In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, gedateerd 12 maart 2019, wordt de verlening van een vergunning op basis van de Wet natuurbescherming voor de uitbreiding van een jachthaven behandeld. Het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland verleende op 16 juni 2015 een vergunning aan een derde partij voor de herinrichting en uitbreiding van Jachtwerf/Jachthaven [naam jachthaven 1]. Dit besluit werd door eisers, die zich verzetten tegen de uitbreiding, aangevochten. De rechtbank behandelt de argumenten van eisers, die stellen dat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar de feitelijke situatie van de jachthaven en dat de vergunning niet voldoet aan de vereisten van de Wet natuurbescherming. De rechtbank concludeert dat de vergunning terecht is verleend, omdat het bestaande gebruik van de jachthaven als legaal wordt beschouwd en de beoordeling van de stikstofdepositie adequaat is uitgevoerd. De rechtbank oordeelt dat de eisers niet hebben aangetoond dat de vergunning in strijd is met de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied. De rechtbank verklaart het beroep van eisers ongegrond en bevestigt de beslissing van het college van gedeputeerde staten.