Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1],
[eiser 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 24 juli 2019
- het herstelvonnis van 31 juli 2019
- de akte van [eiser 1] en [eiser 2]
- de akte van [gedaagde].
2.De verdere beoordeling
in conventie en reconventie
3.De beslissing
4.De beslissing
- de deskundige dient
- de griffie zal de opgave van de deskundige vervolgens toezenden aan partijen
- partijen kunnen desgewenst
- indien niet of niet tijdig bezwaar wordt gemaakt, wordt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige reeds nu voor alsdan vastgesteld op het door de deskundige begrote bedrag
- indien wel tijdig bezwaar wordt gemaakt, zal het voorschot worden vastgesteld bij afzonderlijke rechterlijke beslissing,
- de griffie aan de deskundige een brief zal toesturen met informatie over de totstandkoming van deskundigenrapporten,
- de deskundige het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dient aan te vangen,
- de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
- uit het schriftelijk rapport moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
- de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover opmerkingen te maken, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,