ECLI:NL:RBNHO:2018:9146
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vergoeding noodzakelijke kosten buddyhond voor politieambtenaar met PTSS
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 26 oktober 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een politieambtenaar (eiseres) en de korpschef van politie (verweerder) over de vergoeding van kosten voor een buddyhond. Eiseres, die lijdt aan een beroepsgerelateerde Posttraumatische Stress Stoornis (PTSS), had een verzoek ingediend om volledige vergoeding van de kosten voor haar buddyhond, maar dit verzoek werd door verweerder afgewezen met een maximum van € 1.000,- per jaar. Eiseres stelde dat haar was toegezegd dat alle kosten vergoed zouden worden en deed een beroep op het vertrouwensbeginsel.
De rechtbank oordeelde dat eiseres gerechtvaardigd had kunnen vertrouwen op de mededeling in haar ontslagbesluit, waarin stond dat alle kosten voor de buddyhond vergoed zouden worden. De rechtbank vond dat verweerder niet voldoende had aangetoond dat eiseres tijdig op de hoogte was gesteld van de nieuwe richtlijnen die een maximumvergoeding stelden. De rechtbank concludeerde dat de afwijzing van het verzoek om vergoeding van kosten die boven het bedrag van € 1.000,- uitkwamen, niet in overeenstemming was met het vertrouwensbeginsel.
Daarom verklaarde de rechtbank het beroep van eiseres gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres en het griffierecht werd vergoed.