Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Procesverloop
2.De standpunten
3.De beoordeling
LJNAD2977) volgt dat in zaken waarin verplichte procesvertegenwoordiging geldt, elk schriftelijk verzoek verplicht moet worden ondertekend door een advocaat. Op grond van de artikelen 282 en 278, derde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering geldt voor de onderhavige hoofdzaak verplichte procesvertegenwoordiging voor het indienen van verzoeken door verzoeker als verweerder in de hoofdzaak. Dit brengt met zich dat verzoeker ook alleen met bijstand van een advocaat een schriftelijk wrakingsverzoek kan indienen. Bij griffiersbrief van 21 november 2019 is verzoeker voorgehouden dat het verzoek niet door tussenkomst van een advocaat was ingediend, noch door een advocaat is ondertekend. Daarbij is verzoeker tot aan de zitting de mogelijkheid geboden om het verzuim te herstellen. Verzoeker heeft nagelaten een door een advocaat ondertekend verzoek aan de rechtbank over te leggen.