Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
GEM Bloemendalerpolder C.V., te Amsterdam, gemachtigde: mr. J.C. Ellerman.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 17 september 2019 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van Stichting Flora & Faunabescherming tegen Gedeputeerde Staten van Noord-Holland en de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord. Het verzoek betreft een ontheffing op grond van de Wet natuurbescherming (Wnb) voor vier locaties in de Bloemendalerpolder. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de ontheffing is verleend aan de derde-partij, GEM Bloemendalerpolder C.V., voor een aantal diersoorten en dat verzoekster bezwaar heeft gemaakt tegen dit primaire besluit. Tijdens de zitting op 11 september 2019 is de zaak behandeld, waarbij verzoekster en de gemachtigden van verweerder en derde-partij aanwezig waren.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht een voorlopige voorziening kan worden getroffen als dat met spoed nodig is. De rechter heeft vastgesteld dat verzoekster als belanghebbende kan worden aangemerkt en dat er sprake is van een spoedeisend belang. De rechter heeft echter geconcludeerd dat de veegontheffing geen afbreuk doet aan de gunstige staat van instandhouding van de betrokken diersoorten. De voorzieningenrechter heeft de argumenten van verzoekster, die stelde dat de gunstige staat van instandhouding in geding is, niet overtuigend geacht. De voorzieningenrechter heeft uiteindelijk het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, zonder proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.