ECLI:NL:RBNHO:2019:11003

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
27 november 2019
Publicatiedatum
30 januari 2020
Zaaknummer
7580972 CV EXPL 19-2886
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van luchtvaartpassagier en toepasselijkheid van Verordening (EG) nr. 261/2004

In deze zaak heeft Airhelp Limited, een buitenlandse rechtspersoon gevestigd in Hong Kong, een vordering ingesteld tegen Deutsche Lufthansa Aktiengesellschaft, statutair gevestigd in Keulen, Duitsland, wegens compensatie voor vertraging van een vlucht. De passagier had een vervoersovereenkomst met Lufthansa voor een vlucht van Turijn naar Frankfurt en vervolgens van Frankfurt naar Amsterdam-Schiphol op 19 maart 2018. Door een vertraging van vlucht LH301 miste de passagier zijn aansluitende vlucht LH996 naar Amsterdam. Airhelp, die het vorderingsrecht van de passagier had overgenomen, vorderde compensatie van € 250,00 op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004.

Lufthansa betwistte de vordering en stelde dat de passagier met minder dan drie uur vertraging op zijn eindbestemming was aangekomen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagier met een vertraging van 55 minuten op Amsterdam-Schiphol is aangekomen, maar dat deze vertraging niet meer dan drie uur was. Hierdoor was de Verordening niet van toepassing en had de passagier geen recht op compensatie. De kantonrechter wees de vordering van Airhelp af en stelde de proceskosten ten laste van Airhelp.

De uitspraak werd gedaan door kantonrechter L.M. de Vries op 27 november 2019 in de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem. De beslissing houdt in dat de vordering van Airhelp wordt afgewezen en dat de proceskosten voor rekening van Airhelp komen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7580972 CV EXPL 19-2886
Uitspraakdatum: 27 november 2019
Vonnis in de zaak van:
de buitenlandse rechtspersoon
Airhelp Limited
gevestigd te Hong Kong
eiser
hierna te noemen: Airhelp
gemachtigde: mr. E.J. Hoekstra
tegen
de buitenlandse rechtspersoon
Deutsche Lufthansa Aktiengesellschaft
statutair gevestigd te Keulen, Duitsland
gedaagde
hierna te noemen: Lufthansa
gemachtigde: mr. E.C. Douma

1.Het procesverloop

1.1.
Airhelp heeft bij dagvaarding van 18 januari 2019 een vordering tegen Lufthansa ingesteld. Lufthansa heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Airhelp heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna Lufthansa een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
[De passagier] , hierna: de passagier, heeft met Lufthansa een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Lufthansa de passagier op 19 maart 2018 diende te vervoeren van Turijn (Italië) naar Frankfurt (Duitsland), met vluchtnummer LH301 en van Frankfurt naar Amsterdam-Schiphol, met vluchtnummer LH996, hierna de vlucht.
2.2.
Volgens de overeenkomst zou vlucht LH301 om 14.20 uur (lokale tijd) vertrekken vanuit Turijn en om 15.40 uur (lokale tijd) arriveren in Frankfurt. Vlucht LH996 zou om 16.25 uur (lokale tijd) vertrekken vanuit Frankfurt en om 17.35 uur (lokale tijd) aankomen op Amsterdam-Schiphol.
2.3.
Vlucht LH301 is met vertraging uitgevoerd, waardoor de passagier zijn aansluitende vlucht naar Amsterdam-Schiphol heeft gemist. De passagier is omgeboekt naar vlucht LH998. Vlucht LH998 zou op 19 maart 2018 om 17.20 uur (lokale tijd) vertrekken vanuit Frankfurt en om 18.30 uur (lokale tijd) aankomen op Amsterdam-Schiphol.
2.4.
De passagier heeft zijn vorderingsrecht overgedragen aan Airhelp. Airhelp heeft compensatie van Lufthansa gevorderd .
2.5.
Lufthansa heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
Airhelp vordert dat Lufthansa bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 250,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 19 maart 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 37,50 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten.
3.2.
Airhelp heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). Airhelp stelt dat Lufthansa vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is haar te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00.

4.Het verweer

4.1.
Lufthansa betwist de vordering. Zij voert aan dat de passagier met minder dan 3 uur vertraging op zijn eindbestemming is aangekomen. Vlucht LH301 is met vertraging uitgevoerd en is om 16.28 uur (lokale tijd) gearriveerd in Frankfurt (lokale tijd), ten bewijze waarvan Lufthansa als productie 2 bij antwoord het vluchtrapport heeft overgelegd. De passagier heeft hierdoor zijn aansluitende vlucht LH996, die om 16.25 uur (lokale tijd) uit Frankfurt vertrok, gemist. Lufthansa heeft de passagier omgeboekt naar vlucht LH998, welke vlucht om 17.23 uur (lokale tijd) is vertrokken en om 18.30 uur (lokale tijd) op Amsterdam-Schiphol is aangekomen, hetgeen blijkt uit de passagiersgegevens en het vluchtrapport (productie 1 en 3 bij antwoord). De passagier is derhalve met een vertraging van 55 minuten op Amsterdam-Schiphol aangekomen, waardoor geen recht op compensatie bestaat, aldus Lufthansa.
4.2.
Lufthansa betwist voorts buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten verschuldigd te zijn.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Tussen partijen is in geschil of de passagier met meer dan drie uur vertraging op Amsterdam-Schiphol is aangekomen. Airhelp betwist dat de passagier is omgeboekt naar vlucht LH998 en stelt zich op het standpunt dat Lufthansa niet heeft onderbouwd dat de passagier daadwerkelijk met vlucht LH998 naar Amsterdam-Schiphol is gevlogen. Airhelp stelt dat de passagier heeft aangegeven 5 uur in de rij te hebben gestaan in Frankfurt en dat Lufthansa de passagier geen alternatieve vlucht heeft aangeboden. De passagier zou de nacht in Frankfurt hebben doorgebracht en de volgende ochtend met de trein naar Amsterdam zijn gereisd, aldus Airhelp. Airhelp laat echter na deze stellingen met stukken te onderbouwen. Het had op de weg van Airhelp gelegen om bewijzen van de hotelovernachting of het treinkaartje te overleggen.
5.3.
Naar het oordeel van de kantonrechter blijkt uit de door Lufthansa overgelegde vluchtrapporten (producties 2 en 3 bij antwoord) en passagiersgegevens (productie 1 bij antwoord), dat de passagier is omgeboekt naar vlucht LH998 en dat deze vlucht om 18.30 uur (lokale tijd) op Amsterdam-Schiphol is aangekomen. Uit het als productie 1 bij dupliek overgelegde screenshot van 12 maart 2018 volgt dat de passagier aan boord is gegaan van het toestel dat vlucht LH998 uitvoerde. Vlucht LH996 zou om 17.35 uur (lokale tijd) arriveren op Amsterdam-Schiphol. De passagier is derhalve met een vertraging van 55 minuten op zijn eindbestemming aangekomen. De kantonrechter concludeert dat er in het onderhavige geval geen sprake is van een vertraging van meer dan 3 uur, zodat de Verordening niet van toepassing is op het geschil. De kantonrechter wijst de vordering van Airhelp dan ook af. De overige verweren van Lufthansa behoeven derhalve geen bespreking.
5.4.
De proceskosten komen voor rekening van Airhelp, omdat deze ongelijk krijgt.

6.De beslissing

6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt de passagier tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Lufthansa worden vastgesteld op een bedrag van € 72,00 aan salaris van de gemachtigde van Lufthansa.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M. de Vries, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter