Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Procedure
2.Verdere beoordeling
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] in Iran;
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] in Iran.
financien.ldcr@rechtspraak.nl).
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de vrouw verzocht om de echtscheiding uit te spreken tussen partijen, die gehuwd zijn in Iran in 2003. De man heeft bevestigd dat hij ook wenst dat de echtscheiding wordt uitgesproken. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen kinderen uit het huwelijk zijn geboren, maar dat de man en vrouw de biologische ouders zijn van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. Dit is bevestigd door een deskundigenrapport van Verilabs, dat zowel het vaderschap als het moederschap heeft vastgesteld. De rechtbank heeft de vrouw veroordeeld om medewerking te verlenen aan een DNA-test, die noodzakelijk was om de huwelijksdatum en -plaats vast te stellen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de door de man gestelde huwelijksdatum en plaats als vaststaand kan worden aangenomen, mede op basis van de deskundigenrapportage.
De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken en de vrouw veroordeeld in de kosten van het DNA-onderzoek, omdat zij onjuiste informatie heeft verstrekt over de afkomst van de kinderen. De rechtbank heeft ook bepaald dat de registratie van de minderjarigen in de registers van de burgerlijke stand moet worden gecorrigeerd. De beslissing is genomen in het openbaar op 18 december 2019, en de rechtbank heeft de griffier opgedragen om een afschrift van de beschikking te zenden aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente [gemeente].