ECLI:NL:RBNHO:2019:1866

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 januari 2019
Publicatiedatum
7 maart 2019
Zaaknummer
284227
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Conservatoire maatregel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot conservatoir beslag op onverdeeld aandeel in een renpaard

In deze zaak heeft verzoeker op 29 januari 2019 een verzoekschrift ingediend bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, met het verzoek om verlof tot het leggen van conservatoir beslag op een onverdeeld aandeel in het renpaard [paard G], evenals op het bijbehorende originele FEI paspoort. Daarnaast vroeg verzoeker om te bepalen dat het paard in gerechtelijke bewaring zou worden gesteld. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat verzoeker niet voldoende onderbouwd heeft welk soort beslag gelegd zou moeten worden en op welke wettelijke grondslag dit gebaseerd is.

Verzoeker en de gerekwestreerde zijn beide voor 50% eigenaar van het renpaard [paard G]. Verzoeker stelt dat er een overeenkomst is tussen partijen dat de gerekwestreerde haar aandeel in het paard na de koerscarrière zou overdragen aan verzoeker. Verzoeker vreest dat de gerekwestreerde haar aandeel al voor het einde van de koerscarrière zal vervreemden en vraagt om beslag om dit te voorkomen. Hij verwijst naar de artikelen 3:166 en 3:168 van het Burgerlijk Wetboek als basis voor zijn verzoek.

De voorzieningenrechter oordeelt echter dat verzoeker niet heeft aangetoond welk type beslag hij verzoekt en op welke wettelijke basis dit verzoek steunt. Hierdoor wordt het verzoek afgewezen. De beschikking is gegeven door mr. L.J. Saarloos en openbaar uitgesproken op 30 januari 2019.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
Zittingsplaats Alkmaar
zaaknummer / rekestnummer: C/15/284227 / KG RK 19-74
Beschikking van de voorzieningenrechter van 30 januari 2019
in de zaak van
[verzoeker],
wonende te [plaats] ,
verzoeker,
advocaat mr. E.C.W. van der Poel te Alkmaar
en
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verzoeker],
gevestigd te [plaats] ,
gerekwestreerde.

1.De procedure

1.1.
Verzoeker heeft op 29 januari 2019 een verzoekschrift ingediend waarin hij verlof heeft gevraagd tot het leggen van conservatoir beslag op het onverdeeld aandeel in [paard G] alsook op het bij het paard behorende originele FEI paspoort en voorts te bepalen dat het paard in gerechtelijke bewaring wordt gesteld.
1.2.
Dat verlof is niet verleend. De voorzieningenrechter heeft verzoeker gevraagd om te onderbouwen wat de aard van het te leggen beslag was en op welke wettelijke grondslag dat was gebaseerd. In een aanvullend verzoekschrift heeft verzoeker een nadere toelichting gegeven.

2.De beoordeling

2.1.
Uit het verzoekschrift en de door verzoeker overgelegde stukken blijkt het
volgende.
Verzoeker en gerekwestreerde zijn beide voor 50% eigenaar van het renpaard [paard G] . Verzoeker stelt dat partijen zijn overeengekomen dat gerekwestreerde na het einde van de koerscarrière van [paard G] haar eigendom zou overdragen aan verzoeker. Zodra vervolgens een eerste veulen zou worden geboren, zouden partijen daarvan weer beide 50% eigenaar zijn.
2.2.
Verzoeker stelt en heeft voldoende onderbouwd dat gerekwestreerde zich vrij acht en van plan is haar aandeel in [paard G] al voor het einde van haar koerscarrière te vervreemden. Om te voorkomen dat gerekwestreerde daartoe overgaat, dient er beslag op het aandeel van gerekwestreerde te worden gelegd. Verzoeker verwijst daartoe naar de artikelen 3:166 en 3:168 BW. Verzoeker zal vervolgens in kort geding vorderen dat gerekwestreerde geen beschikkingshandelingen mag verrichten, totdat in een eveneens nog te starten bodemprocedure de afspraken tussen partijen zijn komen vast te staan.
2.3.
Met het voorgaande heeft verzoeker naar het oordeel van de voorzieningenrechter
niet onderbouwd wat voor soort beslag verzocht wordt en op welke wettelijke grondslag dat
is gebaseerd.
2.4.
Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter:
3.1.
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. L.J. Saarloos, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken op 30 januari 2019. [1]

Voetnoten

1.LS/LK