In deze zaak vordert de stichting Forte Kinderopvang (hierna: Forte) dat de gemeente Heerhugowaard (hierna: de gemeente) wordt veroordeeld tot nakoming van een intentieovereenkomst en koopovereenkomst met betrekking tot de verkoop van een strook grond naast basisschool De Helix. De gemeente heeft de huurovereenkomst met Forte per 1 januari 2019 beëindigd, omdat zij de lokalen die Forte gebruikte voor kinderopvang zelf nodig had. Forte stelt dat de gemeente de koopoptie op de grond aan haar heeft overgedragen en dat er een koopovereenkomst tot stand is gekomen. De gemeente betwist dit en stelt dat de intenties van Forte en de gemeente zijn gewijzigd, waardoor de gemeente niet meer gehouden is om de grond te verkopen.
De voorzieningenrechter oordeelt dat Forte de optie om de grond te kopen niet kan inroepen, omdat dit niet verenigbaar is met de strekking en het doel van de intentieovereenkomst. De rechter concludeert dat Forte zich buiten spel heeft gezet door het voorstel van de gemeente om de grond te kopen en een kinderopvangvleugel te realiseren in het schoolgebouw van De Helix af te wijzen. De vordering van Forte wordt afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten van de gemeente.
De uitspraak is gedaan door mr.drs. J. Blokland, voorzieningenrechter, op 17 januari 2019.