1STK 738688A kentekenkaart.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.M. Sassenburg, voorzitter,
mrs. J.W. Moors en C.O. Markenstein, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. L.L. de Vries,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 maart 2019.
Mr. Moors is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
De hierna vermelde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
De bewijsmiddelen zijn, ook in onderdelen, telkens slechts gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben en, voor zover het geschriften als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef, onder 5°, van het Wetboek van Strafvordering betreft, telkens slechts gebezigd in verband met de inhoud van de andere bewijsmiddelen.
Ten aanzien van feit 1 en 2:
- De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 28 februari 2019
Deze verklaring houdt – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende in.
Ik ben op 28 augustus 2017 samen met anderen in de garage van [slachtoffer] geweest. Er is in de garage een briefje opgesteld.
De schietpijp die tijdens de doorzoeking in mijn woning op 4 september 2017 is aangetroffen, is van mij.
Ik ben de gebruiker van de motor die in mijn achtertuin staat en waarin wapens zijn aangetroffen.
- Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 28 augustus 2017 (dossierpagina’s 28-30)
Dit proces-verbaal houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
Plaats delict : [adres] Loenersloot, binnen de gemeente Stichtse Vecht
Pleegdatum/tijd: Tussen maandag 28 augustus 2017 om 12:00 uur en maandag 28 augustus 2017 om 20:00 uur.
Rond 15.30 uur hedenmiddag werd ik gebeld door een collega die tegen mij zei: er zijn een paar kornuiten die met jou willen spreken. Ik ben toen naar de zaak gegaan en daar zat mijn halfbroer [medeverdachte 1] met kornuiten. Eerst waren er 2 kornuiten met mijn halfbroer. Dat was een donkere man met grote armen en tattoos en bril op en hij voerde het woord. De andere was heel dik, blank en zei helemaal niets. Deze man had ik eerder gezien. Ik weet dat hij lid is of in ieder geval is geweest van de Satudarah.
De donkere man zei toen dat [medeverdachte 1] 200.000 euro zou willen. Uiteindelijk zijn we gekomen op 75.000 euro. Ze wilden direct het geld. Toen kreeg ik een klap in mijn gezicht en zei die donkere man dat ik nu ineens wel kon pinnen.
We zijn toen naar een pinautomaat gegaan. Ik reed in mijn auto met de jongen die als laatste binnen kwam. De anderen reden in een Q7, een grijze Audi, achter mij aan. Bij de pinautomaat liep er niemand met mij mee. Dat was in een postkantoortje in Abcoude. Mijn collega [collega] had het limiet gewijzigd en ik kon dus niet pinnen. We zijn vervolgens teruggereden naar de zaak. Er werd door de donkere man gezegd dat het nu niet 10.000 euro zou worden, maar 20.000. Dat bedrag wilden ze om 20.30 uur hebben op de zaak. Om 20.30 uur hadden we dus op de zaak afgesproken.
Er moest nog een kladje geschreven worden van 20.000 euro dat vanavond betaald zou worden en daarna elke maand 10.000 euro. Toen zijn ze vertrokken.
Ik voelde mij echt bedreigd. Ze hebben bedreigd met dat ze wisten waar ik woonde, dat ik een vrouw had met twee kinderen. Het voelde enorm intimiderend en bedreigend. Ik ben om half 9 naar het politiebureau in Zaandijk gegaan. Daar ben ik gebeld door een van de kornuiten van mijn halfbroer met een onbekend telefoonnummer. Het was duidelijk de stem van de donkere man die de hele tijd tegen mij heeft gesproken. Daar werd in gezegd dat we een afspraak hadden die ik niet na zou komen. En dat ik de gevolgen zou weten.
- Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 28 augustus 2017 (dossierpagina’s 21-22)
Dit proces-verbaal houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
Op 28 augustus 2017 had ik, verbalisant, dienst aan de balie van het politiebureau te Zaandijk. Omstreeks 20.20 uur zag ik een man de hal van het bureau binnenkomen. Ik hoorde de man tegen mij zeggen dat hij aangifte wilde doen omdat hij werd afgeperst.
Ik heb de gegevens van de man opgezocht in de politiesystemen en zag dat de man genaamd
was: [slachtoffer] , geboren [geboortedatum] .
Ik hoorde dat de mobiel telefoon van [slachtoffer] overging. Het tijdstip was omstreeks 20.30 uur. Ik zag dat [slachtoffer] zijn telefoon pakte en dat hij mij het scherm toonde. Ik zag dat hij werd gebeld door een anoniem nummer. Ik hoorde [slachtoffer] zeggen dat “ze” dat waarschijnlijk waren. Hij vroeg mij of hij het gesprek kon aannemen. Ik heb daarop bevestigd geantwoord. Ik hoorde aan de andere kan van de lijn een mannenstem. Ik kan de stem omschrijven als een zware stem. Ik heb flarden van het gesprek opgevangen zoals: “ik bel je om te horen hoe jij het gaat doen”, “ik verwacht je zo bij de zaak”, “je gaat nu wijs lopen doen dan”, “vanmiddag kon je het wel”.
- Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 28 november 2017 (dossierpagina’s 321-322)
Dit proces-verbaal houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
Uit analyse van de historische verkeersgegevens over het telefoonnummer [telefoonnummer] , in gebruik geweest bij aangever [slachtoffer] , bleek dat er op 28-08-2017 te 20:34 uur een gesprek van 134 seconden heeft plaatsgevonden met het telefoonnummer [telefoonnummer] . Het telefoonnummer [telefoonnummer] was op voormelde dag vermoedelijk in gebruik bij de verdachte [verdachte] .
- Een schriftelijk bescheid, inhoudende een afdrukrapport van het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie d.d. 1 september 2017 (dossierpagina 251)
Dit afdrukrapport houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
Telefoonnummer [telefoonnummer]
Achternaam: [achternaam]
Straat: [adres]
Woonplaats: [woonplaats]
- Een proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer] , opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 31 augustus 2017 (dossierpagina’s 27-30)
Dit proces-verbaal houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
V: Eén van je medewerkers zou die Surinamer kennen of kunnen omschrijven. Wie is die medewerker?
A: [getuige] weet dat. Hij had onderzoek via Facebook gedaan en was er achter gekomen dat die man [verdachte] heet en mogelijk in [woonplaats] woont. [verdachte] was de man die constant het woord voerde en duidelijk de leiding had.
V: Je spreekt over drie mannen die in jouw zaak waren. Kun je die stuk voor stuk beschrijven en uitleggen wat hun rol was die maandag?
A: Ja.
Man 1: Dit is dan [verdachte] .
Man 2: Dit was die dikke man. Hij heeft bijna niets gezegd. Hij noemde alleen het bedrag dat [medeverdachte 1] wilde hebben. Deze man heet [medeverdachte 2] . Hij zit vol met tatoeages, ook in zijn gezicht.
Man 3: dit was een soort loopjongen. Hij heeft niets gezegd.
V: Hoe heb je maandag gereden naar de geldautomaat toe?
A: Ik reed in een gele Ford Ka met reclame van de garage erop. De jongen die als laatste erbij kwam, ging naast mij zitten. Ik heb gezien dat alleen de Audi Q7 achter mij aanreed. [medeverdachte 2] zat achter het stuur; [verdachte] zat naast hem. [medeverdachte 1] zat kennelijk achterin.
- Een proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer] door de rechter-commissaris d.d. 13 maart 2018 (los opgenomen)
Dit proces-verbaal houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
Toen ik op het bedrijf aankwam stonden de mannen bij mij aan de bar. Het waren [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] . Ik was met name met [verdachte] aan het onderhandelen. Hij voerde namens de anderen het woord. Ik moest gaan pinnen en dan 10.000 euro betalen. Dit moest van hen, [verdachte] kwam met dit idee. Toen wij weer bij het bedrijf terug waren, zijn wij weer aan de bar gaan zitten.
Het klopt dat ik een klap heb gehad. Dat was tijdens ons eerste gesprek aan de bar. Het was een klap met de platte hand.
- Een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] , opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 31 augustus 2017 (dossierpagina’s 33-36)
Dit proces-verbaal houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
Op 28 augustus 2017 omstreeks 15.00 uur was ik aan het werk in garage “ [garage]
”, gevestigd in Loenersloot. Mijn baas, [slachtoffer] , was op dat moment elders.
Ik zag hierna dat vier mannen het terrein op kwamen lopen en naar binnen kwamen. Ik zag dat [medeverdachte 1] één van de mannen was; hij is de halfbroer van [slachtoffer] . Een hele grote man vroeg aan mij waar [slachtoffer] was. Ik heb [slachtoffer] gebeld. Na ongeveer een half uur kwam [slachtoffer] op het bedrijf aan. Ik zat toen weer in het kantoor. Ik hoorde dat die grote geld man geld eiste van [slachtoffer] . [medeverdachte 1] , die grote man en die dikke man waren toen binnen.
Ik ben verder gegaan met mijn werkzaamheden. Toen ik daarvan terugkwam zag ik dat [slachtoffer] en die mannen weg waren. Kort hierop zag ik dat [slachtoffer] en de mannen weer terugkwamen het pand in. Ik hoorde zeggen dat [slachtoffer] niet kon pinnen bij de bank. Ik hoorde ook spreken over een bedrag van € 10.000,= en even later over een bedrag van € 20.000=. Ik heb die grote man tegen [slachtoffer] horen zeggen dat hij veel van [slachtoffer] wist. Uit de hele gang van zaken maak ik op dat die grote man de leiding had. Hij voerde het woord vanaf het begin. Hij is, naast [medeverdachte 1] , de enige die het woord voerde. Die dikke man met de tatoeages heet [medeverdachte 2] . De grote man, die het woord voerde, is [verdachte] .
- Een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] door de rechter-commissaris d.d. 13 maart 2018 (los opgenomen)
Dit proces-verbaal houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
[verdachte] heb ik de eerste of de tweede keer horen zeggen: “Je moet gaan betalen, linksom of rechtsom, dat geld komt er”. Hij zei ook: “We komen hier niet voor niets”.
- Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 5 september 2017 (dossierpagina’s 94-103)
Dit proces-verbaal houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
Op 4 september2017, werd voor de aanhouding van [verdachte] (geboren [geboortedatum] ) binnengetreden in de woning aan de [adres] .
Tijdens de doorzoeking werden onder meer het volgende in beslag genomen:
Munitie en 3 vuurwapens.
Een lijst met een nadere specificatie van de in beslag genomen voorwerpen is als bijlage bij dit proces-verbaal gevoegd.
Goed Omschrijving Vindplaats
Vuurwapen IJzeren pijp met patroon in het uiteinde Kapstok
Munitie Action tas met rode patronen In doos onder de kapstok
Vuurwapen Zwarte tas met daarin een vuurwapen Linkerkoffer motor buiten in de tuin Vuurwapen Zwarte tas met daarin handvuurwapen, Rechterkoffer motor buiten in de tuin.
- Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 4 september 2017 (dossierpagina’s 127-128)
Dit proces-verbaal houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
Op maandag 4 september 2017, was ik aanwezig in de woning gelegen aan liet [adres] . In de woning is woonachtig: [verdachte] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] .
Ik zag dat er achter de woning een achtertuin gelegen was. Ik zag dat de achtertuin was afgesloten doormiddel van een schutting en een poortdeur. Ik zag dat er in de tuin een motorfiets stond. Ik zag dat de motorfiets was voorzien van kenteken [kenteken] . Ik zag dat er op de motorfiets stickers zaten van de motorclub Satudarah. Ik zag deze bovengenoemde kenmerken van de motorfiets toen ik een afdekzeil van de motorfiets had afgehaald. Ik zag dat er aan beide zijde van de motorfiets, aan de achterzijde, twee koffers bevestigd waren. Ik zag dat er op beide koffers een slot gevestigd zat. Ik ben hierop de woning ingelopen, om een sleutel te zoeken. Ik zag op de eettafel in de woonkamer een sleutelhanger met een sleutel liggen. Ik heb deze sleutel gepast op de koffers op de motorfiets. Ik zag en voelde dat de sleutel in het sleutelgat ging. Ik zag dat beide koffers geopend konden worden met deze sleutel.
In de koffer, aan de rechterzijde van de motorfiets trof ik een zwarte tas aan. In de zwarte tas zag een vuurwapen liggen. Ik zag naast dit vuurwapen een demper liggen. Ik zag naast deze goederen een doosje met munitie liggen.
In de koffer, aan de linkerzijde van de motorfiets trof ik een zwarte tas aan. In de zwarte tas trof ik een plastic boodschappen tas aan van winkelketen Dekamarkt. Ik zag dat er in deze tas twee voorwerpen lagen. Ik zag dat deze voorwerpen verpakt waren in zwarte rubber handschoenen. Ik zag aan het model dat dit voorwerp op een revolver leek. Ik zag en voelde dat er in de andere zwarte handschoen munitie zat.
- Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 5 oktober 2017 (dossierpagina’s 211-212)
Dit proces-verbaal houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
Op 4 september 2017 werd in de gemeente Zaanstad een voorwapen, te weten twee delen (gas)pijp met hagelpatroon in beslag genomen.
Nader onderzoek wijst mij verbalisant uit dat het voorwerp een vuurwapen betreft. De binnendiameter van de loop is zodanig groot dat hierin een kaliber 12 (jachtpatroon) kan worden geschoven/geplaatst. Het afvuren van het wapen geschiedt als volgt: Men plaatst een patroon in de loop en steekt de loop met het gedeelte waarin de patroon is geplaatst in het afvuurmechanisme. Men richt het geheel op een doel en brengt de loop en het afvuurmechanisme met kracht naar elkaar toe (inschuiven). De vaste slagpin zal het in de patroon aanwezige slaghoedje raken en het schot gaat af. Het wapen is door mij praktisch op zijn werking getest. Het wapen werkte naar behoren.
Gezien het vorenstaande is dit voorwerp een vuurwapen, in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie.
- Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 16 oktober 2017 (dossierpagina’s 217-218)
Dit proces-verbaal houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
Op 6 september 2017 werd te Zaanstad een vuurwapen met munitie in beslag genomen, bijzonderheden revolver met munitie in handschoenen/sok verpakt.
Nader onderzoek wijst mij verbalisant uit dat het voorwerp een vuurwapen betreft. Het is een vuurwapen in de vorm van een revolver. Het model van dit wapen is; “Lady Rossi”.
Gezien het vorenstaande is dit voorwerp een vuurwapen, in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie.
Bij het wapen tref ik tien (10) scherpe kogelpatronen in het kaliber “.38 special” aan. Deze munitie is in goede staat en gebruik gereed. Dit is munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2 Categorie III van de Wet Wapens en Munitie.
- Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 16 oktober 2017 (dossierpagina’s 224-227)
Dit proces-verbaal houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
Op 6 september 2017 werd in de gemeente Zaanstad een wapen in beslag genomen met geluiddemper, gevuld magazijn, en munitie. Nader onderzoek wijst mij verbalisant uit dat het voorwerp een vuurwapen betreft. Het is een vuurwapen in de vorm van een machinepistool.
Gezien het vorenstaande is dit machinepistool een automatisch-vuurwapen, in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1, categorie II onder 2 van de Wet Wapens en Munitie.
Bij het wapen tref ik een aantal patronen/ munitie aan.
Deze patronen, kogelpatronen in het kaliber 9x19 millimeter (9 para) zijn voorzien van diverse bodemstempels. Zevenentwintig (27) kogelpatronen zijn voorzien van diverse bodemstempels. Tevens tref ik aan een plastic zak met daarin Eenentwintig (21) kogelpatronen welke zijn voorzien van diverse bodemstempels.
Verder tref ik aan een munitie doosje. In dit doosje tref ik aan vijftig (50) kogelpatronen.
Deze patronen zijn in goede staat en gebruik gereed.
Deze munitie is geschikt om met bovenomschreven vuurwapen te worden verschoten.
Dit is munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2 Categorie III van de Wet Wapens en Munitie.
Bij het wapen tref ik verder een geluiddemper aan. Nader onderzoek wijst mij verbalisant uit dat het voorwerp een geluiddemper voor een vuurwapen betreft. Deze geluiddemper is een niet in het vuurwapen geïntegreerd voorwerp en bestemd om op de loopmonding van voornoemd machinepistool geschroefd te worden. Deze geluiddemper is bestemd en geschikt om te bewerkstelligen dat het geluid van het afgaan van het schot wordt gedempt.
Juridische omschrijving;
Gezien het vorenstaande is dit voorwerp een wapen, in de zin van artikel 2 lid 1, categorie I onder 3 van de Wet Wapens en Munitie.