Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
“Undertand if this end you end also understand so don tink this is your company for you ask me sof ast fuck you men”.
“De reden voor dit ontslag zijn, zoals wij u ook op 17 december 2017 hebben meegedeeld: Intimidatie van directie, chanteren van het bedrijf, het gebruiken van (soft)drugs vooraf en tijdens het werk, bedreigen van andere collega’s en het bedreigen van de directeur/eigenaar van het bedrijf.”
3.Het verzoek
4.Het verweer en het tegenverzoek
5.De beoordeling
I finfih You”en
“That is your option if you don wana more probmem for your life” en “”watch out believe me watch out”zijn als een rechtstreekse bedreiging aan het adres van [werkgever] op te vatten. [werkgever] dient ook de veilige werkomgeving van zijn werknemer [werknemer B] en de medewerker van zijn leasemaatschappij in het oog te houden.
Namens [werknemer] is aangevoerd dat [werkgever] weigerde het loon van november te betalen, hetgeen is betwist, en dat de berichten in die context moeten worden gezien. Dit betoog kan [werknemer] niet baten. [werkgever] heeft nog aangevoerd dat de discussie ging over het feit dat [werknemer] halverwege de maand december al betaald wilde worden. Wat daarvan ook zij, een discussie over het moment van betalen van het loon kan niet als rechtvaardiging dienen voor de dreigende taal die uit de berichten spreekt. Nog daargelaten dat het geen rechtvaardiging is om dergelijke taal jegens anderen te uiten.
Evenmin kan als rechtvaardiging dienen dat het volgens [werknemer] gebruikelijk is om op deze wijze te communiceren in de koerierswereld, hetgeen is betwist. [werknemer] miskent daarmee ook de ernst van zijn eigen handelen. De aanhoudende dreigende taal, gericht tegen zijn werkgever, een collega en een derde leverde een dringende reden op voor [werkgever] om op 17 december 2017 de arbeidsovereenkomst per direct op te zeggen. Gelet op de korte tijdspanne tussen de berichten en het ontslag, is het ontslag ook onverwijld gegeven. Gezien de door [werknemer] gecreëerde omstandigheden kon [werkgever] afzien van hoor- en wederhoor.