Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het verweer en het tegenverzoek
Nadomini onderbouwt op geen enkele wijze dat er sprake is van een verstoorde arbeidsrelatie. Nadomini verwijst naar de feiten en omstandigheden bij de primaire grond. [werknemer] is van oordeel dat, als zijn medische situatie het toelaat, een mediator ingeschakeld dient te worden om met [leidinggevende] tot werkbare afspraken te komen. De situatie tussen hem en [leidinggevende] is niet dusdanig verstoord dat sprake is van een duurzame verstoring zoals bedoeld in de wet.
€ 2.810,51 uiterlijk op de laatste dag van de maand te voldoen, tot het moment dat het dienstverband rechtsgeldig wordt beëindigd. En voorts verzoekt hij om een deugdelijke eindafrekening van vakantiegeld en openstaande vakantiedagen.
5.De beoordeling
Nadomini stelt weliswaar dat er al langere tijd sprake was van disfunctioneren en dat daarin geen verbetering is opgetreden, doch voor zover het disfunctioneren al is onderbouwd ziet dit op de periode voor 6 februari 2018. Partijen hebben vervolgens afspraken gemaakt en Nadomini heeft niet, althans onvoldoende onderbouwd dat [werknemer] zich niet aan die afspraken zou hebben gehouden. De kwestie van het tillen van zware tafelbladen is daartoe onvoldoende. Daar komt bij dat, voor zover de brief van 6 februari 2018 al een duidelijk verbetertraject inhield, van evaluatiegesprekken niet is gebleken, terwijl van een einddatum of een begeleiding (bijvoorbeeld door het aanbieden van een coach of cursus) geen sprake was. Nadomini verwijt [werknemer] dat hij zich te pas en te onpas ziek meldt, maar dat [werknemer] na 6 februari 2018 zonder reden is weggebleven van het werk is niet gebleken. [werknemer] heeft zich op 20 juni 2018 ziek gemeld, eerst mondeling bij zijn leidinggevende en vervolgens bij [personeelsmanager]. Nog los van de vraag of hij daarmee wel het protocol zou hebben overtreden, Nadomini communiceert zelf ook via Telegram, is vast komen te staan dat [werknemer] arbeidsongeschikt is en voor een burnout wordt behandeld, welke klachten volgens de bedrijfsarts het gevolg zijn van de werkomstandigheden. Dat de communicatieproblemen tussen [werknemer] en [leidinggevende] hiervan los gezien moeten worden is op geen enkele wijze onderbouwd. Dit geldt evenzeer voor de gestelde, maar niet onderbouwde problemen van samenwerking met collega’s. Daar staat tegenover dat [werknemer] heeft aangevoerd dat hij de wijze waarop zijn leidinggevende met hem communiceert als respectloos en denigrerend ervaart. Zo worden werkbonnen vanaf de eerste verdieping naar beneden gegooid of opdrachten toegeschreeuwd, aldus [werknemer] , en daarnaast wordt er op de werkplek nog gerookt. Nadomini heeft dit onvoldoende weersproken. Niet duidelijk is geworden welke maatregelen Nadomini heeft genomen om [werknemer] hierin te ondersteunen.
Dat de gestelde verwijten geen verband houden met zijn arbeidsongeschiktheid is dan ook niet komen vast te staan.