ECLI:NL:RBNHO:2019:2733

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 april 2019
Publicatiedatum
2 april 2019
Zaaknummer
C/15/268676 / HA ZA 18-11
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schending van de bijzondere aanbiedingsplicht en onrechtmatig handelen in aandeelhoudersovereenkomst

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, vordert de eiseres, Herenweg Holding B.V., een verklaring voor recht dat de gedaagden, Veralvo Holding B.V. en Visavi Holding B.V., tekort zijn geschoten in de nakoming van hun bijzondere aanbiedingsplicht zoals vastgelegd in de aandeelhoudersovereenkomst. De zaak betreft een complexe juridische strijd over de verkoop van aandelen in IG Investments, waarbij Herenweg stelt dat de gedaagden hun verplichtingen niet zijn nagekomen na een juridische splitsing en overdracht van aandelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aandeelhoudersovereenkomst en de statuten van IG Investments bepalingen bevatten die de aanbiedingsplicht van de aandeelhouders regelen. Herenweg stelt dat door de splitsing de zeggenschap over de aandelen is gewijzigd, wat een aanbiedingsplicht met zich meebracht. De rechtbank oordeelt echter dat Herenweg onvoldoende bewijs heeft geleverd dat de gedaagden daadwerkelijk tekort zijn geschoten in hun verplichtingen. De rechtbank wijst de vorderingen van Herenweg af en veroordeelt haar in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor aandeelhouders om zich aan de statutaire en contractuele verplichtingen te houden, en dat het niet nakomen van deze verplichtingen kan leiden tot juridische complicaties.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/268676 / HA ZA 18-11
Vonnis van 3 april 2019
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HERENWEG HOLDING B.V.,
gevestigd te Driebergen,
eiseres,
advocaat mr. J.P. Koets te Haarlem,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VERALVO HOLDING B.V.,
gevestigd te Burgerveen,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VISAVI HOLDING B.V.,
gevestigd te Burgerveen,
gedaagden,
advocaat mr. S. Perrick te Amsterdam.
Eiseres zal hierna Herenweg worden genoemd.
Gedaagden zullen hierna gezamenlijk Veralvo c.s. en ieder afzonderlijk Veralvo en Visavi genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 18 april 2018
  • het proces-verbaal van comparitie van 16 oktober 2018
  • de brief d.d. 9 november 2018 van de zijde van Herenweg in reactie op het proces-verbaal.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
IG Holdings B.V. (hierna IG Holdings) is opgericht in 2005 als holding van de Intergas Groep (hierna: de onderneming). Vanaf 2005 waren Visavi, Herenweg (met als enig bestuurder [A.], hierna [A.] te noemen) en de heer [B.] (hierna: [B.]) betrokken bij de onderneming als aandeelhouders (Visavi 17,4%, Herenweg 73,9% en [B.] 8,7%).
Tot 2 januari 2006 was Herenweg bestuurder van IG Holdings. Daarna is [C.] (hierna: [C.]) aangesteld als bestuurder van IG Holdings.
[B.] is in 2005 aangesteld als bestuurder van de dochtervennootschappen van de Intergas Groep.
2.2.
Begin 2013 is binnen de Intergas Groep besloten om het belang in IG Holdings te verkopen en te leveren aan de op te richten vennootschap IG Investments, waarin Herenweg, Visavi en (de op te richten vennootschap van [B.]) HBeheer B.V. (hierna: HBeheer) en twee nieuwe investeerders, Vlugtinvest B.V. (hierna: Vlugtinvest) en De Hoge Dennen Capital PE B.V. (hierna: De Hoge Dennen), zouden participeren.
2.3.
IG Investments is op 5 juli 2013 opgericht, met als aandeelhouders de vijf in het voorgaande punt genoemde vennootschappen. Op die datum hebben Herenweg, Visavi en [B.] enerzijds en IG Investments anderzijds tevens een koopovereenkomst (hierna: de koopovereenkomst van 5 juli 2013) getekend met betrekking tot de verkoop van het gehele belang in IG Holdings aan IG Investments. In deze koopovereenkomst is de levering van de aandelen onder meer afhankelijk gesteld van een door de aandeelhouders van IG Investments te sluiten aandeelhoudersovereenkomst.
2.4.
Op 6 augustus 2013 is tussen de aandeelhouders van IG Investments een aandeelhoudersovereenkomst (hierna: de aandeelhoudersovereenkomst) gesloten, die voor zover hier van belang, luidt als volgt:
“10 DRAG ALONG
10.1
De Aandeelhouders komen overeen dat, Indien een bona fide derde een aanbod doet om honderd procent (100%) van de geplaatste en uitstaande Aandelen te kopen en te verkrijgen (het Aanbod), en Aandeelhouders die ten minste veertig procent (40%) van de Aandelen houden dit Aanbod wensen te accepteren, deze Aandeelhouders verplicht zijn om onverwijld nadat de desbetreffende derde het Aanbod heeft gedaan, hun Aandelen schriftelijk aan te bieden aan de overige Aandeelhouders voor dezelfde prijs, voorwaarden en condities als uiteengezet in het Aanbod
(…)
12 BIJZONDERE AANBIEDINGSPLICHT
12.1
Niettegenstaande het elders in deze Overeenkomst bepaalde, zal, indien zich ten aanzien van een Aandeelhouder één van de navolgende bijzondere gevallen voordoet, een dergelijke Aandeelhouder onmiddellijk daaraan voorafgaand geacht worden de door hem of haar gehouden Aandelen, met inachtneming van het in de Statuten hieromtrent bepaalde, te hebben aangeboden aan de andere Aandeelhouders:
(…)
(e) Indien de zeggenschap over de activiteiten van HH, HBeheer of Visavi wijzigt en direct of indirect wordt verkregen door één of meer anderen in de zin van het begrip ‘fusie’ zoals bedoeld in het SER-Besluit Fusiegedragsregels 2000, zulks ongeacht of die regels op de desbetreffende wijziging in of verkrijging van zeggenschap van toepassing zijn en ongeacht of er sprake is van een onderneming in de zin van die gedragsregels, tenzij, met betrekking tot HH, de zeggenschap over HH wijzigt als gevolg van een situatie zoals beschreven in Artikel 5.1, in welk geval Artikel 5 van toepassing is.
(…)
23 DUUR VAN DE OVEREENKOMST EN BEËINDIGING
(…)
23.2
Deze Overeenkomst komt ten aanzien van een Aandeelhouder ten einde zodra deze Aandeelhouder geen Aandelen meer houdt(…)
25 STRIJD MET DE STATUTEN
25.1
De Aandeelhouders en de Vennootschap zullen bewerkstelligen dat de Statuten zodanig worden opgesteld dat zij in overeenstemming zijn met het bepaalde in deze Overeenkomst.
25.2
Ingeval van enige tegenstrijdigheid tussen de bepalingen van de Statuten en deze Overeenkomst zullen de bepalingen van deze Overeenkomst, voor zover mogelijk, prevaleren en zullen de Aandeelhouders zich jegens elkaar naar het bepaalde in deze Overeenkomst gedragen.(…)”
2.5.
De statuten IG Investments luiden per 6 augustus 2013, voor zover hier van belang, als volgt:
“Artikel 1
Begripsbepalingen
(…)
BG Persoon:
de persoon die bij oprichting van de Vennootschap bestuurder is van de BG Rechtspersoon;
BG Rechtspersoon:
de rechtspersoon die de Vennootschap mede heeft opgericht en ten aanzien waarvan de jaarrekening over het boekjaar twee duizend elf (2011) blijkens opgave van het handelsregister is gedeponeerd op vier en twintig september twee duizend twaalf (24-09-2012);
Bijzondere Gevallen:
(…)
(b) het geval dat de BG Persoon
(i) overlijdt;
(ii) vanwege arbeidsongeschiktheid minimaal zestig procent (60%) af meer van zijn werkzaamheden voor de Vennootschap en/of de Onderneming niet meer kan uitoefenen,
(iii) de feitelijke zeggenschap verliest over de BG Rechtspersoon de Vennootschap en/of de Onderneming; en/of
(iv) het beheer verliest over zijn vermogen.
(…)
Kwaliteitseis:
Het voor iedere Aandeelhouder, met uitzondering van de Vennootschap, geldende vereiste voor het kunnen zijn van Aandeelhouder, inhoudende dat hij partij is bij de Aandeelhoudersovereenkomst;
Artikel 4
Kapitaal, Aandelen, Kwaliteitseis
(…)
2. Indien een Aandeelhouder niet voldoet aan de Kwaliteitseis, is het aan zijn Aandelen verbonden stemrecht, recht op uitkeringen en Vergaderrecht opgeschort en is de betreffende Aandeelhouder tot aanbieding van zijn Aandelen verplicht met inachtneming van het bepaalde in artikel 10 Afdeling F.
(…)
Artikel 10
Regelingen met betrekking tot overdracht van Aandelen
(…)
Afdeling F-Bijzondere aanbiedingsplicht
Niettegenstaande het elders in de Statuten bepaalde, zal, indien zich ten aanzien van een Aandeelhouder één van de navolgende bijzondere gevallen voordoet, een dergelijke Aandeelhouder onmiddellijk daaraan voorafgaand geacht worden de door hem of haar gehouden Aandelen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 10 Afdeling C leden 1 en 2 tegen Marktwaarde te hebben aangeboden aan de overige aandeelhouders
a. indien een Aandeelhouder niet voldoet aan de Kwaliteitseis;
(...)
e. indien de zeggenschap over de activiteiten van een Aandeelhouder die Aandelen B of gewone aandelen houdt wijzigt en deze zeggenschap direct of indirect wordt verkregen door een of meer anderen in de zin van het begrip ‘fusie’ zoals bedoeld in het SER-Besluit Fusiegedragsregels 2000, zulks ongeacht of die regels op de desbetreffende wijziging in of verkrijging van zeggenschap van toepassing zijn en ongeacht of er sprake is van een onderneming in de zin van die gedragsregels, tenzij, de zeggenschap over de Aandeelhouder die Aandelen B houdt, wijzigt als gevolg van het zich voordoen van een of meer van de Bijzondere Gevallen sub (b) onderdelen (i) tot en met (iv), in welk geval Artikel 12 van de Statuten van toepassing is.(…)
3. Een houder van Aandelen die geacht worden te zijn aangeboden op grond van het hiervoor in deze Afdeling F bepaalde, kan zijn Aandelen behouden indien van het aanbod geen of geen volledig gebruik wordt gemaakt binnen drie (3) maanden tenzij sprake is van een berekening van de Marktwaarde op basis van artikel 10, Afdeling G van de Statuten, waarbij een corporate finance adviseur wordt benoemd, in welk geval het drie (3) maanden betreft nadat deze de Marktwaarde heeft vastgesteld.(…)”
2.6.
De structuur van de onderneming kan na de oprichting van IG Investments en de levering aan haar van de aandelen in IG Holdings als volgt worden weergegeven:
2.7.
De aandeelhouderspercentages in IG Investments waren toen als volgt:
-Herenweg 51 %
-Visavi 12%
-HBeheer 6%
-De Hoge Dennen 15,5%
-Vlugtinvest 15,5%
2.8.
[C.] werd per 5 juli 2013 bestuurder van IG Investments. [B.] bleef bestuurder van de dochtervennootschappen.
2.9.
Ter gelegenheid van de aandeelhoudersovereenkomst is tevens een Raad van Advies (hierna: de RvA) van de Intergas Groep geïnstalleerd, bestaande uit vier leden, te weten [C.], [A.] en twee door Vlugtinvest en De Hoge Dennen voorgedragen leden.
2.10.
De aandelen van Visavi werden gehouden door STAK Visavi. [C.] was (en is) enig bestuurder van beide entiteiten. De door STAK Visavi uitgegeven certificaten van aandelen werden gehouden door [D.] en [E.] (de dochters van [C.]).
2.11.
Bij akte van 12 januari 2016 heeft Visavi een juridische afsplitsing (hierna: de splitsing) tot stand gebracht. Met deze splitsing heeft Veralvo onder algemene titel een gedeelte van het vermogen van Visavi, te weten de door Visavi gehouden aandelen in IG Investments, onder algemene titel verkregen en is de enige aandeelhouder van Visavi, te weten STAK Visavi, de enige aandeelhouder geworden van zowel Veralvo als Visavi.
2.12.
Op 15 april 2016 is S. Koning (in de plaats van [C.]) benoemd tot bestuurder van IG Investments. Op dezelfde datum werd IG Investments (in de plaats van [C.]) op haar beurt bestuurder van IG Holdings.
2.13.
Bij akte van 20 mei 2016 heeft STAK Visavi alle aandelen in Veralvo ten titel van beheer aan STAK Veralvo overgedragen (hierna: de overdracht). [C.] is enig bestuurder van STAK Veralvo.
2.14.
Tijdens een vergadering van de RvA op 29 augustus 2016 heeft [C.] (voor het eerst) melding gemaakt van voormelde splitsing en overdracht.
2.15.
Punt 3 van de notulen van voormelde vergadering luidt als volgt:
“Op verzoek van de voorzitter licht de heer [C.] de achtergrond van het door hem ingebrachte stuk, over de juridische splitsing van Visavi Holding BV, toe. De heer [C.] zet uiteen dat de aandelen IG lnvestments als gevolg van de splitsing door een nieuwe BV worden gehouden met daarboven een nieuw opgerichte Stichting Administratiekantoor. Omdat de heer [C.] hiervan enig bestuurder is, verandert de zeggenschap niet. Hierna vragen de leden zich af of hier sprake is van een overdracht of een overgang van aandelen en of er sprake is van inschrijven of overschrijven van de aandelen. Teneinde dit in goede orde te kunnen afhandelen zal de heer [C.] een formeel verzoek met deze toelichting richten tot de aandeelhouders van IG Investments.”
2.16.
[C.] heeft per e-mail met bijlagen van 4 oktober 2016 een nadere toelichting gegeven. Nadat de advocaat van De Hoge Dennen een aantal aanvullende vragen had gesteld, heeft [C.] bij e-mail van 16 oktober 2016, voor zover hier van belang, nog het volgende meegedeeld:
“(…) In verband met een fiscale tweejaarstermijn heeft de afwikkeling van de nalatenschap van mijn dochter reeds plaatsgevonden. Mede in verband met de beschikbare fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten is ondernemingsvermogen afgesplitst van Visavi Holding B.V. naar Veralvo Holding B.V.; dit betreft dus geen overdracht van de aandelen in IG Investments B.V. De aandelen in Veralvo Holding B.V. werden na de afsplitsing gehouden door Stichting Administratiekantoor Visavi Holding. Ook ter zake van de certificering werd een ‘splitsing’ tussen ondernemings- en beleggingsvermogen wenselijk geacht. Deze is de facto gerealiseerd door een overdracht van alle geplaatste aandelen in Veralvo Holding BV. aan Stichting Administratiekantoor Veralvo Holding, een certificaatstichting die een volledig identieke zeggenschapsstructuur heeft als Stichting Administratiekantoor Visavi Holding.(...)
De certificaten van aandelen in Veralvo Holding B.V. zijn na overlijden van mijn dochter aan haar echtgenoot en hun kinderen toegekomen. In het kader van de verdeling van haar nalatenschap zijn deze certificaten toegedeeld aan haar kinderen.”
2.17.
Bij e-mail van 17 november 2016 is namens Herenweg, de Hoge Dennen en Vlugtinvest het in hun optiek gedane aanbod van Visavi/Veralvo om haar aandelen in IG Investments over te nemen aanvaard.
2.18.
In opdracht van IG Investments heeft Talanton Valuation Services B.V. (hierna: Talanton) bij rapport van 22 februari 2017 de waarde in het economisch verkeer (marktwaarde) per 31 december 2015 van alle aandelen in IG Investments gewaardeerd op € 145.665.000,00.
2.19.
Op 24 augustus 2017 heeft Parcom Capital Management B.V. (hierna: Parcom) een bod uitgebracht op de aandelen in IG Investments van € 225.000.000,-, welk bod Parcom gestand hield tot 15 september 2017. HBeheer, Veralvo, Vlugtinvest en De Hoge Dennen wensten dit aanbod te accepteren. Op grond van artikel 10.1 van de Aandeelhoudersovereenkomst, waren zij gehouden om - vóórdat zij het bod van Parcom accepteerden - hun aandelen aan Herenweg aan te bieden voor dezelfde prijs en voorwaarden als uiteengezet in het bod van Parcom.
2.20.
Op 8 september 2017 hebben HBeheer, Veralvo, Vlugtinvest en de Hoge Dennen hun aandelen schriftelijk aangeboden aan Herenweg.
2.21.
Bij brief van 20 september 2017 heeft Herenweg schriftelijk aan HBeheer, Veralvo, Vlugtinvest en de Hoge Dennen te kennen gegeven van hun aanbod van 8 september 2017 gebruik te maken en de aandelen te willen overnemen.
2.22.
Op 28 september 2017 is een koopovereenkomst (hierna: de koopovereenkomst van 28 september 2017) tot stand gekomen tussen Herenweg als koper en HBeheer, Veralvo, Vlugtinvest en de Hoge Dennen als verkopers. Op grond van deze koopovereenkomst heeft Herenweg het aandelenkapitaal van verkopers in IG Investments tegen betaling van in totaal € 225.000.000,00 gekocht en geleverd gekregen. Herenweg beschikte vervolgens over 100% van de aandelen in IG Investments.
2.23.
Herenweg heeft Veralvo een bedrag van in totaal € 26.294.264,15 betaald voor haar aandelen in IG Investments.
2.24.
Bij overeenkomst van 19 februari 2018 strekkende tot buitengerechtelijke vernietiging hebben STAK Visavi en STAK Veralvo een buitengerechtelijke verklaring tot stand gebracht, waarbij de overdracht van de aandelen in Visavi door STAK Visavi aan STAK Veralvo (voorwaardelijk) wordt vernietigd op grond van dwaling.
3. Het geschil
3.1.
Herenweg vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Een verklaring voor recht dat Visavi jegens Herenweg toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de in artikel 12 van de aandeelhoudersovereenkomst opgenomen bijzondere aanbiedingsplicht;
Een verklaring voor recht dat Veralvo onrechtmatig jegens Herenweg heeft gehandeld door schending van de in artikel 10 (Afdeling F) in de statuten van IG lnvestments opgenomen bijzondere aanbiedingsplicht;
Veroordeling van Visavi en Veralvo tot betaling van de als gevolg van het (toerekenbaar) tekortschieten van Visavi c.q. onrechtmatig handelen van Veralvo door Herenweg geleden en te lijden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
Hoofdelijke veroordeling van Visavi en Veralvo in de proceskosten, te vermeerderen met de nakosten.
3.2.
Herenweg legt - samengevat - aan haar vorderingen ten grondslag dat Visavi en Veralvo hun bijzondere aanbiedingsplicht hebben geschonden. Voor Visavi volgt deze bijzondere aanbiedingsplicht uit het feit dat door de splitsing en de daarop volgende overdracht sprake is van wijziging van zeggenschap als bedoeld in artikel 12 van de aandeelhoudersovereenkomst. Voor Veralvo volgt deze bijzondere aanbiedingsplicht uit het feit dat zij niet voldoet aan de kwaliteitseis als bedoeld in artikel 10, Afdeling F sub a van de statuten van IG lnvestments, omdat zij geen partij is bij de aandeelhoudersovereenkomst en Veralvo met de splitsing niet van rechtswege als partij is toegetreden. Deze schending leidt tot een toerekenbare tekortkoming respectievelijk onrechtmatig handelen van Visavi en Veralvo jegens Herenweg en maakt dat beide partijen aansprakelijk zijn voor de als gevolg hiervan door Herenweg geleden en te lijden schade, bestaande uit onder meer het verschil tussen het bedrag dat Herenweg aan Veralvo heeft betaald uit hoofde van de koopovereenkomst van 28 september 2017 voor haar aandelenbelang in IG Investments en het bedrag dat Herenweg aan Visavi c.q. Veralvo verschuldigd zou zijn geweest per de datum dat de aanbiedingsplicht opeisbaar werd (januari 2016), aldus Herenweg.
3.3.
Veralvo c.s. betwisten de stellingen van Herenweg en voeren aan dat er op hen geen verplichting is komen te rusten om de door hen gehouden aandelen aan de medeaandeelhouders aan te bieden. Zij stellen voorop dat de afsplitsing van Visavi naar Veralvo en de overdracht van de aandelen Veralvo door STAK Visavi aan STAK Veralvo volledig werd ingegeven door de wenselijk geachte estate planning van het vermogen van Isabella, de dochter van [C.], die op 10 augustus 2014 is overleden.
Daarnaast voeren zij - samengevat - het volgende ten verwere aan.
In lijn met de splitsingswetgeving is de contractspositie van Visavi ten gevolge van de splitsing, van rechtswege overgegaan op Veralvo.
Doordat Veralvo op het tijdstip dat zij krachtens splitsing de aandelen in IG Investments verkreeg, (van rechtswege) partij werd bij de aandeelhoudersovereenkomst heeft zij steeds voldaan aan de in de statuten opgenomen kwaliteitseis.
Op de splitsing en de overdracht zijn de Fusiegedragsregels niet van toepassing omdat alle bij de ‘fusie’ betrokken ondernemingen behoren tot een samenstel van ondernemingen en materieel is er niets gewijzigd.
Voor zover de overdracht wel als een fusie in de zin van de Fusiegedragsregels is te beschouwen en Veralvo dientengevolge wordt geacht de aandelen in IG Investments aan haar medeaandeelhouders te hebben aangeboden, hebben STAK Visavi, STAK Veralvo en Veralvo gedwaald. STAK Visavi en STAK Veralvo hebben de overdracht van de aandelen in Veralvo dan ook (voorwaardelijk) buitengerechtelijk vernietigd op die grond.
Herenweg heeft geen schade geleden. Zij heeft de aandelen van haar medeaandeelhouders, waaronder Veralvo, gekocht tegen de marktwaarde. Deze marktwaarde had zij ook aan Veralvo dienen te voldoen indien deze geacht moet worden haar aandelen in IG Investments op grond van een aanbiedingsplicht aan haar medeaandeelhouders te hebben aangeboden. De marktwaarde die in 2017 is betaald, is niet hoger dan de in 2016 geldende marktwaarde.
HBeheer heeft geen gebruik heeft gemaakt van het per e-mail van 17 november 2016 gedane aanbod, zodat de situatie die is beschreven in artikel 10 afdeling F lid 3 van de Statuten zich voordoet.
Ten slotte heeft Herenweg zowel bij het bod door Parcom als bij haar eigen bod toegestaan dat Veralvo haar aandelen verkocht zonder zich erop te beroepen dat deze aandelen (gedeeltelijk) reeds aan Herenweg waren verkocht. Door haar handelwijze heeft Herenweg haar rechten om de beweerdelijk door Visavi/Veralvo aangeboden aandelen te kopen verwerkt, aldus Veralvo c.s.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank zal eerst de vordering ingesteld tegen Visavi beoordelen en vervolgens die tegen Veralvo.
Is er sprake van een toerekenbare tekortkoming aan de kant van Visavi (gevorderde sub 1)?
4.2.
Volgens Herenweg is Visavi jegens haar toerekenbaar tekort geschoten in de nakoming van de in artikel 12 van de aandeelhoudersovereenkomst opgenomen bijzondere aanbiedingsplicht, omdat de zeggenschap over de betrokken activiteiten van Visavi is gewijzigd en verkregen door een ander in de zin van het begrip “fusie”, zoals bedoeld in het SER-Besluit Fusie Gedragsregels 2000. Volgens Herenweg kreeg zij door de splitsing te maken met een ten dele andere kring van belanghebbenden en werd zij bovendien geconfronteerd met een lege entiteit, namelijk een vennootschap die buiten de aandelen in Intergas geen enkel ander actief had, in plaats van een kapitaalkrachtige medeaandeelhouder met een vermogen van circa € 30.000.000,00.
4.3.
Dit betoog faalt naar het oordeel van de rechtbank, ook als uitgegaan wordt van een wijziging van zeggenschap of fusie die tot een aanbiedingsplicht van Visavi heeft geleid (wat door Visavi wordt betwist). Uit de formulering van artikel 12 lid 1 van de aandeelhoudersovereenkomst en artikel 10, Afdeling F van de statuten van IG lnvestments volgt namelijk dat in dat geval de aandeelhouder wordt
geachtde aandelen
te hebben aangeboden.Hieruit kan, anders dan Herenweg lijkt te betogen, geen actieve aanbiedingsplicht ten tijde van de splitsing en/of daarop volgende overdracht van de ten titel van beheer gehouden aandelen worden afgeleid. Dat deze actieve aanbiedingsplicht destijds door Herenweg ook niet nodig werd geacht, blijkt uit het feit dat Herenweg met drie medeaandeelhouders de volgens Herenweg door Visavi aangeboden aandelen heeft aanvaard bij e-mail aan Visavi van 17 november 2016. Daarmee heeft Herenweg zelf overeenkomstig evengenoemde artikelen in de aandeelhoudersovereenkomst en de statuten gehandeld en dus zonder dat het hiervoor nodig was dat Visavi haar aandelen actief aanbood. Vast staat dat Herenweg vervolgens geen vervolg of verdere uitvoering heeft gegeven aan het aanvaarden van dit aanbod, bijvoorbeeld ter zake van het vaststellen van de marktwaarde van de aandelen. De door Talanton uitgevoerde waardering van de aandelen, hield hier in ieder geval geen verband mee. Herenweg heeft zelf de statutair te volgen route gestaakt. Door Herenweg is, gelet hierop, onvoldoende onderbouwd gesteld dat sprake is geweest van een tekortkoming aan de zijde van Visavi. Bovendien geldt dat Herenweg na 17 november 2016 meer dan drie maanden heeft stilgezeten en artikel F lid 3 van de aandeelhoudersovereenkomst bepaalt dat Visavi dan haar aandelen mag behouden, zodat ook om die reden Visavi geen verwijt te maken valt.
Is sprake van onrechtmatig handelen door Veralvo (gevorderde sub 2)?
4.4.
Herenweg betoogt dat Veralvo een bijzondere aanbiedingsplicht had uit hoofde van artikel 10, Afdeling F sub a van de statuten van IG lnvestments. Zij is geen partij bij de aandeelhoudersovereenkomst en voldoet daarom niet aan de in statuten opgenomen kwaliteitseis. Door na te laten de aandelen aan te bieden heeft zij volgens Herenweg onrechtmatig gehandeld. Weliswaar heeft Herenweg inmiddels de aandelen van Veralvo overgedragen gekregen, maar tegen een hogere prijs dan wanneer de statutaire regeling was gevolgd.
4.5.
De rechtbank overweegt als volgt. Herenweg is na november 2016 met [C.] in onderhandeling getreden over de mogelijke verkoop door Veralvo van de door haar gehouden aandelen in IG Investments, waarbij zij van mening verschilden of er een verplichting tot verkoop en levering van de aandelen bestond. Partijen hebben onderzocht of zij het eens konden worden over een verkoopprijs van deze aandelen, maar zij zijn niet tot overeenstemming gekomen. Vervolgens kwam op 24 augustus 2017 het bod van Parcom op alle door IG Holdings gehouden aandelen in IG Investments, welk bod de medeaandeelhouders van Herenweg, waaronder ook Veralvo, wensten te accepteren. HBeheer, Veralvo, Vlugtinvest en De Hoge Dennen hebben vervolgens overeenkomstig artikel 10.1 van de aandeelhoudersovereenkomst het recht van Herenweg in acht genomen om dit bod te matchen en hebben hun aandelen aangeboden aan Herenweg tegen de door Parcom geboden prijs. Bij brief van 20 september 2017 is dit bod geaccepteerd door Herenweg, waarbij Herenweg tegenover Veralvo geen enkel voorbehoud heeft gemaakt over bijvoorbeeld de hoogte van de prijs. Evenmin is door Herenweg een dergelijk voorbehoud gemaakt in de koopovereenkomst, die op 28 september 2017 tussen alle aandeelhouders is gesloten. De voorafgaand aan het bod van Parcom bestaande discussie is door Herenweg niet op tafel gehouden, terwijl zij wel de aandelen heeft gekocht. Door Herenweg is ten tijde van de koop tegenover Veralvo (ook) geen aanspraak gemaakt op levering van de door haar gehouden aandelen tegen een in 2016 geldende (volgens haar lagere) marktprijs. Op de zitting heeft [A.] toegelicht dat er een grote tijdsdruk lag omdat hij binnen tien dagen het bod van Parcom moest matchen. Hij had de keuze om te matchen en daarna juridische stappen tegen [C.] (althans Visavi/Veralvo) te ondernemen of niet te matchen en een juridische procedure tegen [C.] te starten met het risico (naar zeggen van [A.]) om het bedrijf kwijt te raken. Deze handelwijze dient voor rekening en risico van Herenweg te blijven. Door het bod te matchen en de aandelen overeenkomstig dit onvoorwaardelijke bod van Veralvo te kopen en geleverd te krijgen en daarbij geen enkel voorbehoud tegenover Veralvo te maken, heeft Herenweg bij Veralvo het gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat zij geen beroep meer zou doen op de bepalingen in de statuten ter zake van de aanbiedingsplicht, waaronder de prijsbepaling van de aangeboden aandelen, zodat Herenweg haar vermeende rechten ter zake heeft verwerkt. De aanspraak die Herenweg nu in rechte maakt is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar, gelet op het daarmee onverenigbare eerdere gedrag van Herenweg dat volgde op het bod van Parcom, als hiervoor beschreven.
4.6.
Gezien het voorgaande worden de vorderingen van Herenweg afgewezen en behoeven de overige stellingen van partijen geen bespreking meer.
4.7.
Herenweg zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Veralvo c.s. worden begroot op:
- griffierecht 626,00
- salaris advocaat
1.086,00(2,0 punten × tarief € 543,00)
Totaal € 1.712,00

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Herenweg in de proceskosten, aan de zijde van Veralvo c.s. tot op heden begroot op € 1.712,00,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.K. Korteweg, mr. E.C.M. van Mierlo en mr. M.M. Kruithof en in het openbaar uitgesproken op 3 april 2019. [1]

Voetnoten

1.type: 299