ECLI:NL:RBNHO:2019:1103

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
12 februari 2019
Publicatiedatum
12 februari 2019
Zaaknummer
15.207542.18 en 15/810006-17 (tul) (P)
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van bedrijfsinbraak met diefstal van een kluis met inhoud

Op 12 februari 2019 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van een bedrijfsinbraak. De inbraak vond plaats op 19 oktober 2018 in de coffeeshop De Groene Gaper te Hoofddorp, waar een kluis met een inhoud van ongeveer € 25.650 werd weggenomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. Tijdens de zitting op 29 januari 2019 heeft de officier van justitie bewezenverklaring gevorderd, terwijl de verdediging aanvoerde dat niet met voldoende zekerheid kon worden vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij de inbraak.

De rechtbank heeft op basis van bewijsmiddelen, waaronder camerabeelden en telecomonderzoek, geconcludeerd dat de verdachte één van de drie personen was die betrokken waren bij de inbraak. De verdachte werd kort na de inbraak aangehouden, en er werd een kluis in de auto aangetroffen. De rechtbank achtte de verklaring van de verdachte, dat hij thuis was en naar buiten ging om te roken, niet aannemelijk. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan diefstal door twee of meer verenigde personen met braak.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 150 dagen, waarvan 46 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. Daarnaast is er een taakstraf van 120 uren opgelegd. De rechtbank heeft ook een vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf toegewezen, waarbij de gevangenisstraf werd omgezet in een taakstraf. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, en de betrokken rechters hebben de zaak in tegenwoordigheid van de griffier behandeld.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15.207542.18 en 15/810006-17 (tul) (P)
Uitspraakdatum: 12 februari 2019
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 29 januari 2019 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1998 te [geboorteplaats] ,
voorheen gedetineerd in Justitieel Complex Schiphol te Badhoevedorp.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. S. Heij en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. M.A.J. van der Klaauw, advocaat te Haarlem, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 19 oktober 2018 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een kluis met inhoud (ongeveer € 25.650), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan De Groene Gaper, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Beoordeling van het bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat niet met voldoende mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat verdachte een van de inbrekers was en dat hij daarom van het hem ten laste gelegde moet worden vrijgesproken.
3.3
Oordeel van de rechtbank
3.3.1
Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van de bewijsmiddelen die in de bijlage bij dit vonnis zijn vervat.
3.3.2
Nadere bewijsoverweging
Op grond van de inhoud van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting stelt de rechtbank het volgende vast. Op 19 oktober 2018 omstreeks 04.24 uur komt bij aangeefster een melding van de alarmcentrale binnen dat het alarm van het pand aan de Graftermeerstraat te Hoofddorp, waarin de Groene Gaper is gevestigd, afgaat. Via camerabeelden ziet zij live op haar telefoon drie personen die kennelijk bezig zijn in te breken. Zij alarmeert direct de politie. Om 04.26 uur komt de melding binnen bij de politie, waarna direct op de melding wordt gereageerd. Verbalisanten zien om 04.33 uur een Volkswagen Golf met kenteken [kenteken] voor hen rijden die bij de kruising met de Kruisweg, N201, rechtsaf de Driemerenweg oprijdt. In de auto zitten drie personen en het valt verbalisanten op dat de auto de bocht erg langzaam neemt en laag in de vering hangt. Nadat de Volkswagen de Professor Eijkmanlaan in Haarlem in is gereden, komt de Volkswagen Golf uiteindelijk tot stilstand in de [adres] , de straat waar [verdachte] woont. Vanaf het moment dat de Volkswagen de Professor Eijkmanlaan in is gereden, tot het moment waarop hij tot stilstand is gekomen, hebben verbalisanten geen andere voertuigen of personen in de gepasseerde straten waargenomen. Drie personen rennen vervolgens de auto uit en worden achtervolgd door diverse verbalisanten. In de auto wordt een kluis aangetroffen. In de kluis liggen twee sealbags met briefgeld. De inhoud van de kluis was volgens aangeefster volledig, deze is dan ook geretourneerd aan aangeefster.
Met behulp van een speurhond is verdachte om 05.05 uur bij een hoekwoning aan de Semmelweisstraat in een tuin achter een pallet aangehouden. Ongeveer 20 cm naast de pallet waar verdachte is aangehouden, lag een donkere joggingbroek, die droog was terwijl het buiten vochtig was en het die nacht had geregend. Ook medeverdachte [medeverdachte 2] is in de bosjes aan de Semmelweisstraat aangehouden, om 04.47 uur. Medeverdachte [medeverdachte 1] is om 05.35 uur aangehouden aan de Semmelweisstraat – liggend op de grond – in bosjes binnen het terrein van een school.
Uit telecomonderzoek is gebleken dat tussen medeverdachte [medeverdachte 2] en verdachte op 19 oktober 2018, de dag van de inbraak, telefonisch contact is geweest en dat beide telefoons rondom het tijdstip van de inbraak gebruik hebben gemaakt van zendmasten in Hoofddorp.
Verdachte heeft ontkend iets te maken te hebben met het hem ten laste gelegde. Verdachte heeft verklaard dat hij die avond thuis was. Hij woont in de [adres] . Hij is naar buiten gegaan om een jointje te roken omdat hij niet kon slapen. Vanwege alle reuring, roepende en rennende politieagenten met zaklampen, schijnende autokoplampen, is hij gaan rennen omdat hij – gelet op zijn verleden en een verlopen identiteitskaart – geen zin in problemen had. Hij heeft drie kwartier à één uur in de bosjes gezeten.
De rechtbank acht deze verklaring van verdachte niet aannemelijk. Uit telecomonderzoek is gebleken dat de telefoon van verdachte om 03.50 uur contact maakt met de telefoon van medeverdachte [medeverdachte 2] , gebruik makend van een zendmast te Hoofddorp, terwijl verdachte ter terechtzitting heeft verklaard dat hij zijn telefoon niet heeft uitgeleend. Voorts is gebleken dat een joggingbroek met rood/oranje strepen aan de zijkant 20 cm van de plaats waar verdachte is aangehouden, is aangetroffen in de bosjes. Op camerabeelden bij de coffeeshop de Groene Gaper is een persoon te zien die gekleed is in een dergelijke broek. Daar komt bij dat deze broek droog was, terwijl het buiten vochtig was en het die nacht had geregend. De broek kan daar niet lang hebben gelegen. Verdachte heeft zelf verklaard regelmatig twee broeken over elkaar aan te dragen, ook die nacht, terwijl hij bij zijn aanhouding één broek droeg. Verdachte heeft daarvoor geen verklaring kunnen dan wel willen geven.
Gelet op voornoemde feiten en omstandigheden, in onderling verband en samenhang bezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte één van de drie personen is geweest die in de nacht van 19 oktober 2018 een kluis met geld uit de Groene Gaper te Hoofddorp hebben gestolen. Naar het oordeel van de rechtbank is dan ook sprake van diefstal door twee of meer verenigde personen met braak.
3.4.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
hij op 19 oktober 2018 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met anderen, een kluis met inhoud (ongeveer € 25.650), die aan een ander dan aan verdachte en zijn mededaders toebehoorde, te weten aan De Groene Gaper, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en dat weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit

Het bewezenverklaarde levert op:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de sanctie

6.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van honderdvijftig dagen, waarvan negenenveertig dagen voorwaardelijk, een proeftijd van drie jaren onder de bijzondere voorwaarden van een meldplicht en gedragsinterventie cognitieve vaardigheden. De officier van justitie gaat daarbij uit van 101 dagen in verzekering en voorlopige hechtenis.
6.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gesteld dat verdachte, gelet op de jurisprudentie, de oriëntatiepunten en de duur van het voorarrest, zijn straf al heeft uitgezeten. Hij verzoekt dan ook om de voorlopige hechtenis op te heffen.
6.3
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sancties die aan verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting en de namens de Reclassering Nederland uitgebrachte rapporten van 3 december 2018 en 11 januari 2019 is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van een bedrijfsinbraak. Bedrijfsinbraken zijn zeer ergerlijke feiten, die niet alleen materiële schade, maar ook vaak veel hinder veroorzaken voor de gedupeerde bedrijven en de bedrijfsvoering ontregelen.
De rechtbank heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 27 december 2018, waaruit blijkt dat verdachte reeds eerder ter zake van vermogensdelicten onherroepelijk tot een vrijheidsbenemende straf is veroordeeld.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. De rechtbank zal echter bepalen dat een gedeelte daarvan vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van drie jaren, opdat verdachte ervan wordt weerhouden zich voor het einde van die proeftijd schuldig te maken aan een strafbaar feit. De rechtbank is daarbij uitgegaan van 104 dagen voorarrest.
Daarnaast acht de rechtbank verplicht contact met de Reclassering Nederland noodzakelijk. Een voorwaarde van die strekking zal aan het voorwaardelijk deel van de op te leggen straf worden verbonden, alsook verplichte begeleiding door de Reclassering Nederland noodzakelijk. Een dergelijke verplichting zal als bijzondere voorwaarde aan het voorwaardelijk deel van de op te leggen straf worden verbonden.

7.Vordering tot tenuitvoerlegging

Bij vonnis van 18 januari 2017 in de zaak met parketnummer 15/810006-17 heeft de politierechter te Haarlem verdachte ter zake van het medeplegen van diefstal met braak veroordeeld tot onder meer een voorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van twee maanden. Ten aanzien van die voorwaardelijke straf is de proeftijd op twee jaren bepaald onder de algemene voorwaarde dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit. De mededeling als bedoeld in artikel 366a van het Wetboek van Strafvordering is op aan de verdachte toegezonden.
De bij genoemd vonnis vastgestelde proeftijd is ingegaan op 20 maart 2017 en was ten tijde van het indienen van de vordering van de officier van justitie niet geëindigd.
De officier van justitie vordert thans dat de rechtbank zal gelasten dat die voorwaardelijke straf alsnog ten uitvoer zal worden gelegd.
De rechtbank heeft bij het onderzoek ter terechtzitting bevonden dat zij bevoegd is over de vordering te oordelen en dat de officier van justitie daarin ontvankelijk is.
De rechtbank is van oordeel dat de vordering dient te worden toegewezen, nu uit de overige inhoud van dit vonnis blijkt dat verdachte niet heeft nageleefd de voorwaarde dat hij zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit, maar zal daarbij bepalen dat de opgelegde gevangenisstraf zal worden omgezet in een taakstraf bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid van na te noemen aantal uren.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
14a, 14b, 14c en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan zoals hiervoor onder 3.3 weergegeven;
verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij;
bepaalt dat het onder 3.3 bewezen verklaarde feit het hierboven onder 4. vermelde strafbare feit oplevert;
verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
honderdvijftig (150) dagen.
Beveelt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot zesenveertig (46) dagen
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van drie jaren;
bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
  • zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • stelt dat de veroordeelde is gehouden om, ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit medewerking te verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt en medewerking te verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
  • geeft opdracht aan de reclassering om toezicht te houden op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden (artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht);
stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich binnen vijf werkdagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering
Nederland op het adres: Zijlweg 148 c te Haarlem en dat hij zich blijft melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren;
- actief deelneemt aan de gedragsinterventie (Cova Training) of een andere
gedragsinterventie die gericht is op het leren van cognitieve vaardigheden. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. Veroordeelde houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
wijst toe de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging in de zaak met parketnummer 15/810006-17, met dien verstande dat in plaats van de tenuitvoerlegging van de niet ten uitvoer gelegde jeugddetentie, opgelegd bij vonnis van de politierechter d.d. 18 januari 2017, wordt opgelegd een taakstraf bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van honderdtwintig (120) uren, subsidiair zestig (60) dagen jeugddetentie.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. W.J. van Andel, voorzitter,
mr. P.H. Lauryssen en mr. Ph. Burgers, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier D.L. Meyer,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 12 februari 2019.
Mr. Lauryssen en mr. Burgers zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlagebij het vonnis van 12 februari 2019 in de strafzaak tegen verdachte [verdachte]
BEWIJSMIDDELEN
De hierna vermelde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
Een proces-verbaal van aangifte (pagina’s 114-116). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 19 oktober 2018 door aangeefster [aangeefster] ten overstaan van verbalisant afgelegde verklaring:
Op donderdag 18 oktober 2018 werd de coffeeshop omstreeks 22:26 uur afgesloten door een
beveiliger van het bedrijf [bedrijf] . Op vrijdag 19 oktober 2018 werd ik omstreeks 04.24 uur gebeld door de alarmcentrale. Er werd mij verteld dat het alarm van het pand afging. Hierop ben ik op mijn telefoon gaan kijken naar de camerabeelden welke live uitzenden. Voor mij werd meteen duidelijk dat er werd ingebroken, waarop ik de politie belde. Zover ik op de camerabeelden kon zien waren er drie personen betrokken bij de inbraak. Vervolgens werd door een van de dader de nooduitgang opengebroken. Via de nooduitgang kom je uit in de keuken van de coffeeshop. In de hoek van de keuken, gelijk rechts bij binnenkomst, stond naast een houten kast een oude geldkluis. Deze kluis werd door de daders meegenomen. In de kluis zat een bedrag van 25.650 euro en een onbekend bedrag aan kleingeld. De kluis was niet verankerd. De daders waren alle drie volledig in het zwart gekleed. Bij een van de daders zag ik een verticale rode streep op de zijkant van zijn broek. Verder kan ik niets van hen omschrijven. Het kenteken van hun auto was niet duidelijk te zien. De auto was vermoedelijk een Volkswagen Golf.
Een proces-verbaal van relaas van 25 november 2018 (pagina’s 23 – 26). Dit proces-verbaal houdt zakelijk weergegeven onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisant:
Op vrijdag 19 oktober 2018 omstreeks 04.26 uur kwam er een melding bij de politiemeldkamer Kennemerland binnen dat er zou worden ingebroken bij de coffeeshop De Groene Gaper, gelegen aan de Graftermeerstraat te Hoofddorp. Hierop zijn diverse politie eenheden ter plaatse gegaan naar genoemde locatie.
Een proces-verbaal van bevindingen van 26 oktober 2018 (pagina 204). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisant:
Verduidelijking [verdachte] en persoon 2:
Fotobijlage 1 behorend bij proces-verbaal 2018202231-51, pagina 10:
Donkerblauwe Adidas trainingsbroek, met het Adidas logo op de linker broekzak, een
logo van de voetbalclub Olympique Lyonnais op de rechter broekzak, met drie
rood/oranje strepen aan beide zijkanten van de broekspijpen, maat S, die was
aangetroffen bij [verdachte] ten tijde van zijn aanhouding.
Fotobijlage 1 behorend bij proces-verbaal 2018202231-51, pagina 17:
Screenshot van PERSOON 2, van de camerabeelden van de Groene Gaper gelegen te
Graftermeerstraat 10 te Hoofddorp. Waarop duidelijk te zien is dat PERSOON 2 een
donkerkleurige broek met rood/oranje strepen en een zwarte jas draagt.
Een proces-verbaal van bevindingen van 19 oktober 2018 (pagina 282). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisant:
Op vrijdag 19 oktober 2018 omstreeks 05.30 uur bevond ik mij aan de Graftermeerstraat in Hoofddorp. Ik zag dat het pand een koffiezaak betrof gelegen aan de Graftermeerstraat en op de hoek van de Starnmeerstraat. Naast de zaak bevond zich een klein stuk houten schutting dat in verbinding stond met het pand ernaast. Achter deze schutting bevond zich een brandgang met aan de rechterkant een deur naar de keuken van het pand. Ik zag dat op het trottoir voor de schutting een rode steekkar lag. In de brandgang zag ik dat de deur naar de keuken openstond en dat het slot was geforceerd.
Een proces-verbaal van bevindingen van 19 oktober 2018 (pagina’s 67-68). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisanten dan wel een van hen:
Ik hoorde vervolgens dat een opvallende politie auto op de Driemerenweg vanuit Hoofddorp in de richting van Haarlem achter een Volkswagen Golf reden voorzien van het kenteken [kenteken] . Ik hoorde dat de bestuurder het door de collega’s gegeven stopteken negeerde
en er vandoor ging via de Kromme Spieringweg te Vijfhuizen in de richting van de Boerhaavelaan te Haarlem. Ik hoorde vervolgens dat de collega's de Volkswagen zagen rijden linksaf via de Professor Eijkmanlaan in de richting van de Floris van Adrichemlaan. Aldaar stopte de Volkswagen en renden drie (3) verdachten uit de Volkswagen.
In de tuin bij de hoekwoning Semmelweisstraat/Professor Pelstraat is verdachte [verdachte] (de rechtbank begrijpt: [verdachte] ) aangehouden.
Een proces-verbaal van aanhouding van [verdachte] van 19 oktober 2018 (pagina 56):
Op vrijdag 19 oktober 2018, omstreeks 05.05 uur, hield ik op de locatie Semmelweisstraat 52b, 2035 CV Haarlem, als verdachte aan: [verdachte] , geboren [geboortedatum] 1998 te [geboorteplaats] .
Een proces-verbaal van bevindingen van 23 november 2018 (pagina’s 71). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisant:
Op 19 oktober 2018 was ik, verbalisant [verbalisant] , betrokken bij de aanhouding van
verdachte [verdachte] , geboren op 16-08-1998 te [geboorteplaats] . Verdachte [verdachte] is
aangehouden in een achtertuin aan de Semmelweisstraat 52 te Haarlem. Verdachte [verdachte]
lag hier onder een houten pallet. Verdachte [verdachte] had een spijkerbroek aan.
Ten tijde van de aanhouding lag er een donkere joggingsbroek naast de pallet waar
verdachte onder lag. Deze broek lag op ongeveer 20 centimeter afstand van verdachte.
Deze broek was op dat moment droog. Buiten was het wel vochtig en de nacht had het
geregend. Hieruit maakte ik op dat de broek er niet lang lag.
Een proces-verbaal van bevindingen van 19 oktober 2018 (pagina’s 47 en 48). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisanten dan wel een van hen:
Ik zag dat het voertuig voorzien van het kenteken [kenteken] tot stilstand kwam in de [adres] tussen twee flatgebouwen in. Ik zag dat er drie verdachten uit het voertuig stapten. Ik zag dat de drie verdachten direct wegrenden in de richting van de Floris van Adrichemlaan. Ik rende achter de twee verdachten aan. Een van de twee verdachten gooide daar op de grond een zwarte jas of vest. In de Semmelweisstraat sloeg er één verdachte links af. De andere sloeg rechts af. Ik rende de Semmelweisstraat in.
Tijdens de zoektocht op daken stond ik op de Semmelweisstraat ter hoogte van perceel 44. Ik hoorde ineens gekraak en breken van takken vanuit de struiken komen. Deze struiken staan aan de achterzijde van de Basisschool Don Bosco aan de Semmelweisstraat ter hoogte van perceel 44 of 45. Ik schreeuwde in de richting van de struiken dat ik van de politie was en dat hij moest opstaan met zijn handen omhoog. De verdachte stond op. Ik zag dat hij buiten adem was. Ik zag dat zijn borstkas snel op en neer ging. De verdachte is om 04.47 uur aangehouden. Dit bleek later te zijn: [medeverdachte 2] .
Een proces-verbaal van bevindingen van 19 oktober 2018 (pagina’s 130-131). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisanten dan wel een van hen:
Ik, verbalisant [verbalisant] , zag twee personen voorin het voertuig en een persoon op de achterbank. Ik, verbalisant [verbalisant] , zag in ieder geval twee personen, een achter het stuur en een op de bijrijdersstoel. Het viel ons op dat deze Volkswagen de bocht er langzaam nam en erg laag boven de grond hing. Het voertuig hing laag in zijn vering. Wij zijn de Volkswagen toen gaan volgen. Op dit moment hebben wij de Volkswagen een stopteken gegeven en onze Optische en Geluidssignalen aangezet. Wij hebben toen ook het Operationeel Centrum geïnformeerd dat wij de Volkswagen inmiddels aan het achtervolgen waren. Wij zagen dat de Volkswagen remde en dat er drie verdachten op de [adres] uit de Volkswagen renden in de richting van de Floris van Adrichemlaan.
Een proces-verbaal van bevindingen van 19 oktober 2018 (pagina’s 126-127). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisanten dan wel een van hen:
Ik zag dat daar meerdere verdachten uit het voertuig renden en rende tussen de daar gelegen flats door, richting de Floris van Adrichemlaan. Na de zoekslagen heb ik samen met meerdere collega's gezocht op het schoolplein de Globe waar ik een verdachte voor het laatst over het hek heb zien klimmen aan de Semmelweisstraat. Ik ben samen met collega [verbalisant] door een strook bosschage gegaan dat gelegen is langs de school, binnen het terrein van de school. Ik hoorde dat collega [verbalisant] een verdachte aanriep. Ik zag dat een verdachte op de grond lag in de bosjes. Hierop hebben wij deze verdachte aangehouden.
Deze verdachte bleek mij later te zijn de nader te noemen [medeverdachte 1] . Ik zag dat deze verdachte op het moment van de aanhouding gekleed was in een wit T-shirt, met een blauwe joggingbroek.
Een proces-verbaal van aanhouding van [medeverdachte 1] van 19 oktober 2018 (pagina 32):
Op vrijdag 19 oktober 2018, omstreeks 05.35 uur, hielden wij op de locatie Semmelweisstraat 5, 2035 CT Haarlem, als verdachte aan: [medeverdachte 1] .
Een proces-verbaal van bevindingen van 25 oktober 2018 (pagina 139). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisanten dan wel een van hen:
Ik, verbalisant, zag dat de vluchtauto, Volkswagen Golf, kenteken [kenteken] , geparkeerd stond op de [adres] met drie portiers open. Ik, verbalisant, zag dat achterin de auto een grijs/beige kluis in de kofferbak stond.
Een proces-verbaal van bevindingen van 26 oktober 2018 (pagina’s 235-238). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisanten dan wel een van hen:
Wij, verbalisanten, hebben een tactisch onderzoek gedaan aan het voertuig betrokken bij de inbraak in de coffeeshop de Groene Gaper te Hoofddorp. (…) Verder hebben wij de aangeefster gesproken van de coffeeshop de Groene Gaper. Zij is ter plaatse gekomen bij de onderzoekslocatie. Aldaar heeft zij de kluis geopend en de inhoud bekeken. Wij, verbalisanten, hoorde de aangeefster verklaren dat de inhoud van de kluis volledig was en dat er niets uit was weggenomen. Wij zagen dat er een rode map met administratie, een bak met kleingeld en twee zogenaamde “sealbags” met briefgeld uit kwamen.
Een proces-verbaal van bevindingen van 19 oktober 2018 (pagina’s 49-50). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisanten dan wel een van hen:
Ik bevond mij samen met mijn collega [verbalisant] in ons voertuig om 04.39 uur in de [adres] in Haarlem. Dit naar aanleiding van een achtervolging van een Volkswagen Golf, voorzien van het kenteken [kenteken] . Ik zag dat dit voertuig in de [adres] tot stilstand kwam. Ik zag dat er twee verdachten aan de bestuurderszijde uit het voertuig sprongen en dat er een verdachte uit de passagierszijde sprong. Ik kan de verdachten aan de bestuurderszijde als volgt beschrijven:
Verdachte 1:
- Man;
- Donker haar;
- Donker gekleed;
- Normaal postuur;
Verdachte 2:
- Man;
- Donker haar;
- Donker gekleed;
- Normaal postuur;
Ik kan de verdachte aan de passagierszijde als volgt beschrijven:
Verdachte 3:
- Man;
- Donker haar;
- Donker vest of jas
- Donkere broek;
- Dikkig postuur;
Ik zag dat het signalement van verdachte 3, overeenkwam met de aangehouden verdachte [medeverdachte 1] . Ik zag alleen dat verdachte [medeverdachte 1] een T-shirt droeg, terwijl hij ten tijde van mijn achtervolging een vest of jas aan had.
Proces-verbaal van camerabeelden van 20 oktober 2018 (pagina’s 152-158). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisant:
Ik, verbalisant, zag op de aangeleverde bestanden dat er beelden van twee camera’s aanwezig waren.
Ik zag het volgende op de beelden:
Bestand 1/ camera 1
Datum/tijdsaanduiding 19-10- 2018 703:59:10 uur
-Links in beeld zie je de weg
-Rechts in beeld de voorzijde van de coffeeshop
-Vanaf de weg komt een persoon aanlopen. Hierna te noemen persoon 1
-Deze persoon 1 heeft een donkerkleurige sweater aan met een capuchon over zijn hoofd
en zijn handen in zijn zakken
-Persoon 1 loopt naar de ingang.
-Persoon 1 heeft roodkleurige werkhandschoenen aan.
-Persoon 1 klimt op de opgestapelde plantenbakken die links naast de poortdeur zijn
opgestapeld, en klimt omhoog.
Bestand 2/ camera 1
Datum/tijdsaanduiding 19-10-2018/ 03:59:50 uur
-Andere persoon, hierna persoon 2 te noemen, komt aanlopen vanaf de weg.
-Deze heeft een donkerkleurige sweater aan met over zijn hoofd een capuchon. Tevens
heeft persoon 2 een donkerkleurige trainingsbroek aan met een licht roodkleurige
brede streep in de lengte richting over zijn broekspijpen.
-Hij loopt richting naar de hoofdingang en staat even stil.
-Hij kijkt naar de roldeur welke voor de ingang zit. Hij kijkt omhoog en na 15
seconden nadat hij beeld kwam stopt de opname.
Bestand 4/ camera 1
Datum/tijdsaanduiding: 19-10-2018/ 04:05:26 uur
-Ik zie in beeld, half in het parkeervak en half op het trottoir een auto staan. Dit
ter hoogte van de genoemde opgestapelde plantenbakken bij de genoemde coffeeshop.
-Ik herken dit voertuig als zijnde een personenauto, van het merk Volkswagen, type
Golf 5, kleur donkerkleurig, 5-deurs model. Het voertuig heeft geen wieldoppen en je
ziet de zwarte velgen daardoor. Door de plantenbakken zie ik het kenteken niet.
-Dit voertuig staat met zijn achterzijde richting het pand en de remlichten branden
en de rest van de verlichting brandt niet.
Bestand 19/camera 1
Datum/tijdsaanduiding: 19-10-2018/04:16:21 uur
- persoon 2 komt uit de poortdeur gelopen stopt bij het trottoir en kijkt om zich
heen. Persoon heeft hierbij de gehele tijd een voorwerp in zijn rechterhand, lijkend
op een schroevendraaier, en loopt hierna weer naar binnen. Hierna komt hij nogmaals
de poort uit loopt naar het midden van de straat, kijkt daar om zich heen, en loopt
weer terug de poort in. Hierbij had persoon 2 nog steeds een voorwerp, lijkend op een
schroevendraaier, in zijn rechterhand.
Bestand 24/camera 1
Datum/tijdsaanduiding: 19-10-2018/04:18:55 uur
-persoon 1 en 2 komen uit de poort gerend en rennen naar de eerder genoemde Golf.
Persoon 1 rent naar de achterzijde van de Golf, sluit de achterklep, en neemt plaats
als bijrijder in de Golf. Persoon neemt plaats als bestuurder in de Golf. Hierna rijd
de Golf met gedoofde lichten weg in noordwestelijke richting.
Bestand 25/camera 1
Datum/tijdsaanduiding: 19-10-2018/04:19:53 uur
-De eerder genoemde Golf komt achteruit het beeld in gereden. Hierbij branden de
lichten van de Golf niet. De Golf stopt midden op de weg. Hier stapt vanaf de
bijrijders stoel een derde persoon uit.
-persoon 3 heeft een slank postuur, draagt een licht grijze broek, heeft een zwarte
schoenen en een zwarte jas met capuchon. De capuchon draagt hij over zijn hoofd.
Persoon 3 heeft blauwe handschoenen aan zijn handen. Hierna verder te noemen als
persoon 3.
-persoon 3 rent de poort in.
-de Golf rijd verder achteruit.
-persoon 1 komt links het beeld in rennen en rent de poort in.
-persoon 2 stapt aan de bestuurderskant uit de Golf, laat de portier aan de
bestuurderszijde open staan, en rent de poort in.
-persoon 2 komt uit de poort gerend, stapt als bestuurder in de Golf, en rijd de Golf
enkele meters naar voren.
Bestand 26/camera 1
Datum/tijdsaanduiding: 19-10-2018/04:20:34 uur
-de Golf rijdt vooruit het beeld uit.
-Persoon 3 komt alleen met de achterzijde van zijn lichaam vanuit de poortdeur in
beeld. Staat in een gebukte houding, lijkend of hij wat trekt. En verdwijnt hierna
weer volledig de poort in.
Bestand 27/camera 1
Datum/tijdsaanduiding: 19-10-2018/04:20:52 uur
-persoon 3 staat in de deuropening van de poortdeur, kijkt in de richting van persoon
2 welke links het beeld in komt rennen. Waarna persoon 2 en 3 de poort in gaan.
-persoon 2 komt achteruit lopend, met de eerder genoemde steekwagen, uit de poort
gelopen. Op de steekwagen ligt een grijs vierkant voorwerp. Persoon 2 trekt de
steekwagen en het grijs vierkante voorwerp uit de poortdeur richting het trottoir.
-Persoon 1 en 3 duwen voorwaarts aan de andere kant van het grijs vierkante voorwerp
dat op de steekkar ligt.
-De steekkar lijkt te zijn verbogen. Het grijs vierkante voorwerp sleept over de
grond.
Bestand 28/camera 1
Datum/tijdsaanduiding: 19-10-2018/04:21:05 uur
-persoon 1, 2 en 3 hebben de steekkar met daarop het voorwerp tot aan het trottoir
gesleept/geduwd.
-persoon 2 rent uit beeld.
-persoon 1 maakt gebaren met zijn handen in de richten waar persoon 2 heen rende.
-persoon 3 blijft bij het grijze voorwerp staan.
-De eerder genoemde Golf komt achteruit rijdend, met geopende achterklep, tot nabij
het grijze voorwerp.
-persoon 1 en 3 kantelen het voorwerp over de straat in de richting de Golf. En
stoppen tot voor de achterklep.
Bestand 29/camera 1
Datum/tijdsaanduiding: 19-10-2018/04:21:37 uur
-De golf verplaatst ongeveer een(l) meter naar voren. Waarna persoon 2 aansluit bij
persoon 1 en 3 die kennelijk trachten het voorwerp in de Golf te krijgen.
Bestand 30/camera 1
Datum/tijdsaanduiding: 19-10-2018/04:22:51 uur
-persoon 1 duwt tegen het grijze voorwerp aan. Daarbij zet hij zich af aan het
trottoir. Hij maakt hierbij meerder duw bewegingen tegen het voorwerp aan maar krijgt
deze niet voor uit. Hierna laat persoon 2 het voorwerp los waarna het vervolgens
achteruit kantelt.
-Persoon 1 loopt richting de betonnen plantenbakken die naast de poortdeur
opgestapeld staan. Persoon 1 pakt hier een(l) plantenbak vanaf en legt deze achter de
Golf kennelijk om als hulpmiddel te dienen om het grijze voorwerp in de Golf te
krijgen.
Bestand 31/camera 1
Datum/tijdsaanduiding: 19-10-2018/04:23:47 uur
-De Golf is samen met persoon 1, 2 en 3 verdwenen uit beeld. Alleen de plantenbak ligt
nog op de plek waar persoon 1 hem neergelegd had. Op het trottoir ligt nog de
verbogen steekkar.
Bestand 32/camera 1
Datum/tijdsaanduiding: 19-10-2018/04:26:27 uur
-Er komt een opvallende politieauto door het beeld. De politieauto draait aan het
einde van de straat.
Een proces-verbaal van bevindingen van 31 december 2018 (aanvullend dossier, pagina’s 51-52). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisanten dan wel een van hen:
In de geanalyseerde gegevens zag ik het volgende:
De
Apple IPhonevan [medeverdachte 2] werd vanaf 14 oktober 2018 gebruikt met het telefoonnummer [telefoonnummer] , opgegeven voor een onbekende prepaid gebruiker van Lyca (CIOT). De telefoon maakte overwegend gebruik van zendmasten in Amsterdam in de omgeving van het woonadres van de verdachte. De telefoon gebruikte onder meer op:
15, 18 en 19 oktober 2018 zendmasten in Haarlem Schalkwijk,
18 oktober 2018 zendmasten in Hilversum,
19 oktober 2018 zendmasten in Hoofddorp om 04.11, 04.13, 04.16 en 04.18 uur.
De Nokia van [verdachte] werd vanaf 15 oktober 2018 gebruikt met het telefoonnummer [telefoonnummer] , opgegeven voor een onbekende prepaid gebruiker van Lyca (CIOT). De telefoon maakte overwegend gebruik van zendmasten in Haarlem Schalkwijk in de omgeving van het woonadres van de verdachte. De telefoon gebruikte onder meer op:
19 oktober 2018 om 03.50 uur een zendmast in Hoofddorp.
Uit de historische gegevens van de Apple IPhone van [medeverdachte 2] en de Nokia van [verdachte] bleek dat de telefoons onderling contact hadden op 19 oktober 2018.