ECLI:NL:RBNHO:2019:10626
Rechtbank Noord-Holland
- Wraking
- W.J. van Andel
- Th. S. Röell
- L.M. Kos
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van de rechter in een civiele procedure
Op 19 november 2019 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. Verzoekster heeft op 13 november 2019 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. P.W.M. de Wolf MSM, de rechter in de hoofdzaak. Dit verzoek was gebaseerd op de stelling dat de rechter partijdig en vooringenomen had gehandeld tijdens de behandeling van een spoedmachtiging tot ondertoezichtstelling op 30 oktober 2019. Verzoekster stelde dat zij niet in de gelegenheid was gesteld om een zienswijze in te dienen en dat haar verzoek om aanhouding van de zaak door de rechter was afgewezen. De rechter heeft op 17 november 2019 schriftelijk gereageerd op het wrakingsverzoek en heeft aangegeven dat zij geen feiten of omstandigheden heeft waargenomen die haar onpartijdigheid in twijfel zouden trekken. Tijdens de openbare zitting op 19 november 2019 zijn zowel verzoekster als de vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming gehoord, maar de rechter heeft van de geboden gelegenheid geen gebruik gemaakt. De wrakingskamer heeft vervolgens beoordeeld of het wrakingsverzoek tijdig was ingediend. De wrakingskamer concludeerde dat het verzoek niet tijdig was ingediend, omdat het twee weken na de gewraakte gedragingen was ingediend. Hierdoor verklaarde de wrakingskamer verzoekster niet ontvankelijk in haar verzoek tot wraking. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.