Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
- met gestrekte arm en/of gebalde vuist (met kracht) slaan/stompen tegen het hoofd, althans het lichaam van voornoemde [slachtoffer] en/of
- meermalen (met kracht) slaan tegen het lichaam van voornoemde [slachtoffer] en/of
- het (met kracht) onderuit schoppen van voornoemde [slachtoffer]
terwijl dit door hem gepleegde geweld enig lichamelijk letsel, te weten pijn over het hele lichaam, met name op het hoofd en/of een gezwollen jukbeen en/of een onderhuidse bloeding rondom het oog en/of twee open verwondingen rond het oog voor [slachtoffer] ten gevolge heeft gehad.
2.Voorvragen
3.Bewijs
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] d.d. 22 april 2018 (dossierpagina’s 5 en 6);
- een schriftelijk bescheid, te weten een brief van drs. [naam] , arts-assistent chirurgie afdeling Spoedeisende Hulp Oost van het Onze Lieve Vrouwen Gasthuis, gedateerd 23 april 2018 (dossierpagina’s 9 en 10);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van getuige [naam] d.d. 23 april 2018 (dossierpagina 19);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [naam] d.d. 24 april 2018 (dossierpagina’s 39 en 40).
- met gestrekte arm en gebalde vuist met kracht stompen tegen het hoofd van voornoemde [slachtoffer] en
- het schoppen van voornoemde [slachtoffer] ,
terwijl dit door hem gepleegde geweld enig lichamelijk letsel, te weten pijn op het hoofd en een gezwollen jukbeen en een onderhuidse bloeding rondom het oog en twee open verwondingen rond het oog voor [slachtoffer] ten gevolge heeft gehad.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sanctie
Reclassering Nederland Noord-West te Zaandam.
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
- € 385,00 eigen risico ziektekostenverzekering in verband met het bezoek aan de SEH;
- € 880,00 wegens het niet kunnen werken gedurende één week.
8.Vorderingen tot tenuitvoerlegging
Het door de raadsman aangehaald arrest van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2017:462) ziet op een andere situatie. Verrekening van de vordering tenuitvoerlegging met voorarrest in een andere zaak is niet mogelijk.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
3 (drie) maanden.
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 200,00(zegge: tweehonderd euro), bestaande uit vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
4 (vier) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.