1STK Trui Kl: zwart, heren, 801855
Heft op het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. P.H.B. Littooy, voorzitter,
mr. N.O.P. Roché en mr. E.G. van Roest, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. T.A.F. Pomper,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 5 december 2019.
mr. T.A.F. Pomper is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
De hierna vermelde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
De bewijsmiddelen zijn, ook in onderdelen, telkens slechts gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben.
De genoemde geschriften zijn slechts gebruikt in verband met de inhoud van de overige bewijsmiddelen.
De verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd, onder meer inhoudende:
Ik heb hem in de auto (…) een paar keer (…) op zijn hoofd geslagen.
In het Twiske wilden wij eerst gaan praten, maar dat wilde hij niet. Daarna is hij weggerend. Daarna heb ik hem in het park een paar keer geslagen, nadat wij achter hem aan zijn gerend.
(…) We hebben hem vastgepakt en toen hebben wij hem geslagen. Daarna is hij op de grond beland. Ik heb hem (…) geslagen en geschopt. Dat was nadat we hem hadden vastgepakt.
Een proces-verbaal van bevindingen (pagina 138-139). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als relaas van bevindingen van [verbalisanten]
, dan wel een van hen:
Op woensdag 13 september 2017 omstreeks 13.50 uur kregen wij de opdracht te gaan naar de [adres] te Zaandam, gemeente Zaanstad. Aldaar zou een inbreker op heterdaad betrapt zijn en in de achtertuin op de grond gehouden worden door een aantal personen.
(…) Toen wij ter plaatse kwamen zagen wij personen in de achtertuin van de [adres] te Zaandam staan. Zij gaven op te zijn:
(…) - [verdachte] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] . Hij legitimeerde zich met een Bulgaarse identiteitskaart;
- [medeverdachte 2] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] . Hij legitimeerde zich met een Bulgaarse identiteitskaart;
- [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] . Hij legitimeerde zich met een Nederlands rijbewijs.
Een proces-verbaal van bevindingen (pagina 150-151). Dit proces-verbaal houdt– zakelijk weergegeven – onder meer in als relaas van bevindingen van [verbalisant]
:
Op 13 september 2017 kreeg ik de opdracht te gaan naar [adres] te Zaandam.
(…) Op dezelfde dag kwam ik ter plaatse op de [adres] te Zaandam. Ik werd door een man gewenkt die in de opening stond van de achtertuin van genoemde woning. (…) Ik ben vervolgens de woning in gegaan.
Ik kwam toen terecht in de woonkamer. Ik zag toen links van mij een man op zijn knieën zitten. (…) Ik zag dat deze man letsel had aan zijn gezicht en handen. Ik zag daarnaast dat deze man een hoofdwond had die bloedde. Ik zag dat de man witte tape om zijn rechterhand had. Ik zag dat deze man mij verdwaasd aankeek, net of hij in shock was. Ik heb vervolgens direct over de portofoon gevraagd om een ambulance.
(…) De gewonde man legitimeerde zich met een Bulgaarse Identiteitskaart.
Zijn gegevens:
[aangever] , geboren [geboortedatum] te [geboorteplaats] .
Een proces-verbaal van verhoor [aangever] (los opgenomen in het dossier). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 16 april 2018 door [aangever] ten overstaan van de rechter-commissaris afgelegde verklaring:
Op 13 september 2017 was ik in het ziekenhuis om mijn hand te laten hechten. [medeverdachte 1] was daarbij. Ik heb samen met [medeverdachte 1] het ziekenhuis verlaten. Wij liepen richting een busje.
(…) Nadat ik was ingestapt ben ik direct geslagen.
De auto waar ik in stapte was een werkvoertuig met een dubbele cabine. Er was een voorbank en een achterbank. (…) Ik zat op de achterbank. Naast mij zat [medeverdachte 1] . [medeverdachte 2] bestuurde het busje. Volgens mij heet hij [medeverdachte 2] . [verdachte] zat rechts naast de chauffeur.
Van het ziekenhuis zijn we naar het Twiske gereden. (…) In de auto ben ik door [verdachte] en [medeverdachte 1] geslagen. [verdachte] is daarbij voorin blijven zitten. Hij draaide zich om en sloeg me van de passagiersstoel. Ik ben geraakt op mijn gezicht en op mijn handen. Ik heb me afgeweerd. Ze probeerden mij overal te raken. Overal waar je iemand kunt raken. Ze sloegen met hun rechtervuist.
(…) Na het Twiske ben ik teruggebracht naar het huis. (…) Ze hebben mij toen verteld dat ze de politie gingen roepen en dat ik moest vertellen dat ik had ingebroken. (…) Ze zeiden dat ik tegen de politie moest zeggen dat ik betrapt was bij het inbreken en dat ze me daarom hadden geslagen.
Toen we in het Twiske waren aangekomen hebben ze mij uit de auto laten stappen. Ze hebben me direct geslagen. Met ze bedoel ik [verdachte] en [medeverdachte 1] .
(…) In het Twiske ben ik door [verdachte] en [medeverdachte 1] geslagen en gestompt. Ze sloegen mij met hun vuisten. Dat was vlak naast de bus. Ik ben ook door hen geschopt. (…) Ik kon niet blijven staan. Ik ben op de grond gevallen. Toen ik op de grond lag ben ik ook geslagen en geschopt. Ik ben over het hele lichaam geraakt. Ik ben ook tegen mijn hoofd geraakt.
(…) Het klopt dat ik op enig moment even kon ontsnappen. Ik kon weglopen. Ik heb een meter of 50 á 100 gerend. Ze kwamen me meteen achterna en hebben me weer vastgegrepen en terug naar de bus gebracht. Daarna ben ik weer geslagen en geschopt. Op weg terug naar de bus hebben ze me ook geslagen en geschopt. Dat deden [medeverdachte 1] en [verdachte] . (…) Ik werd bijna direct weer door hen gepakt.
(…) Terwijl ik werd geslagen riepen ze tegen mij dat ik weg uit Nederland moest. Ze zeiden dat ze me zouden vermoorden. (…) Toen ze me schopten tegen mijn buik kon ik geen adem meer krijgen. Het was toen net of ik buiten bewustzijn was.
Op enig moment hebben ze me weer in de bus laten stappen. Toen hebben ze gezegd dat we naar het huis van [verdachte] zouden gaan en dat ze daar de politie gingen bellen.
(…) Van het Twiske zijn we naar Zaandam gereden. Ik ben toen niet meer geslagen. Ze bespraken hoe ze hiervan af konden komen. Ik heb gezegd: “Laat me uitstappen”. Ik heb gezegd dat als ze me zouden laten gaan ik niet de politie zou bellen. Ik heb dit al gezegd in het Twiske. Ze wilden dit niet.
(…) Toen we bij de woning aankwamen ben ik via de tuin naar de woonkamer gelopen. (…) [verdachte] heeft mij op de grond laten zitten. [medeverdachte 1] was met de politie aan het bellen. In de woning ben ik niet geslagen. Even daarvoor ben ik nog wel geslagen.
(…) U vraagt mij in welke volgorde wij voor de woning uit het busje zijn gestapt.
Ik zat weer met [medeverdachte 1] achterin. Hij is uitgestapt en heeft mij vastgepakt. Na mij zijn [verdachte] , [naam] en [medeverdachte 2] uitgestapt. Ik ben toen vrijwel direct van achteren geslagen.
In het ziekenhuis is [medeverdachte 1] naar mij toegekomen. (…) Ik ben na de operatie samen met [medeverdachte 1] naar buiten gelopen. [medeverdachte 1] zei dat we naar [naam] zouden gaan. (…) In het busje werd me meteen duidelijk dat we niet naar [naam] zouden gaan. Ze zeiden niets, maar begonnen direct te slaan. (…) Als ik had geweten dat ik naar het Twiske zou worden gebracht, was ik nooit meegegaan. Ik ben in de auto een paar keer geslagen.
Mr. Polat vraagt mij of ik heb gezegd dat ze me niet meer wilden slaan.
Natuurlijk. Toen sloegen ze weer. Ik zei: “Niet doen, niet doen”. Ik zei ook nog dat mijn hand gehecht was en dat mijn hechtingen eruit konden springen. Tijdens de rit begreep ik dat we naar het Twiske zouden gaan. Dit werd voor in de auto besproken. Iemand zei: “Rijdt maar naar het Twiske”. [medeverdachte 2] en [verdachte] hebben dat met z’n tweeën besproken.
De officier van justitie vraagt mij of ik vrijwillig na het Twiske weer in het busje ben gestapt. Ik vind dat een rare vraag. Ik ben ongeveer anderhalf uur geslagen. Kun je dan nog vrijwillig instappen? Welke keuze heb je? Ze hebben mij laten instappen. Ze hebben mij vastgepakt en in de auto gezet. Ik had op dat moment de kracht niet meer om dat zelf te doen. Ik kon niet meer op mijn eigen benen staan.
(…) Toen we bij de woning in Zaandam aankwamen hebben ze me laten uitstappen en naar de woning gebracht. Ik had niet de kans om weg te lopen. Ik was daar fysiek niet toe in staat.
Een proces-verbaal van verhoor aangever (pagina 181-185). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 27 september 2017 door [aangever]
ten overstaan van [verbalisant] afgelegde verklaring:
A: Of [medeverdachte 1] of [verdachte] belde mij op mijn gsm. (…) Ik vertelde hem dat ik in het Lucas Andreas Ziekenhuis in Amsterdam was voor de behandeling van een wond aan mijn hand. Toen ik in de behandelkamer was kwam [medeverdachte 1] de behandelkamer ineens binnen.
(…) V: Toen u klaar was bij de eerste hulp afdeling is [medeverdachte 1] met u meegelopen naar buiten. Wist u toen wat er zou gebeuren?
A: Nee.
(…) V: Dan komen jullie bij de bestelbus. En dan?
(…) A: Ik zag [medeverdachte 2] achter het stuur zitten. [verdachte] zat voorin naast [medeverdachte 2] . [medeverdachte 1] kwam naast mij zitten. Toen de deur was dichtgetrokken begonnen [medeverdachte 1] en [verdachte] mij te slaan. Zowel [medeverdachte 1] als [verdachte] sloegen mij met hun vuisten op mijn lichaam. De meeste stompen kwamen op mijn gezicht terecht.
(…) V: Kan jij vertellen hoe lang dat slaan duurde?
A: Toen wij begonnen te rijden totdat wij in het Twiske stopte sloegen [verdachte] en [medeverdachte 1] mij.
(…) V: Waarom bent u niet weggerend?
A: Wanneer dan... Ik zat tegen het raam. [medeverdachte 1] zat aan de deurkant. Ik zat klem. [verdachte] sloeg van voren naar achteren en [medeverdachte 1] sloeg mij van opzij. Ik was niet bezig met vluchten. Ik was bezig de stompen te ontwijken.
(…) V: Kon u onderweg niet uit de bus vluchten?
A: Nee. Ik zat tegen de zijkant van de bus geduwd. Ik kon geen kant op. Ik kon zeker de bus niet uit want ik werd geslagen, hard geslagen, met hun vuisten, op mijn hoofd en mijn lichaam. Daarbij zat de deur aan de kant van [medeverdachte 1] , niet aan mijn kant.
V: Dan stopt de bus in het Twiske. Wat gebeurt er dan?
(…) A: De broertjes begonnen mij direct weer te schoppen en te slaan. Ik weet dat ik ook een trap op mijn hand kreeg. Dat was de hand waar net door de dokter 15 hechtingen in waren gezet. Ik voelde echt een enorme pijn van die schop. Toen ik in het Zaans Medisch Centrum lag, na het incident, heeft de dokter het verband van mijn hand gehaald. Hij vertelde mij dat alle hechtingen los waren geraakt. Alle hechtingen zijn door de dokter opnieuw in mijn hand gezet.
V: Kon u tijdens deze schoppen en stompen wegrennen?
A: Ja. Ik weet niet precies hoever ik ben weggerend, ik denk 50 meter a 100 meter. [verdachte] en [medeverdachte 1] renden achter mij aan. Zij pakten mij vast. Ik weet niet wie van de twee dat was. Weer kreeg ik klappen, stompen.
V: En toen?
A: Ik kreeg opnieuw klappen, veel klappen. Ik hield mijn handen voor mijn hoofd. Ik weet dat ik iets voorover gebogen stond. Ineens kreeg ik hevige pijn in mijn ribbenkast. Ik zag een schoen en een broek. Ik weet zeker dat ik een schop in mijn ribbenkast kreeg. Ik weet zeker dat het geen stomp was. Ik kreeg de schop op mijn ribbenkast, aan mijn rechterzijde. Ik viel in ademnood op het gras. (…) Ik heb even in het gras gelegen. Ik ben door, ik weet niet precies wie, tegen de bestelbus rechtop getild. Daarna zijn wij naar Zaandam gereden.
V: Ik zal jou een foto laten zien die wij op een (1) van de telefoons hebben aangetroffen. Wat kan jij over verklaren ?
A: Dit is precies wat ik zojuist vertelde. Hier heb ik net de schop gekregen.
(…) V: En dan?
A: Ik ben in de woning op de begane grond gebleven. Ik moest op mijn knieën op de grond gaan zitten. Van [verdachte] kreeg ik nog klappen met zijn vuist in mijn gezicht, op mijn achterhoofd, mijn lichaam, overal. [medeverdachte 1] belde de politie.
(…) V: [medeverdachte 2] . Wat heeft hij gedaan in dit incident?
A: Sturen in de bestelbus.
Een schriftelijk bescheid (pagina 178-180), inhoudende een ander geschrift (een letselverklaring van 13 september 2017) als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef, onder 5°, van het Wetboek van Strafvordering, met onder andere de volgende inhoud:
Lichamelijk onderzoek
HH: brilhematoom bdz, (…) forse zwelling orbitabodem en zygoma bdz, snijwond thv orbitabodem links als rechts, met name drukpijn gehele orbita links> rechts en zygoma bdz, tevens wond BHH links iets wijkend ongeveer 3-4 cm
(…) - rechter hand: over duimmuis forse snijwond van 5cm, deze wond is vanochtend in het OLVG gehecht en de wond is weer open gesprongen
- linker hand: basis dig 1 kleine circelvormige snijverwonding
Aanvullend onderzoek
(…) CT-aangezicht: Blow-out fractuur van de orbita links met fracturen van de orbitabodem en mediale orbitawand, enig lucht in de orbita, alsmede fracturen van de linker sinus maxillaris voorwand, mediale wand en posterolaterale wand met enig lucht in de weke delen
Diagnose
status na mishandeling waarbij:
1. trauma capitis
2. blow-out fractuur orbita links zonder nu acute indicatie voor een operatieve behandeling
3. snijwonden BHH en aangezicht
4. snijwond rechter hand en linker duim
Een proces-verbaal van verhoor verdachte (los opgenomen in het dossier). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 15 september 2017 door [medeverdachte 2] ten overstaan van de rechter-commissaris afgelegde verklaring:
Het klopt dat ik [aangever] mee heb genomen in mijn bus en hem naar het park heb gereden. (…) Ik was daar met [verdachte] en [medeverdachte 1] .
(…) Vanuit het park zijn [verdachte] , [medeverdachte 1] en ik naar de woning van [verdachte] in Zaandam gereden.
Een proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 2] (pagina 36-46). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 14 september 2017 door [medeverdachte 2] ten overstaan van [verbalisanten] afgelegde verklaring:
V: U bent gisteren, 13 september 2017 op de [adres] te Zaandam aangehouden door de politie. (…) V: Welke auto reed jij in?
A: Bedoeld u de auto van gister? Mercedes Vito bordeaux rood, het [kenteken] .
(…) A: Ik was de bestuurder, [verdachte] bijrijder, achter mij de dief, rechtsachter zat [medeverdachte 1] .
(…) V: En aan uw kant, aan de bestuurderszijde, zit er een deur voor de achterbank?
A: Dit is alleen één zijdeur aan de rechterkant.
V: Dus aan de kant waar hij zat kon hij niet het voertuig verlaten?
A: Nee, aan de kant waar de dief zat is geen deur.
(…) V: Dan wordt er voorgesteld om buiten de auto te gaan om het uit te praten in een park. (…) Jullie kwamen daar, jij hebt gezegd de dief rende weg, vertel eens hoe dit ging?
A: Op het moment dat zij uit de bus gingen, ging de deur dus los, hij hing los. Iedereen was toen bezig met de deur en rende de dief weg.
V: En toen?
A: Ik ben bij de deur gebleven om deze in orde te maken. Alles is snel gegaan, niet één a twee minuten later kwamen ze met ze drieën aangelopen.
V: Wie is ze?
A: [verdachte] , [medeverdachte 1] en de dief.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte (pagina 103-110). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 26 september 2017 door [verdachte] ten overstaan van [verbalisanten] afgelegde verklaring:
V: Wat kunt u verklaren over de gebeurtenissen van woensdag 13 september 2017?
(…) A: Ik hoorde dat hij zei dat hij in het Lucas Andreas ziekenhuis was. Wij zijn er toen naar toe gegaan.
V: Wie zijn wij?
A: Mijn broer [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] .
V: Hoe bent u daar naartoe gegaan, was dat met een auto?
A: Mercedes Vito, bordeaux rood van kleur.
V: Wie reedt er in deze auto en wie zaten er in de auto?
A: [medeverdachte 2] .
(…) V: Jullie vertrekken vanaf het ziekenhuis. Waar gaan jullie heen? Met wie?
A: We gaan naar het Twiske. Ik en [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [aangever] .
V: Wat gebeurt er in het Twiske?
A: (…) Ik heb een paar klappen gegeven. (…) Daarna heb ik hem naar mijn woning gebracht.
(…) V: Hoe heb je geslagen?
A: Toen ik in de auto zat voorin, ik had mijn gordel om, heb ik hem zo naar achteren geslagen met mijn arm naar achter.
(…) V: We hebben een foto van [aangever] op een telefoon in het Twiske. Wat kun je daarover vertellen?
(…) A: Ja, we hebben een paar keer geslagen. Hier wilde hij wegrennen. We hebben hem weer gepakt en is hij op de grond gekomen.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte (pagina 73-79). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 28 september 2017 door [medeverdachte 1] ten overstaan van [verbalisant] afgelegde verklaring:
V: Wat kunt u verklaren over de gebeurtenissen van woensdag 13 september 2017?
A: (…) Mijn broertje [verdachte] belde mij op. Hij vertelde mij dat er een dief in zijn woning was geweest, een inbreker. (…) [verdachte] herkende die Bulgaarse jongen.
Ik heb die Bulgaarse jongen toen gebeld. Hij zei dat hij in het Lucas Andreas ziekenhuis in Amsterdam was. Wij zijn daar met drie mensen heengereden, [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] . In ziekenhuis heb ik met de inbreker gesproken. (…) Toen hij klaar was met de behandeling zijn wij naar de bus gelopen.
(…) Omdat mijn moeder met een van de kinderen van [verdachte] thuis was zijn wij naar het Twiske gereden om de zaak te bespreken.
In het Twiske heb ik de deur bus open gemaakt. Ik weet dat de man, de Bulgaarse inbreker, [aangever] heet. Hij rende direct weg. Ik was boos op [aangever] . Ik rende achter hem aan, hij stopte ineens. (…) Ik was boos op hem en heb hem toen geslagen.
(…) Wij zijn daarna naar huis van [verdachte] gereden om de politie bellen
(…) O: Ik, verbalisant, laat de foto zien waarbij [aangever] in het gras ligt, in het Twiske. Deze wordt als bijlage 2 bij het verhoor gevoegd;
V: Wat kan jij over deze foto verklaren?
(…) Ik heb hem geslagen. [verdachte] heeft hem geslagen. Het bloed komt van het slaan door ons.
(…) V: Heb jij [aangever] , samen met anderen, opzettelijk mishandeld?
A: Ja. Ik heb [aangever] twee of drie keer geslagen.
Een proces-verbaal aantreffen voertuigen (pagina 214-215). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als relaas van bevindingen van [verbalisanten] , dan wel een van hen:
Tijdens het uitkijken van de camerabeelden van recreatieschap het Twiske te Oostzaan bleek dat er een tweetal voertuigen bij het eerder genoemde incident betrokken waren. Deze voertuigen betroffen een roodkleurige Mercedes Vito voorzien van het Nederlandse [kenteken] en een zwartkleurige Mercedes ML320 voorzien van het Bulgaarse [kenteken] .
Naar aanleiding van de informatie over de voertuigen zijn wij in de omgeving van de [adres] te Zaandam gaan kijken of aldaar de voornoemde voertuigen zouden staan.
(…) Vervolgens reden wij de [adres] te Zaandam in. Dit betreft een zijstraat van de [adres] te Zaandam. Aldaar zagen wij in een parkeervak de voornoemde roodkleurige Mercedes Vito staan. Na het aantreffen hebben wij het voertuig inbeslaggenomen.
Een proces-verbaal Forensisch onderzoek plaats delict (pagina 407-411). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als relaas van bevindingen van [verbalisant] :
Inzake onderzoek PLUOT heb ik onderzoek verricht aan een inbeslaggenomen voertuig, te weten:
Goednummer: PL1100-2017190681-800612
Voertuig: Bestelauto
Merk/type: Mercedes-Benz 639 Vito 115 Cd
Kleur: Rood
Land: Nederland
[kenteken]
(…) Achterbank
(…) Op het raam bij de achterbank aan de bestuurderszijde zag ik meerdere bloedsporen welke voornamelijk bestonden uit bloedspatten.
(…) Onder het raam bij de achterbank aan de bestuurderszijde zag ik meerdere bloedspatten.
(…) Achter de hoofdsteun van de achterbank aan de bestuurderszijde zag ik op de afscheiding tussen het passagierscompartiment en de laadruimte meerdere bloedspatten.
(…) Op de achterkant van de bestuurdersstoel onder de hoofdsteun zag ik meerdere bloedsporen.
(…) Achter de gordel van de bestuurder zag ik op de kunststof bekleding van het voertuig meerdere bloedspatten.
(…) Voorstoelen
Boven het raam van het bestuurdersportier zag ik op de (dak)hemel meerdere bloedspatten.
(…) Op het gesloten zonneweringsklepje aan de bestuurderszijde zag ik een bloedspat, zie markering 8.