ECLI:NL:RBNHO:2019:1622
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Mateman
- M. Goedhuis-Visser
- H. Brouwer
- Rechtspraak.nl
Vordering tot tenuitvoerlegging van voorwaardelijke gevangenisstraf en omzetting naar taakstraf
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 26 februari 2019 uitspraak gedaan over een vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf. De veroordeelde, geboren in 1979, had een voorwaardelijke gevangenisstraf van 5 maanden opgelegd gekregen bij een eerder vonnis van 7 augustus 2017, wegens overtredingen van de Opiumwet en de Wet wapens en munitie. De officier van justitie vorderde de tenuitvoerlegging van deze straf, omdat de veroordeelde de aan de voorwaardelijke straf verbonden bijzondere voorwaarden niet had nageleefd. De rechtbank heeft de zaak behandeld op een openbare zitting op 12 februari 2019, waarbij de veroordeelde niet aanwezig was, maar vertegenwoordigd werd door zijn raadsvrouw, mr. M.H. Aalmoes.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde onvoldoende heeft meegewerkt aan de voorwaarden die aan zijn voorwaardelijke straf waren verbonden. De reclassering had in een rapport aangegeven dat het recidiverisico hoog was en dat de veroordeelde niet aan de meldplicht had voldaan. De rechtbank heeft, na het horen van de standpunten van de officier van justitie en de raadsvrouw, besloten om de gevangenisstraf om te zetten in een taakstraf van 100 uren, in plaats van de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank oordeelde dat de omstandigheden van de veroordeelde, waaronder zijn motivatie en de druk vanuit justitie, in overweging moesten worden genomen. De taakstraf moet binnen een jaar worden voltooid, en bij niet-naleving kan deze worden omgezet in 50 dagen hechtenis.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter mr. M. Mateman en de rechters mr. M. Goedhuis-Visser en mr. H. Brouwer, in aanwezigheid van griffier C.A. de Koning.