In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 1 november 2018 uitspraak gedaan in een jeugdstrafrechtelijke kwestie. De verdachte, geboren in Beverwijk, werd beschuldigd van een poging tot overval op een sigarenmagazijn in Haarlem op 10 februari 2018. De tenlastelegging omvatte het betreden van het magazijn met gezichtsbedekking en het in bezit hebben van een ploertendoder en een neppistool. Tijdens de zitting op 18 oktober 2018 heeft de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman, verklaard dat hij en zijn medeverdachte besloten hadden om de overval niet door te zetten, wat door getuigen werd bevestigd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding deels nietig was, omdat de tenlastelegging niet voldeed aan de wettelijke vereisten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte vrijwillig was teruggetreden van zijn plan om de overval uit te voeren, wat leidde tot de conclusie dat het feit niet als strafbaar kon worden gekwalificeerd. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de tenlastelegging en verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in zijn vordering tot schadevergoeding. De rechtbank heeft het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven.