bij de documenten zit een Belgisch gezondheidscertificaat op naam van [naam bedrijf] en is wederom ondertekend door dierenarts T. Mensink. Deze dierenarts komt, zoals hiervoor reeds is overwogen, niet voor in het Belgische diergeneeskunderegister. Uit het voorgaande concludeert de rechtbank dat het gezondheidscertificaat vals is.
Zaaksdossier 5
Op 11 oktober 2013 zijn door exporteur [exporteur 1] , 1210 kanaries en 12 kardinalen via Schiphol naar Indonesië verzonden.
In Sprinter, het administratiesysteem van [rechtspersoon 1] , zijn meerdere documenten aangetroffen die betrekking hebben op deze zending. Dit betreffen onder meer een factuur van [rechtspersoon 1] aan [exporteur 1] waarop staat dat de vogels bij [exporteur 1] in [plaatsnaam] zijn afgehaald, twee Belgische gezondheidscertificaten, afgegeven door de Belgische dierenarts [dierenarts] , een ‘commercial invoice’ waarop als exporteur [rechtspersoon 2] staat vermeld met als adres [adres België] , en een airwaybill, waarop staat dat deze is opgemaakt door [verdachte] .
Voorts is in Sprinter een Belgisch CvO op naam van [rechtspersoon 2] aangetroffen, met als adres [adres België] . [rechtspersoon 2] is gevestigd op het adres [adres] . Het CvO is afgegeven door de Kamer van Koophandel te Kempen en is ondertekend door K. Groot. De directeur van de Kamer van Koophandel te Kempen heeft aangegeven dat dit CvO niet door hen is afgegeven en de naam K. Groot wordt niet herkend. Voorts blijkt uit de eerder genoemde factuur dat alle vogels uit Nederland afkomstig zijn. Gelet hierop concludeert de rechtbank dat het CvO vals is.
Op 11 oktober 2013 zijn door exporteur [exporteur 6] te Den Haag, 1800 kanaries via Schiphol naar Indonesië verzonden.
In Sprinter, het administratiesysteem van [rechtspersoon 1] , zijn meerdere documenten aangetroffen die betrekking hebben op deze zending. Dit betreffen onder meer een factuur van [rechtspersoon 1] aan [exporteur 6] waarop staat dat alle vogels bij [exporteur 6] in Den Haag zijn afgehaald en een ‘commercial invoice’ waarop als exporteur [rechtspersoon 2] staat vermeld, met als adres [adres België] , en waarop staat dat alle vogels in gevangenschap zijn gekweekt in België. Nu uit de eerder genoemde factuur blijkt dat alle vogels uit Nederland afkomstig zijn en dat de exporteur [exporteur 6] is, concludeert de rechtbank dat de commercial invoice vals is. Voorts zit in Sprinter een airwaybill, waarop staat vermeld dat deze is opgemaakt door [verdachte] .
Zaaksdossier 6
Op 4 oktober 2013 zijn door exporteur [exporteur 7] , p/a [adres] , zijnde het adres van [rechtspersoon 1] , 197 duiven via Schiphol naar Koeweit verzonden.
In Sprinter, het administratiesysteem van [rechtspersoon 1] , zijn meerdere documenten aangetroffen die betrekking hebben op deze zending. Dit betreffen onder meer een interne checklist, waarop de naam ‘ [voornaam verdachte] ’ en de initialen van [verdachte] staan ( [initialen] ) en een airwaybill, waarop staat dat deze is opgemaakt door [verdachte] en dat de ‘shipper’ het bedrijf [naam bedrijf] is. Voorts is in Sprinter een Belgisch CvO op naam van [naam bedrijf] aangetroffen. Zoals eerder vastgesteld, is de naam van het bedrijf [naam bedrijf] veelvuldig op documenten misbruikt. Bij dit transport is, naast een valselijk gebruikte naam, ook een niet bestaand adres op onder meer het CvO gezet, te weten [adres België] . Het CvO is afgegeven door de Kamer van Koophandel te Kempen en is ondertekend door K. Groot. De directeur van de Kamer van Koophandel te Kempen heeft aangegeven dat dit CvO niet door hen is afgegeven en de naam K. Groot wordt niet herkend. Gelet hierop concludeert de rechtbank dat het CvO vals is.
Bij de documenten is ook een laboratoriumrapport van de Gezondheidsdienst voor Dieren te Deventer aangetroffen. Dit rapport bevat diverse kenmerken van vervalsing, zoals de ondertekening door de heer [ex-werknemer GD] , die sinds eind 2011 niet meer bij de Gezondheidsdienst voor Dieren werkt. De rechtbank stelt op grond van het voorgaande vast dat het laboratoriumrapport vals is.
Voorts is in de administratie een Belgisch gezondheidscertificaat aangetroffen, dat was afgegeven op de naam van [naam bedrijf] , [adres België] te België en was ondertekend door dierenarts B. Bavel. Zoals hiervoor bij zaaksdossier 12 is overwogen, komt de naam Bavel niet voor in het Belgische diergeneeskunderegister. De rechtbank stelt op grond van het voorgaande vast dat ook dit document vals is. Via Xiraf werd op de server in het profiel [voornaam verdachte] .V2/Desktop/Cert ex België/Kuwait een Belgisch gezondheidscertificaat aangetroffen dat identiek was aan het eerdergenoemde gezondheidscertificaat (zelfde nummer, opmaak en gegevens), maar dan zonder stempels en handtekening. [verdachte] was de ‘author’ van het document en eveneens ‘last author’.
De rechtbank stelt ten aanzien van de hiervoor genoemde zendingen op naam van [naam bedrijf] vast dat deze alle een airwaybill bevatten. Nu [verdachte] ter zitting heeft verklaard dat, indien er een airwaybill bij de zending aanwezig is, de zending ook daadwerkelijk is geëxporteerd, gaat de rechtbank ervan uit dat deze transporten hebben plaatsgevonden.
Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de voorgaande feiten en omstandigheden bovendien dat [rechtspersoon 1] deze zendingen heeft verzorgd en dat [verdachte] de documenten heeft gebruikt. Er zijn vele valse documenten met de naam [naam bedrijf] in de bedrijfsadministratie aangetroffen, die zijn gebruikt bij zendingen van diverse klanten van [rechtspersoon 1] . [verdachte] heeft geen enkele verklaring gegeven voor het volgen van de in het dossier zo genoemde ‘Belgiëroute’ en evenmin voor het feit dat de naam van het bedrijf [naam bedrijf] , dat niets met de zendingen van doen had, ook staat vermeld op documenten die op de server onder zijn profiel zijn aangetroffen en bij de totstandkoming waarvan [verdachte] ook blijkens de interne checklist bemoeienis heeft gehad. Het verweer van [verdachte] dat hij van de valsheid niets wist en dat klanten alle valse documenten moeten hebben aangeleverd acht de rechtbank ongeloofwaardig, immers zouden dan al deze klanten dan onafhankelijk van elkaar op dezelfde wijze de naam van het bedrijf [naam bedrijf] hebben gebruikt. Daarbij komt dat, zoals hiervoor is overwogen, in de administratie van [rechtspersoon 1] documenten zijn aangetroffen die kennelijk door [verdachte] als auteur zijn aangemaakt en als laatste door hem zijn bewerkt, waarop ook [naam bedrijf] als opdrachtgever is vermeld. Dat een andere medewerker van [rechtspersoon 1] hiervoor verantwoordelijk kan zijn, zoals namens [verdachte] nog in algemene zin is aangevoerd, acht de rechtbank onaannemelijk. Immers zou die persoon dan telkens ongezien via het account van [verdachte] moeten hebben gewerkt en gemaild en diens initialen op de checklist hebben gebruikt, terwijl de relevante afdeling van [rechtspersoon 1] uit slechts enkele medewerkers bestaat en [verdachte] daar dagelijks de leiding over had. Daar komt bij dat het de rechtbank niet is gebleken dat anderen dan met name [verdachte] en [medeverdachte 5] zich met de transporten van vogels bezig hielden.
Voorts is aan [verdachte] niet het valselijk opmaken, maar het gebruik maken, dan wel voorhanden hebben van de documenten ten laste gelegd.
Gelet op al deze feiten en omstandigheden in onderlinge samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de valse documenten zijn gebruikt bij de verschillende exporten naar het buitenland, dat [verdachte] wist dat deze documenten vals waren en dat [verdachte] , [rechtspersoon 1] en (ten aanzien van zaaksdossier 5) [rechtspersoon 2] deze documenten opzettelijk bij de zendingen hebben gebruikt.
3.5.6.
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 1
De raadsman van [verdachte] heeft aangevoerd dat de verplichting van artikel 101a GWWD alleen de houder van dieren regardeert en dat [verdachte] niet als houder kan worden gezien. Volgens de Memorie van Toelichting bij artikel 101a GWWD is bij het begrip ‘houder’ van belang het feit of iemand civielrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor de schade die het desbetreffende dier aanricht. [verdachte] is werknemer van [rechtspersoon 1] en is niet eindverantwoordelijk voor de transporten naar het buitenland. Volgens de raadsman kan [verdachte] daarom niet als ‘houder’ worden aangemerkt in de zin van artikel 101a GWWD en moet hij van dit feit worden vrijgesproken.
De rechtbank verwerpt dit verweer. De verplichting van artikel 101a GWWD is op iedere houder, als bedoeld in artikel 1 van de GWWD, van toepassing. Artikel 1 van de GWWD definieert het begrip houder als ‘eigenaar, houder of hoeder’. In de kamerstukken 1991/1992 bij artikel 101a GWWD wordt overwogen dat voor de vaststelling of een dier gehouden wordt, allereerst als indicatie kan dienen of iemand de beschikkingsmacht heeft over het desbetreffende dier. Gelet op de Memorie van Toelichting bij dit artikel (MvT wijziging van de GWWD 2000-2001, p. 40) betekent dit dat ook vervoerders van dieren, voor zover zij de feitelijke beschikkingsmacht over de dieren hebben, onder de reikwijdte van de bepaling vallen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft [rechtspersoon 1] de feitelijke beschikkingsmacht over de vogels gehad, nu de vogels bij [rechtspersoon 1] werden afgeleverd of [rechtspersoon 1] deze bij haar klanten ophaalde. [rechtspersoon 1] was de noodzakelijke schakel om de vogels naar de plaats van bestemming te vervoeren en kan dan ook als houder worden aangemerkt. [verdachte] zorgde ervoor dat de vogels bij klanten werden opgehaald en verzorgde daarnaast de exportpapieren voor het verdere transport van de vogels. Voor medeplegen is niet vereist dat de samenwerkende (rechts)personen ieder voor zich alle bestanddelen van het delict vervullen, zodat met [rechtspersoon 1] ook [verdachte] als houder in de voornoemde zin kan worden aangemerkt. Ook [rechtspersoon 3] kan als houder worden aangemerkt, voor zover de vogels daar in quarantaine verbleven.
Voorts heeft de raadsman van [verdachte] in meer algemene zin aangevoerd dat de regelgeving op het gebied van het verzenden van vogels naar het buitenland ingewikkeld en slecht toegankelijk is. Ook de informatieverstrekking door de NVWA met betrekking tot de vereisten van een transport naar het buitenland is niet eenduidig en onoverzichtelijk. Uit de informatievoorziening kan worden afgeleid dat niet de NVWA, maar het land van import bepaalt welke eisen aan een transport moeten worden gesteld.
Daarnaast heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de gezondheidscertificaten, laboratoriumuitslagen en CvO’s niets zeggen over het feit of een zending vogels al dan niet een besmettelijke ziekte bij zich draagt. Daarom kan niet tot de conclusie worden gekomen dat door het bijvoegen van valse documenten bij een zending een risico op het verspreiden van dierziektes in het leven wordt geroepen. [verdachte] moet dan ook van dit feit worden vrijgesproken, aldus de raadsman.
De rechtbank overweegt als volgt.
De ratio van artikel 101a GWWD is het verkleinen van het risico met betrekking tot het verspreiden van dierziektes. Bewezen moet worden dat de houder van het dier wist of redelijkerwijs kon vermoeden dat door zijn handelen besmetting met dan wel verspreiding van een dierziekte kon worden veroorzaakt. Het criterium ‘redelijkerwijs’ houdt volgens de MvT in dat het handelen zal moeten worden beoordeeld in het licht van de kennis die bij de houder van een dier in zijn algemeenheid mag worden verondersteld. Daarbij wordt opgemerkt dat, mede gelet op de voortdurende aandacht van de overheid en de sector op het verkleinen van deze risico’s, zowel bij de primaire bedrijven als bij de tussenliggende schakels (zoals handel en vervoer) een gedegen kennis mag worden verondersteld.
[verdachte] , [rechtspersoon 1] , [rechtspersoon 2] en [rechtspersoon 3] hebben valse gezondheidscertificaten, valse laboratoriumuitslagen en valse CvO’s bij de zendingen gebruikt. Op die manier hebben zij ten onrechte doen voorkomen dat de naar het buitenland te transporteren dieren gezond waren, dat Nederlandse vogels van oorsprong uit België kwamen en dat de dieren op (besmettelijke) ziektes waren getest. De rechtbank is van oordeel dat een houder reeds door het gebruik van dergelijke valse documenten – en dus nog daargelaten de vraag in hoeverre de betreffende documenten door de derde landen als vereiste voor import waren gesteld – de kans dat er een besmettelijke ziekte wordt verspreid vergroot en dat een houder zich daar ook van bewust moet zijn, nu zowel de afnemers van de dieren als de buitenlandse autoriteiten op de echtheid van de documenten en de daarin genoemde informatie moeten kunnen vertrouwen. De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen vast dat een vergrote kans op besmetting zich ook daadwerkelijk heeft gerealiseerd, omdat bij een zending naar Israël duiven zijn aangetroffen die positief zijn getest op en aldus besmet waren met het New Castle Disease virus, terwijl de duiven volgens het valse laboratoriumrapport vrij van deze ziekte zouden zijn.
Op grond van het dossier en het proces-verbaal 00-AMB-12 kan bovendien worden vastgesteld dat de landen waarnaar vogels zijn geëxporteerd (Koeweit, Bahrein, Taiwan, Indonesië en Israël), blijkens de Market Acces Database in ieder geval steeds een gezondheidscertificaat vereisten (al dan niet afgegeven door de NVWA). Nu bij de onder feit 1 in de tenlastelegging genoemde zendingen van vogels telkens gebruik werd gemaakt van een vals gezondheidscertificaat, hebben [verdachte] en [medeverdachte 5] en zijn bedrijven daardoor telkens doen voorkomen of de zending voldeed aan de eisen ten aanzien van volksgezondheid, diergezondheid en veterinaire regelgeving. Zij hadden als houder van de vogels kunnen vermoeden dat door dit handelen de kans op besmetting met ofwel verspreiding van een dierziekte werd vergroot.
Gelet op alle feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat feit 1 primair wettig en overtuigend kan worden bewezen. De rechtbank merkt op dat ten aanzien van feit 1 onder 3 (zaaksdossier 6) de datum van verzending 4 oktober 2013 was (en niet 3 oktober 2013) en ten aanzien van feit 1 onder 9 (zaaksdossier 1) de datum van verzending 15 februari 2012 was (en niet 3 februari 2012) . De rechtbank zal deze kennelijke verschrijvingen aanpassen in de bewezenverklaring. Voorts is de zending van zaaksdossier 6 twee keer ten laste gelegd (onder 3 en onder 10). Ook de zending van zaaksdossier 8 is twee keer ten laste gelegd (onder 6 en onder 11). De rechtbank zal de onderdelen 10 en 11 van feit 1 dan ook uitstrepen in de bewezenverklaring.
3.5.7.
Bewijsoverweging ten aanzien van zaaksdossier 9 (criminele organisatie)
De rechtbank acht op grond van de bewijsmiddelen bewezen dat [verdachte] in de ten laste gelegde periode heeft deelgenomen aan een criminele organisatie die – kort gezegd – in het bijzonder tot oogmerk had het behalen van financieel voordeel door middel van export van vogels met valse (veterinaire) documenten.
Vooropgesteld wordt dat onder een organisatie als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) wordt verstaan een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de verdachte en ten minste één andere persoon (HR 20 maart 2018, ECLI:NL:HR:2018:378).
Zoals hiervoor is overwogen, zijn in de bedrijfsadministratie van [rechtspersoon 1] vele valse documenten aangetroffen die door zowel [rechtspersoon 1] , [rechtspersoon 2] als [rechtspersoon 3] zijn gebruikt bij exporten van vogels naar derde landen. Bij diverse van die transporten door [rechtspersoon 1] is bovendien gebruik gemaakt van de hiervoor omschreven ‘Belgiëroute’, welke is vastgelegd in een bij [rechtspersoon 1] aangetroffen interne werkinstructie die door haar werknemers werd gebruikt. Hiervoor is al overwogen dat [verdachte] en [medeverdachte 5] wisten dat de documenten vals waren. [medeverdachte 5] heeft – als enig bestuurder en enig aandeelhouder van [rechtspersoon 4] en (al dan niet via [rechtspersoon 4] ) als zelfstandig bestuurder of volledig gevolmachtigde van dochtervennootschappen [rechtspersoon 1] , [rechtspersoon 2] en [rechtspersoon 3] – feitelijke leiding gegeven aan voornoemde strafbare feiten, die stelselmatig zijn gepleegd in een tijdsbestek van ruim drie jaar. Gedurende deze gehele periode stuurde [verdachte] de afdeling van [rechtspersoon 1] aan die de exporten verzorgde. Namens [rechtspersoon 2] was [verdachte] bevoegd tot het ondertekenen van (export)documenten en uit het voorgaande volgt dat hij ook feitelijk als werknemer van [rechtspersoon 1] veelvuldig was betrokken bij de exporten met valse documenten. Tot slot is gebleken dat [rechtspersoon 4] het salaris van [medeverdachte 5] betaalde en een management fee in rekening bracht bij haar dochtervennootschappen, die van hun klanten de opbrengsten van de exporten met valse documenten ontvingen.
Op grond van alle voorgaande overwegingen, in onderlinge samenhang bezien, stelt de rechtbank vast dat sprake is geweest van een zodanig bestendige en gestructureerde samenwerking tussen – in ieder geval – [medeverdachte 5] en [verdachte] en [rechtspersoon 4] , [rechtspersoon 1] , [rechtspersoon 2] en [rechtspersoon 3] dat sprake is van een criminele organisatie. Zij hebben ieder een aandeel gehad in, dan wel ondersteunden zij, gedragingen die strekten tot of die rechtstreeks verband hielden met het oogmerk van de organisatie. De rechtbank komt daarom tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde deelname aan een criminele organisatie.
3.6.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] de onder 1 tot en met 6 ten laste gelegde feiten heeft begaan. De bewezenverklaring is als
bijlage IIaan dit vonnis gehecht. De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn daarin verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is [verdachte] daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan [verdachte] onder 1 tot en met 6 meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. [verdachte] moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
medeplegen van opzettelijke overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 101a Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, meermalen gepleegd
feit 2, feit 3, feit 4, feit 5 (telkens):
medeplegen van opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd
feit 6:
deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van [verdachte] uitsluit. Hij is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de sanctie

6.1
Standpunt van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben gevorderd dat [verdachte] zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar, met aftrek van de tijd die [verdachte] in voorarrest heeft doorgebracht.
6.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om bij het bepalen van de straf rekening te houden met de aanzienlijke overschrijding van de redelijke termijn. De raadsman verzoekt daarnaast om rekening te houden met de rol die [verdachte] in deze strafzaak heeft. Hij heeft als werknemer geen enkel financieel voordeel van de strafbare feiten gehad. Voorts heeft de raadsman aangevoerd dat indien aan [verdachte] een gevangenisstraf wordt opgelegd, dit voor hem enorme consequenties zal hebben. De hypotheek kan dan niet meer worden betaald, waardoor [verdachte] zijn woning zal verliezen en de kans groot is dat hij zijn baan kwijtraakt. [verdachte] heeft zich sinds de dag van zijn aanhouding, inmiddels 5 jaar geleden, niet aan enig strafbaar feit schuldig gemaakt. In vergelijkbare economische strafzaken worden veel lagere straffen opgelegd dan door de officieren van justitie geëist, aldus de raadsman.
6.3
Oordeel van de rechtbank
De hierna te vermelden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van de bewezen verklaarde feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, mede gelet op de persoon van [verdachte] , zoals een en ander bij het onderzoek ter zitting is gebleken. De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder de volgende omstandigheden in aanmerking genomen.
[verdachte] heeft in zijn hoedanigheid van werknemer van [rechtspersoon 1] gedurende enige jaren met gebruikmaking van valse documenten van verschillende aard, bedrijfsmatig en op grote schaal, onder meer vogels geëxporteerd naar het buitenland. Die valse documenten zijn telkens meegestuurd ter begeleiding van de bewezenverklaarde transporten. [verdachte] ging zelfs zo ver dat op valse documenten de naam en het adres van een bestaand bedrijf stelselmatig werd misbruikt en dat de namen van niet bestaande bedrijven en dierenartsen en een niet bestaande dierenkliniek werden gebruikt. De onrechtmatige wijze waarop deze transporten hebben plaatsgevonden kan gezondheidsrisico’s met zich meebrengen. De valse documenten wekken immers de schijn, en derden worden daardoor misleid, dat de geëxporteerde vogels getest zijn op besmettelijke ziekten (valse gezondheidstesten door laboratoria en valse gezondheidsverklaringen door erkende dierenartsen) en dat de herkomst van de vogels vast zou staan op basis van zogenaamde valse Certificaten van Oorsprong uitgegeven door de Kamer van Koophandel. Het gaat hier om documenten waarop in het handelsverkeer zonder meer moet kunnen worden vertrouwd.
Door voormelde handelswijze, die [verdachte] telkens heeft uitgevoerd met medeverdachte [medeverdachte 5] en zijn bedrijven, worden noodzakelijke veterinaire controles op grote schaal niet in acht genomen. Hierdoor bestaat het risico op verspreiding van dierziektes. Indien de relevante dierziekten zich wereldwijd verspreiden, kan dit bovendien grote economische gevolgen hebben.
[verdachte] heeft zich voorts schuldig gemaakt aan deelneming aan een criminele organisatie, welke organisatie zich schuldig maakte aan voornoemde misdrijven. [verdachte] is door [medeverdachte 5] opgeleid in alle facetten van diertransporten, en was ten tijde van het ten laste gelegde al een aantal jaren werkzaam in de dierentransportbranche. [verdachte] heeft een aanzienlijk aandeel gehad in het functioneren van de criminele organisatie. Hij was niet alleen de leidinggevende van de afdeling van [rechtspersoon 1] die de exporten verzorgt, maar is bij nagenoeg alle tenlastegelegde transporten ook feitelijk betrokken geweest.
De rechtbank houdt voorts te nadele van [verdachte] rekening met de omstandigheid dat hij zich op geen enkele wijze rekenschap heeft gegeven van zijn illegale handel in de dierentransportbranche en ook ter zitting geen blijk heeft gegeven van enig inzicht in het laakbare van zijn handelen. Dit rekent de rechtbank hem zwaar aan.
Ten voordele van [verdachte] neemt de rechtbank evenwel in aanmerking dat hij niet eerder veroordeeld is.
Gelet op hetgeen de rechtbank hiervoor heeft overwogen, zou een (deels) onvoorwaardelijk gevangenisstraf in beginsel passend zijn. De rechtbank dient echter de vraag te beantwoorden of sprake is van schending van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 EVRM. Bij de beantwoording van die vraag gaat de rechtbank als beginpunt uit van de datum van de inverzekeringstelling van [verdachte] op 29 oktober 2014 en de uitspraak in eerste aanleg van deze rechtbank op 8 mei 2019. Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de rechtbank sprake van schending van de redelijke termijn die moet leiden tot strafvermindering. Bij de strafoplegging aan [verdachte] betrekt de rechtbank tot slot dat in deze periode geen aanwijzingen zijn gevonden dat hij zich nog immer bezig houdt met illegale praktijken.
Alles overwegende en met name gelet op de mate van de overschrijding van de redelijke termijn zal [verdachte] voor de bewezenverklaarde feiten veroordeeld worden tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van 8 maanden met een proeftijd van 2 jaar.

7.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
101a van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;
1, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten;
14a, 14b, 14c, 47, 57, 140 en 225 van het Wetboek van Strafrecht.

8.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat [verdachte] de onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.6 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan [verdachte] meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart [verdachte] hiervoor strafbaar.
Veroordeelt [verdachte] tot een gevangenisstraf voor de duur van
8 MAANDEN, met bevel dat deze straf
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat [verdachte] voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bepaalt dat de tijd die [verdachte] vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. R.A. Otter, voorzitter,
mr. H.P. van der Lelie en mr. C.A.J. van Yperen, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. L.L. de Vries,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 8 mei 2019.
Bijlage I
Tenlastelegging:
Aan [verdachte] wordt ten laste gelegd dat:
Feit 1
hij op één of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 1 januari 2011 tot en met 3 april 2014 te Hoofddorp en/of Schiphol in de gemeente Haarlemmermeer en/of elders in Nederland en/of in België, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, al dan niet opzettelijk, als houder van één of meer dieren, te weten:
1. duiven op 11/11/2011 (zaaksdossier 2, zending 2) naar Canada en/of
2. 150 duiven op 21 februari 2012 (zaaksdossier 3 zending 1) naar Koeweit en/of
3. 197 vogels op 3 oktober 2013 [zaaksdossier 6 export 1) naar Koeweit en/of
4. 52 duiven op 23 december 2011 [zaaksdossier 4, zending 3) naar Bahrein en/of
5. 154 duiven op 16 oktober 2013 (zaaksdossier 7, export 1) naar Taiwan en/of
6. 99 duiven op 19 november 2013 (zaaksdossier 8, export 2) naar Israël en/of
7. 200 kanaries op 5 september 2011 (zaaksdossier 12, zending 1) naar Indonesië en/of
8. 500 duiven op 22 maart 2013 naar Bangladesh (doc. p. 2727) en/of
9. 165 chinchilla's op 3 februari 2012 (zaaksdossier 1, export 1) naar te Koeweit en/of
10. 197 vogels op 4 oktober 2013 (zaaksdossier 6, export 1) naar Koeweit en/of
11. 80 en/of 99, althans één of meer duiven op 19 november 2013 (zaaksdossier 8, export 2) naar Israël en/of
12. 194 live birds (p. 2795) naar Koeweit en/of
13. 1095 live birds (p. 2799) naar Koeweit,
terwijl hij wist of redelijkerwijs kon vermoeden dat door zijn handelen of nalaten een besmetting met danwel de verspreiding van een krachtens artikel 15 Gezondheids- en welzijnswet voor dieren aangewezen besmettelijke dierziekte kon worden veroorzaakt,
niet aan zijn verplichting heeft voldaan dergelijk handelen achterwege te laten, terwijl dat in redelijkheid kon worden gevergd en/of niet alle maatregelen heeft genomen die in redelijkheid konden worden gevergd, teneinde zodanige besmetting of verspreiding te voorkomen, danwel indien zodanige besmetting zich voordeed, de omvang en de gevolgen daarvan niet zoveel mogelijk heeft beperkt en/of ongedaan gemaakt,
immers door bij het verzamelen voor transport en verzenden van dieren en het importeren en exporteren van dieren telkens gebruik te maken van valse of vervalste gezondheidscertificaten en/of laboratoriumrapporten en/of certificaten van oorsprong, heeft/hebben verdachte en/of haar/hun mededader(s) (telkens) doen voorkomen alsof de zending(en) volde(e)d(en) aan de eisen ten aanzien van volksgezondheid, diergezondheid, dierenwelzijn en/of veterinaire regelgeving;
(strafbaarstelling artikel 1 onder 1 Wet op de economische delicten juncto
artikel 101a Gezondheids- en welzijnswet voor dieren)
Feit 2
hij op één of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 1 januari 2011 tot en met 3 april 2014 te Hoofddorp en/of Schiphol in de gemeente Haarlemmermeer en/of elders in Nederland en/of België en/of Canada en/of Kuwait en/of Bahrein en/of Taiwan en/of Israël en/of Indonesië en/of Bangladesh, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van (een) vals(e) of vervalst(e) gezondheidscertifica(a)t(en), te weten:
1. Export health certificate export pigeons to Canada CFAI Import #> A2011-05794-3 danwel A-2011-05603-3 (zaaksdossier 2, zending 2 met betrekking tot 165 duiven d.d. 11/11/2011, document p. 3348-3351) en/of
2. Health certificate for Export of Birds, number 2012 0802 3 A (zaaksdossier 3, zending 1, zending met betrekking tot 150 duiven naar Kuwait op 21 februari 2012, document p. 8267) en/of
3. Health certificate for Export of Birds, number 2011 2212 1756 A (zaaksdossier 4, zending 3, met betrekking tot 52 duiven naar Bahrein op 23 december 2011, document p. 8105) en/of
4. Veterinary certificate for ornamental birds to be exported tot Kuwait, cert.nr. 2013 0310 1478 (zaaksdossier 6, export 1, met betrekking tot 197 vogels op 3 oktober 2013, document p. 8344) en/of 5. Gezondheidscertificaat reference-number 213459993 (zaaksdossier 7, export 1 met betrekking tot 154 duiven naar Taiwan op 16 oktober 2013, document p. 8397-8402) en/of
6. Gezondheidscertificaat reference-number 2013 1911 6633A (zaaksdossier 8, export 2 met betrekking tot 99 duiven naar Israël op 19 november 2013, document p. 5038-5040) en/of
7. Health certificate for Export of Birds, number 2011 1508 A (zaaksdossier 12, export 3 van [exporteur 1] , zending met betrekking tot 200 kanaries naar Indonesië op 5 september 2011, document p.3324) en/of
8. Health Certificate certifcaat number 2013 0803 A met betrekking tot 500 duiven op 22 maart 2013 naar Bangladesh (document p. 2727),
(elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware dat/die geschrift(en) echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat genoemd(e) gezondheidscertifica(a)t(en) (telkens) werd(en) overgelegd en/of verstuurd aan de autoriteit(en) ten behoeve van de import en/of export van dieren, en daarmee doen voorkomen dat de zending(en) volde(e)d(en) aan de eisen ten aanzien van volksgezondheid, diergezondheid en/of dierenwelzijn,
en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat (telkens) opzettelijk valselijk en/of (telkens) in strijd met de waarheid was vermeld:
1. op #> A2011-05794-3 danwel A-2011-05603-3 een (valse) handtekening van de Official Veterinarian en/of (valse) stempel van de NVWA Regionale Dienst Zuid-West van de Voedsel en Warenautoriteit en/of een (valse) handtekening van de Animal Clinic Amsterdam St. Frederiksplein 101 2052 CP en/of (valse) stempel van de Animal Clinic Amsterdam, St. Frederiksplein 101, 2052 CP en/of
2. op 2012 0802 3 A als afzender [naam bedrijf] [adres België] Belgium en/of als Official Veterinary Surgeon Dr. B. Zoetmelk en/of een (valse) handtekening van Dr. B. Zoetmelk en/of (valse) stempel van de Official Belgium Veterinary Competent Regional Authority/Agriculture Official Approved veterinarian Kingdom of Belgium en/of
3. op 2011 2212 1756 A als afzender [naam bedrijf] [adres België] Belgium en/of als Official Veterinary Surgeon, Drs T. Mensink en/of een (valse) handtekening van Drs. van T.Mensink en/of (valse) stempel van de Official Belgium Veterinary Competent Regional Authority/Agriculture Official Approved veterinarian Kingdom of Belgium en/of
4. op 2013 0310 1478 als afzender [naam bedrijf] [adres België] Belgium en/of als Official Veterinary Surgeon Dr, B. Bavel en/of een (valse) handtekening van Dr. B. Bavel en/of (valse) stempel van Official Belgium Veterinary Competent Regional Authority/Agriculture Official Approved veterinarian Kingdom of Belgium, en/of
5. op 213459993 een (valse) handtekening namens de NVWA Regionale Dienst Zuid-West van de Voedsel en Warenautoriteit en/of (valse) stempel van de NVWA Regionale Dienst Zuid-West van de Voedsel en Warenautoriteit en/of als dierenarts van de NVWA R. Weijers en/of een (valse) handtekening van deze R. Weijers, en/of
6. op 2013 1911 6633A een (valse) handtekening namens de NVWA Regionale Dienst Zuid-West van de Voedsel en Warenautoriteit en/of (valse) stempel van de NVWA Regionale Dienst Zuid-West van de Voedsel en Warenautoriteit en/of als dierenarts van de (N)VWA T. Mensink en/of (valse) handtekening van deze T. Mensink, en/of
7. op 2011 1508 A een (valse) handtekening van de Animal Clinic Amsterdam St. Frederiksplein 101 2052 CP Amsterdam en/of (valse) stempel van de Animal Clinic Amsterdam St. Frederiksplein 101 2052 CP Amsterdam en/of als Official Veterinary Surgeon dr. T. Menzink en/of een (valse) handtekening van deze T. Menzink, en/of
8. op 2013 0803A een (valse) handtekening namens dierenkliniek [naam dierenarts] en/of stempel van dierenkliniek [naam dierenarts] en/of als Registered Veterinary Surgeon Ricksen en/of een (valse) handtekening van deze Ricksen, en/of
(telkens) opzettelijk de bovengenoemde, onder 1 en/of 2 en/of 3 en/of 4 en/of 5 en/of 6 en/of 7 en/of 8 vervalste gezondheidscertifica(a)t(en) voor gebruik bij importen en/of exporten van dieren voorhanden heeft/hebben gehad, terwijl zij en/of haar/hun mededader(s), wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die/dat gezondheidscertifica(a)t(en) bestemd was/waren voor gebruik als echt en onvervalst,
Feit 3
hij op één of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 1 januari 2011 tot en met 3 april 2014 te Hoofddorp en/of Schiphol in de gemeente Haarlemmermeer en/of elders in Nederland, en/of in België, en/of Kuwait en/of Israël, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van (een) vals(e) of vervalst(e) laboratoriumuitslag(en), te weten:
1. Laboratory results van de Gezondheidsdienst voor Dieren, submissionnumber IP2012-06020 (zaaksdossier 1, export 1 van 165 chinchilla's naar Kuwait op 3 februari 2012, document p. 7685-7686) en/of
2. Laboratory results van de Gezondheidsdienst voor Dieren, submissionnumber IP2013-20500 (zaaksdossier 6, export 1 met betrekking tot 197 vogels naar Kuwait op 4 oktober 2013, document p. 8342) en/of
3. Laboratorytestresults van de Central Veterinary Institute, Report Number 14025444-U01 (zaaksdossier 8, export 2 van 99 duiven naar Israël op 19 november 2013, document p.5041-5044) en/of
4. Laboratorytestresults van de Central Veterinary Institute, Report Number 14025236-U01 (zaaksdossier 8, export 2 van 80 duiven naar Israël op 19 november 2013, document p.5045-5048) en/of
5. CODA Laboratory results met submission number IP2013-21355, 194 vogels naar Kuwait (document p.2795-2796) en/of
6. CODA Laboratory results met submission number IP2013-21360, 1095 vogels naar Kuwait (document p.2797-2798),
(elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware dat/die geschrift(en) (telkens) echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat genoemd(e) laboratoriumuitslag(en) (telkens) werd(en) overgelegd en/of verstuurd aan de autoriteit(en) ten behoeve van de import en/of export van dieren, alsof de gezondheid van deze dieren was getest op het al dan niet aanwezig zijn van dierziekten,
bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat (telkens) opzettelijk valselijk en/of in strijd met de waarheid was vermeld:
1. op IP2012-06020 dat 165 chinchilla's waren getest en/of als Managing Director van de Gezondheidsdienst voor Dieren dr. [ex-werknemer GD] en/of een (valse) handtekening van dr. [ex-werknemer GD] en/of relatienummer 36760222 en/of als opdrachtgever [naam bedrijf] [adres België] Belgium, en/of
2. op IP2013-20500 als Managing Director van de Gezondheidsdienst voor Dieren dr. [ex-werknemer GD] en/of een ((ver)vals(t)e) handtekening van dr. [ex-werknemer GD] en/of relatienummer 36760222, en/of
3. op 14025444-U01 als aanvrager [rechtspersoon 2] en/of de term 'final report' en/of in de koptekst 'for quality of live' en/of referentienummer 120534436 en/of als report number 14025444-U01, en/of
4. op 14025236-U01 als aanvrager [rechtspersoon 2] en/of de term 'final report' en/of in de koptekst 'for quality of live' en/of referentienummer 120534450 en/of report number 14025236-U01, en/of
5. op IP-2013-21355 de ((ver)vals(t)e) handtekening van [naam] en/of submission number IP-2013-21355 en/of relatienummer 3676022, en/of
6. op IP-2013-21360 de ((ver)vals(t)e) handtekening van [naam] en/of submission number IP-2013-21360 en/of relatienummer 3676022,
en/of (telkens) opzettelijk de bovengenoemde, onder 1 en/of 2 en/of 3 en/of 4 en/of 5 en/of 6 vervalste laboratoriumuitslag(en) voor gebruik bij importen en/of exporten van dieren voorhanden heeft/hebben gehad, terwijl zij en/of haar/hun mededader(s), wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die/dat laboratoriumuitslag(en) bestemd was/waren voor gebruik als echt en onvervalst,
(strafbaarstelling artikel 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht)
Feit 4
hij op één of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 1 januari 2011 tot en met 3 april 2014 te Hoofddorp en/of Schiphol in de gemeente Haarlemmermeer en/of elders in Nederland en/of in België en/of Indonesië en/of Kuwait, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van (een) vals(e) of vervalst(e) certifica(a)t(en) van oorsprong, te weten:
1. Certificaat van Oorsprong nr S100538898 (zaakdossier 5, export 1 van 1210 kanaries en 12 kardinalen naar Indonesië op 11 oktober 2013 (document p. 8168) en/of
2. Certificaat van Oorsprong nr S100538893, 197 (zaaksdossier 6, export 1 document met betrekking tot 197 vogels naar Kuwait op 3 oktober 2013 (doc p. 8341)) en/of
3. Certificaat van Oorsprong nr S100305115, 1576 vogels naar Indonesië, afgegeven op 26 april 2013 (document p. 2748) en/of
4. Certificaat van Oorsprong nr V744492, zaaksdossier 12, export 3 van [exporteur 1] , zending met betrekking tot 200 kanaries naar Indonesië op 5 september 2011 (document p. 3325),
(elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware dat/die geschrift(en) (telkens) echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat genoemd(e) certific(a)t(en) van oorsprong (telkens) werd(en) overgelegd en/of verstuurd aan de autoriteit(en) ten behoeve van de import en/of export van dieren, bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat telkens opzettelijk valselijk en/of in strijd met de waarheid was vermeld:
1. op S100538898 een (valse) stempel van de Kamer van Koophandel Kempen en/of naam en handtekening van K. Groot als medewerker van de Kamer van Koophandel Kempen en/of België als land van oorsprong en/of als afzender [rechtspersoon 2] , [adres België] (België), en/of
2. op S100538893 een (valse) stempel van de Kamer van Koophandel Kempen en/of naam en handtekening van K. Groot als medewerker van de Kamer van Koophandel Kempen,
en/of
3. op S100305115 een (valse) stempel van de Kamer van Koophandel Kempen en/of naam en handtekening van L. Mensink als medewerker van de Kamer van Koophandel Kempen,
en/of
4. op V744492 een (valse) stempel van de Kamer van Koophandel Kempen en/of naam en handtekening van L. Bavel als medewerker van de Kamer van Koophandel Kempen,
en/of (telkens) opzettelijk de bovengenoemde, onder 1 en/of 2 en/of 3 en/of 4 vervalste certifica(a)t(en) van oorsprong voor gebruik bij importen en/of exporten van dieren voorhanden heeft/hebben gehad, terwijl zij en/of haar/hun mededader(s), wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die/dat certifica(a)t(en) van oorsprong bestemd was/waren voor gebruik als echt en onvervalst,
(strafbaarstelling: artikel 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht)
Feit 5
hij op één of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 1 januari 2011 tot en met 3 april 2014 te Hoofddorp en/of Schiphol in de gemeente Haarlemmermeer en/of elders in Nederland en/of in België, en/of Kuwait en/of Indonesië, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van (een) vals(e) of vervalst(e) geschrift(en) , te weten:
1. Airwaybill 074-56362563 (zaaksdossier 3 zending 1, zending met betrekking 150 duiven naar Kuwait op 21 februari 2012, document p. 8240)
en/of
2. Commercial Invoice 2013 1505 (zaaksdossier 5 export 2, met betrekking tot 1800 kanaries naar Indonesië (document p. 8174)
(elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen als ware dat/die geschrift(en) (telkens) echt en onvervalst,
bestaande dat gebruikmaken hierin dat genoemd(e) documenten (telkens) werd(en) overgelegd en/of verstuurd aan de autoriteit(en) ten behoeve van de import en/of export van dieren, bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat telkens opzettelijk valselijk en/of in strijd met de waarheid was vermeld:
1. op Airwaybill 074-56362563 all pigeons from belgium origin, en/of als shippers name and address [naam bedrijf] , [adres België] Belgium en/of
2. op Commercial Invoice 2013 1505 all not CITES-birds are captivity bred in Belgium;
en/of
(telkens) opzettelijk de bovengenoemde, onder 1 en/of 2 vervalste Airwaybill en/of Commercial Invoice voor gebruik bij importen en/of exporten van dieren voorhanden heeft/hebben gehad, terwijl zij en/of haar/hun mededader(s), wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die/dat Airwaybill en/of Commercial Invoice bestemd was/waren voor gebruik als echt en onvervalst,
(strafbaarstelling: artikel 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht)
Feit 6
hij op één of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 1 januari 2011 tot en met 3 april 2014 te Hoofddorp en/of Schiphol in de gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland en/of in België en/of Canada en/of Kuwait en/of Bahrein en/of Taiwan en/of Israël en/of Indonesië en/of Bangladesh,
heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een samenwerkingsverband van een of meer personen bestaande uit hem, verdachte, [rechtspersoon 1] en/of [rechtspersoon 2] en/of [rechtspersoon 3] en/of [rechtspersoon 4] . en/of [medeverdachte 5] en/of andere natuurlijke personen en/of rechtspersonen welke organisatie telkens tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten:
- het opzettelijk verrichten van handelingen waardoor een besmetting dan wel verspreiding van een besmettelijke dierziekte kon worden veroorzaakt (101a GWWD) en/of
- het opzettelijk gebruik maken van en/of opzettelijk voorhanden hebben van een vals of vervalste geschrift als ware het echt en onvervalst terwijl zij/hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat dit/die geschrift(en) bestemd waren voor zodanig gebruik als bedoeld in artikel 225 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht,
(strafbaarstelling artikel 140 Wetboek van Strafrecht)
Bijlage II
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 tot en met 6 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
Feit 1
zij op tijdstippen gelegen in de periode van 1 januari 2011 tot en met 3 april 2014 te Hoofddorp en/of Schiphol in de gemeente Haarlemmermeer en/of elders in Nederland en/of in België, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, opzettelijk, als houder van dieren, te weten:
2. 150 duiven op 21 februari 2012 (zaaksdossier 3 zending 1) naar Koeweit en
3. 197 vogels op 4 oktober 2013 (zaaksdossier 6 export 1) naar Koeweit en
4. 52 duiven op 23 december 2011 (zaaksdossier 4, zending 3) naar Bahrein en
5. 154 duiven op 16 oktober 2013 (zaaksdossier 7, export 1) naar Taiwan en
6. 99 duiven op 19 november 2013 (zaaksdossier 8, export 2) naar Israël en
7. 200 kanaries op 5 september 2011 (zaaksdossier 12, zending 3) naar Indonesië en
9. 165 chinchilla's op 15 februari 2012 (zaaksdossier 1, export 1) naar Koeweit,
terwijl hij wist of redelijkerwijs kon vermoeden dat door zijn handelen of nalaten een besmetting met dan wel de verspreiding van een krachtens artikel 15 Gezondheids- en welzijnswet voor dieren aangewezen besmettelijke dierziekte kon worden veroorzaakt,
niet alle maatregelen heeft genomen die in redelijkheid konden worden gevergd, teneinde zodanige besmetting of verspreiding te voorkomen,
immers door bij het verzamelen voor transport en verzenden van dieren en het exporteren van dieren telkens gebruik te maken van valse gezondheidscertificaten en/of laboratoriumrapporten en/of certificaten van oorsprong, hebben verdachte en haar mededader(s) telkens doen voorkomen alsof de zending voldeed aan de eisen ten aanzien van volksgezondheid, diergezondheid, dierenwelzijn en veterinaire regelgeving;
Feit 2
hij op tijdstippen in de periode van 1 januari 2011 tot en met 3 april 2014 te Hoofddorp en/of Schiphol in de gemeente Haarlemmermeer en/of elders in Nederland en/of België en/of Kuwait en/of Bahrein en/of Taiwan en/of Israël en/of Indonesië tezamen en in vereniging met anderen, telkens opzettelijk gebruik hebben gemaakt van een vals gezondheidscertificaat, te weten:
2. Health certificate for Export of Birds, number 2012 0802 3 A (zaaksdossier 3, zending 1, zending met betrekking tot 150 duiven naar Kuwait op 21 februari 2012, document p. 8267) en
3. Health certificate for Export of Birds, number 2011 2212 1756 A (zaaksdossier 4, zending 3, met betrekking tot 52 duiven naar Bahrein op 23 december 2011, document p. 8105) en
4. Veterinary certificate for ornamental birds to be exported tot Kuwait, cert.nr. 2013 0310 1478 (zaaksdossier 6, export 1, met betrekking tot 197 vogels op 4 oktober 2013, document p. 8344) en
5. Gezondheidscertificaat reference-number 213459993 (zaaksdossier 7, export 1 met betrekking tot 154 duiven naar Taiwan op 16 oktober 2013, document p. 8397-8402) en
6. Gezondheidscertificaat reference-number 2013 1911 6633A (zaaksdossier 8, export 2 met betrekking tot 99 duiven naar Israël op 19 november 2013, document p. 5003‑5005) en
7. Health certificate for Export of Birds, number 2011 1508 A (zaaksdossier 12, export 3 van [exporteur 1] , zending met betrekking tot 200 kanaries naar Indonesië op 5 september 2011, document p. 3324) en
elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware dat geschrift echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat genoemde gezondheidscertificaten werden verstuurd aan de autoriteiten ten behoeve van de export van dieren, en daarmee doen voorkomen dat de zending voldeed aan de eisen ten aanzien van volksgezondheid, diergezondheid en dierenwelzijn,
en bestaande die valsheid hierin dat opzettelijk valselijk en in strijd met de waarheid was vermeld:
2. op 2012 0802 3 A als afzender [naam bedrijf] [adres België] Belgium en als Official Veterinary Surgeon Dr. B. Zoetmelk en een valse handtekening van Dr. B. Zoetmelk en een valse stempel van de Official Belgium Veterinary Competent Regional Authority/Agriculture Official Approved veterinarian Kingdom of Belgium en
3. op 2011 2212 1756 A als afzender [naam bedrijf] [adres België] Belgium en als Official Veterinary Surgeon, Drs T. Mensink en een valse handtekening van Drs. T. Mensink en een valse stempel van de Official Belgium Veterinary Competent Regional Authority/Agriculture Official Approved veterinarian Kingdom of Belgium en
4. op 2013 0310 1478 als afzender [naam bedrijf] [adres België] Belgium en als Official Veterinary Surgeon Dr, B. Bavel en een valse handtekening van Dr. B. Bavel en een valse stempel van Official Belgium Veterinary Competent Regional Authority/Agriculture Official Approved veterinarian Kingdom of Belgium, en
5. op 213459993 een valse handtekening namens de NVWA Regionale Dienst Zuid-West van de Voedsel en Warenautoriteit en een valse stempel van de NVWA Regionale Dienst Zuid-West van de Voedsel en Warenautoriteit en als dierenarts van de NVWA R. Weijers en een valse handtekening van deze R. Weijers, en
6. op 2013 1911 6633A een valse handtekening namens de NVWA Regionale Dienst
Zuid-West van de Voedsel en Warenautoriteit en een valse stempel van de NVWA Regionale Dienst Zuid-West van de Voedsel en Warenautoriteit en als dierenarts van de NVWA T. Mensink en een valse handtekening van deze T. Mensink, en
7. op 2011 1508 A een valse handtekening van de Animal Clinic Amsterdam St. Frederiksplein 101 2052 CP Amsterdam en een valse stempel van de Animal Clinic Amsterdam St. Frederiksplein 101 2052 CP Amsterdam en als Official Veterinary Surgeon dr. T. Menzink en een valse handtekening van deze T. Menzink;
Feit 3
hij op tijdstippen in de periode van 1 januari 2011 tot en met 3 april 2014 te Hoofddorp en/of Schiphol in de gemeente Haarlemmermeer en/of elders in Nederland, en/of in België, en/of Kuwait en/of Israël, tezamen en in vereniging met anderen, telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valse laboratoriumuitslag, te weten:
1. Laboratory results van de Gezondheidsdienst voor Dieren, submissionnumber IP2012-06020 (zaaksdossier 1, export 1 van 165 chinchilla's naar Kuwait op 15 februari 2012, document p. 7685-7686) en
2. Laboratory results van de Gezondheidsdienst voor Dieren, submissionnumber IP2013-20500 (zaaksdossier 6, export 1 met betrekking tot 197 vogels naar Kuwait op 4 oktober 2013, document p. 8342) en
3. Laboratorytestresults van de Central Veterinary Institute, Report Number 14025444-U01 (zaaksdossier 8, export 2 van 99 duiven naar Israël op 19 november 2013, document p. 5010-5013) en
4. Laboratorytestresults van de Central Veterinary Institute, Report Number 14025236-U01 (zaaksdossier 8, export 2 van 80 duiven naar Israël op 19 november 2013, document p. 5006-5009) en
elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware dat geschrift telkens echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat genoemde laboratoriumuitslagen werden verstuurd aan de autoriteiten ten behoeve van de export van dieren, alsof de gezondheid van deze dieren was getest op het al dan niet aanwezig zijn van dierziekten, bestaande die valsheid hierin dat opzettelijk valselijk en in strijd met de waarheid was vermeld:
1. op IP2012-06020 dat 165 chinchilla's waren getest en als Managing Director van de Gezondheidsdienst voor Dieren dr. [ex-werknemer GD] en een valse handtekening van dr. [ex-werknemer GD] en relatienummer 36760222 en als opdrachtgever [naam bedrijf] [adres België] Belgium, en
2. op IP2013-20500 als Managing Director van de Gezondheidsdienst voor Dieren dr. [ex-werknemer GD] en een valse handtekening van dr. [ex-werknemer GD] en relatienummer 36760222, en
3. op 14025444-U01 als aanvrager [rechtspersoon 2] en de term 'final report' en in de koptekst 'for quality of live' en referentienummer 120534436 en als report number 14025444-U01, en
4. op 14025236-U01 als aanvrager [rechtspersoon 2] en de term 'final report' en in de koptekst 'for quality of live' en referentienummer 120534450 en/of report number 14025236-U01;
Feit 4
hij op tijdstippen in de periode van 1 januari 2011 tot en met 3 april 2014 te Hoofddorp en/of Schiphol in de gemeente Haarlemmermeer en/of elders in Nederland en/of in België en/of Indonesië en/of Kuwait, tezamen en in vereniging met anderen, telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals certificaat van oorsprong, te weten:
1. Certificaat van Oorsprong nr S100538898 (zaakdossier 5, export 1 van 1210 kanaries en 12 kardinalen naar Indonesië op 11 oktober 2013 (document p. 8168) en
2. Certificaat van Oorsprong nr S100538893, 197 (zaaksdossier 6, export 1 document met betrekking tot 197 vogels naar Kuwait op 4 oktober 2013 (doc p. 8341)) en
4. Certificaat van Oorsprong nr V744492, zaaksdossier 12, export 3 van [exporteur 1] , zending met betrekking tot 200 kanaries naar Indonesië op 5 september 2011 (document p. 3325),
elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware dat geschrift telkens echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat genoemde certificaten van oorsprong werden verstuurd aan de autoriteiten ten behoeve van de export van dieren, bestaande die valsheid hierin dat telkens opzettelijk valselijk en in strijd met de waarheid was vermeld:
1. op S100538898 een valse stempel van de Kamer van Koophandel Kempen en naam en handtekening van K. Groot als medewerker van de Kamer van Koophandel Kempen en België als land van oorsprong en als afzender [rechtspersoon 2] , [adres België] (België), en
2. op S100538893 een valse stempel van de Kamer van Koophandel Kempen en naam en handtekening van K. Groot als medewerker van de Kamer van Koophandel Kempen, en
4. op V744492 een valse stempel van de Kamer van Koophandel en naam en handtekening van L. Bavel als medewerker van de Kamer van Koophandel,
Feit 5
hij op tijdstippen in de periode van 1 januari 2011 tot en met 3 april 2014 te Hoofddorp en/of Schiphol in de gemeente Haarlemmermeer en/of elders in Nederland en/of in België, en/of Kuwait en/of Indonesië tezamen en in vereniging met anderen, telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals geschrift, te weten:
1. Airwaybill 074-56362563 (zaaksdossier 3 zending 1, zending met betrekking 150 duiven naar Kuwait op 21 februari 2012, document p.8240) en
2. Commercial Invoice 2013 1505 (zaaksdossier 5 export 2, met betrekking tot 1800 kanaries naar Indonesië (document p. 8174),
elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen als ware dat geschrift telkens echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat genoemd document werd verstuurd aan de autoriteiten ten behoeve van de export van dieren, bestaande die valsheid hierin dat telkens opzettelijk valselijk en in strijd met de waarheid was vermeld:
1. op Airwaybill 074-56362563 all pigeons from belgium origin, en als shippers name and address [naam bedrijf] , [adres België] Belgium en
2. op Commercial Invoice 2013 1505 all not CITES-birds are captivity bred in Belgium;
Feit 6
zij in de periode van 1 januari 2011 tot en met 3 april 2014 te Hoofddorp en/of Schiphol in de gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland en/of in België,
heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een samenwerkingsverband van (rechts)personen bestaande uit hem, verdachte en [rechtspersoon 1] en [rechtspersoon 2] en [rechtspersoon 3] en [rechtspersoon 4] en [medeverdachte 5] , welke organisatie telkens tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten:
- het opzettelijk verrichten van handelingen waardoor een besmetting dan wel verspreiding van een besmettelijke dierziekte kon worden veroorzaakt (101a GWWD) en
- het opzettelijk gebruik maken van en/of opzettelijk voorhanden hebben van een vals geschrift als ware het echt en onvervalst terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat dit geschrift bestemd waren voor zodanig gebruik als bedoeld in artikel 225 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht.