Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[passagier sub 1]wonende te [woonplaats]
[passagier sub 2]
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- € 600,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 17 februari 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 90,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
4.Het verweer
Deze vlucht is uiteindelijk met een vertraging van 19 minuten op Londen Heathrow aangekomen, waardoor de passagiers hun aansluitende vlucht naar Amsterdam hebben gemist. British Airways heeft de passagiers vervolgens omgeboekt naar de eerstvolgende beschikbare vlucht naar Amsterdam. Verder betwist British Airways dat zij een te korte overstaptijd heeft aangehouden. De passagiers hebben zelf de keuze gemaakt voor de onderhavige vlucht naar Amsterdam. Zij hadden ook kunnen kiezen voor een andere vlucht.
5.De beoordeling
Daarbij komt nog het volgende. Uit het OPNLrapport volgt dat de deuren zijn gesloten om 04.50 uur GMT en dat de geplande vertrektijd 04.55 uur was. Vervolgens blijkt daaruit dat de daadwerkelijke vertrektijd 04.58 uur was, dit is dus 3 minuten later dan gepland. Dit wijst evenmin op een besluit van luchtverkeerbeheer in verband met weersomstandigheden.Vervolgens moet het toestel taxiën naar de startbaan. Uit het OPNLrapport volgt dat het toestel om 05.28 uur ‘airborne’ was en dat de taxitijd 30 minuten was. Dat dit een ongebruikelijk lange taxitijd is geweest, veroorzaakt door een besluit van luchtverkeerbeheer, is niet gebleken. British Airways berekent zelf dat de gemiddelde taxitijd op LAX 22 minuten is, maar gaat er aan voorbij dat op de door haar opgestelde lijst van taxitijden regelmatig taxitijden van meer dan 22 minuten worden vermeld (in bijna 40% van de gevallen). Aan de hand daarvan kan geen buitengewone omstandigheid worden afgeleid.
Al het voorgaande leidt tot de conclusie dat niet is gebleken van een besluit van luchtverkeerbeheer ten aanzien van de onderhavige vlucht die een tot een geslaagd beroep op buitengewone omstandigheden als bedoeld in de Verordening kunnen leiden.
137 pagina’s vlucht- en/of crewinformatie), bestaande uit een vergelijking tussen de onderhavige vlucht en dezelfde vlucht een week later, voert British Airways aan dat er ook sprake was van slechte weersomstandigheden tijdens de onderhavige vlucht. Wat daarvan verder ook zij, daaruit kan niet worden geconcludeerd dat de onderhavige vlucht met een ongebruikelijke lange vluchttijd is geconfronteerd geweest. Met een vergelijking met een vlucht een week later is nog niet aangetoond wat de normale vluchttijd is over deze route
.
In het arrest van het Hof van 12 mei 2011 (Eglitis; C-294/10) is geoordeeld dat een luchtvaartmaatschappij gehouden is om in het stadium van de planning van de vlucht rekening te houden met het risico op vertraging die het gevolg kan zijn van eventuele buitengewone omstandigheden. Het Hof van Justitie geeft daarbij aan dat een luchtvaartmaatschappij in een bepaalde reservetijd dient te voorzien om de vlucht zo mogelijk volledig te kunnen uitvoeren na afloop van de buitengewone omstandigheden.
Volgens planning zouden de passagiers om 15:15 uur aankomen in Londen en om 16:25 uur vertrekken voor de aansluitende vlucht, oftewel een geplande overstaptijd van 70 minuten.
Tussen partijen staat niet ter discussie dat de minimale overstaptijd (MCT) voor deze passagiers op Heathrow 60 minuten was. Uit het OPNL rapport van de aansluitende vlucht (BA440) volgt dat de deuren al gesloten werden om 16.19 uur, terwijl het geplande landingstijdstip van vlucht BA268 15.15 uur was (en dan zijn de deuren nog niet geopend).
Dat er is voorzien in voldoende reservetijd om de vlucht zo mogelijk volledig te kunnen uitvoeren na afloop van buitengewone omstandigheden, is dan ook niet gebleken.
De kantonrechter is van oordeel dat dit voor rekening van British Airways moet blijven.
6.De beslissing
griffierecht € 223,00
salaris gemachtigde € 200,00
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis;