ECLI:NL:RBNHO:2019:10993

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 oktober 2019
Publicatiedatum
30 januari 2020
Zaaknummer
7581529 CV EXPL 19-2907
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot compensatie bij instapweigering door American Airlines afgewezen

In deze zaak hebben de passagiers, vertegenwoordigd door Airhelp, een vordering ingesteld tegen American Airlines wegens compensatie voor instapweigering. De passagiers hadden een vervoersovereenkomst met American Airlines voor een vlucht van Amsterdam-Schiphol naar Philadelphia en vervolgens naar San Francisco op 22 juni 2018. Door overboeking van de vlucht AA0203 zijn de passagiers omgeboekt naar een andere vlucht, wat resulteerde in een vertraging van 50 minuten. De passagiers vorderden compensatie van € 1.200,00, gebaseerd op de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die compensatie regelt voor luchtreizigers bij instapweigering en annuleringen.

American Airlines betwistte de vordering en stelde dat er geen sprake was van instapweigering, aangezien de passagiers zich als vrijwilligers hadden aangemeld voor omboeking. De kantonrechter oordeelde dat Airhelp niet voldoende bewijs had geleverd om de stelling van instapweigering te onderbouwen. De rechter benadrukte dat de bewijslast bij Airhelp lag en dat de stellingen niet adequaat waren onderbouwd. Hierdoor werd de vordering afgewezen en werd Airhelp veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan American Airlines.

De uitspraak benadrukt het belang van een goede onderbouwing van vorderingen in civiele procedures, vooral wanneer het gaat om compensatieclaims op basis van Europese regelgeving. De kantonrechter wees de vordering af en legde de proceskosten op aan de eisende partij, Airhelp.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7581529 CV EXPL 19-2907
Uitspraakdatum: 9 oktober 2019
Vonnis in de zaak van:

1.[passagier sub 1]

2. [passagier sub 2]
beiden wonende te [woonplaats]
eisers
hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers
gemachtigde mr. E.J. Hoekstra
tegen
de buitenlandse rechtspersoon
American Airlines Inc.
statutair gevestigd te Wilimington, Delawaware, Verenigde Staten van Amerika
gedaagde
hierna te noemen: American Airlines
gemachtigde mr. M. Lustenhouwer

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 18 januari 2019 een vordering tegen American Airlines ingesteld. American Airlines heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna American Airlines een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met American Airlines een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan American Airlines de passagiers op 22 juni 2018 diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol naar Philadelphia, Verenigde Staten van Amerika, met vluchtnummer AA0203 en van Philadelphia naar San Francisco, Verenigde Staten van Amerika, met vluchtnummer AA1967, hierna: de vlucht.
2.2.
Vlucht AA0203 was overboekt. De passagiers zijn omgeboekt naar een andere vlucht, waardoor zij met een vertraging van 50 minuten op hun eindbestemming zijn aangekomen.
2.3.
De passagiers hebben compensatie van American Airlines gevorderd in verband met de door hen gestelde instapweigering. De passagiers hebben hun vorderingsrecht overgedragen aan Airhelp.
2.4.
American Airlines heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
Airhelp vordert dat American Airlines, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 1.200,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 22 juni 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 180,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten en de nakosten.
3.2.
Airhelp heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). Airhelp stelt dat American Airlines vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is haar te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 600,00 per passagier.

4.Het verweer

4.1.
American Airlines betwist de vordering en stelt zich op het standpunt dat er geen sprake was van instapweigering. Vlucht AA0203 was overboekt. American Airlines heeft vrijwilligers gevraagd, waarop de passagiers zich hebben aangemeld. De passagiers zijn omgeboekt naar een andere vlucht en zijn met een vertraging van 50 minuten op hun eindbestemming zijn aangekomen. Er is voorts geen sprake van een vertraging van meer dan drie uur, aldus American Airlines.
4.2.
American Airlines betwist voorts buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente verschuldigd te zijn.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
De kantonrechter overweegt dat van een professionele partij als Airhelp mag worden verwacht dat zij de stellingen die zij opwerpt in een gerechtelijke procedure behoorlijk stelt en onderbouwt. Bij dagvaarding heeft Airhelp slechts het volgende gesteld: “
De passagiers zijn door de luchtvaartmaatschappij geweigerd om in te stappen op vlucht AA203”.Airhelp heeft haar stelling niet nader onderbouwd. American Airlines betwist dat er sprake was van instapweigering en voert aan dat de passagiers zich als vrijwilligers hebben gemeld. Bij repliek heeft Airhelp een cursief stuk tekst opgenomen, welke een verklaring van passagier sub 1 zou zijn. American Airlines betwist dat sprake is van een verklaring van de passagier. De kantonrechter merkt op dat de stelplicht en bewijslast ten aanzien van de gestelde instapweigering rust op Airhelp; zij beroept zich immers op het rechtsgevolg van die stelling, te weten het recht op compensatie op grond van de Verordening. Het had dan ook op de weg van Airhelp gelegen om meer feiten en omstandigheden aan te voeren waaruit de juistheid van haar stelling kan volgen. Nu hiervan geen sprake is zal de vordering worden afgewezen.
5.3.
De proceskosten komen voor rekening van Airhelp, omdat deze ongelijk krijgt.
5.4.
Ook de nakosten kunnen worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door American Airlines worden gemaakt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt Airhelp tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor American Airlines worden vastgesteld op een bedrag van € 240,00 aan salaris van de gemachtigde van American Airlines;
6.3.
veroordeelt Airhelp tot betaling van € 60,00 aan nakosten, voor zover American Airlines daadwerkelijk nakosten zal maken.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M. de Vries, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter