ECLI:NL:RBNHO:2019:1056
Rechtbank Noord-Holland
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot schuldsanering wegens onterecht gebruik van stamrecht B.V. en hoge belastingschuld
Op 19 juli 2018 diende een verzoekschrift tot toepassing van de schuldsaneringsregeling in bij de Rechtbank Noord-Holland door twee schuldenaren. Tijdens de zitting op 17 januari 2019 werden de schuldenaren bijgestaan door medewerkers van Zuidweg & Partners, een schuldbemiddelingsinstantie. De rechtbank moest beoordelen of de schuldenaren aan de voorwaarden voor toelating tot de schuldsaneringsregeling voldeden, zoals vastgelegd in artikel 288 van de Faillissementswet.
De rechtbank stelde vast dat de schuldenaren een aanzienlijke belastingschuld hadden van € 62.977,00, die voortkwam uit onterecht gebruik van geld uit een stamrecht B.V. De schuldenaar had geld onttrokken uit de stamrecht B.V. om zijn winkel te financieren, terwijl dit geld gereserveerd diende te blijven voor periodieke uitkeringen, zoals pensioen. De rechtbank oordeelde dat de schuldenaren niet te goeder trouw waren geweest in de vijf jaar voorafgaand aan de indiening van het verzoekschrift, wat een vereiste is voor toelating tot de schuldsaneringsregeling.
Uiteindelijk wees de rechtbank het verzoek tot schuldsanering af, omdat de schuldenaren niet voldeden aan de voorwaarden van de Faillissementswet. De uitspraak werd gedaan door mr. M. Wouters en openbaar uitgesproken op 29 januari 2019. De schuldenaren hebben het recht om binnen acht dagen na de uitspraak hoger beroep in te stellen, uitsluitend via een advocaat.