ECLI:NL:RBNHO:2018:9065

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 oktober 2018
Publicatiedatum
18 oktober 2018
Zaaknummer
6555327
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot compensatie van passagiers wegens vluchtvertraging

In deze zaak hebben vier passagiers een vordering ingesteld tegen Corendon Dutch Airlines B.V. wegens compensatie voor een vermeende vertraging van hun vlucht van Amsterdam naar Ibiza op 11 september 2017. De passagiers stelden dat de vlucht meer dan drie uur vertraagd was, en vorderden een schadevergoeding van € 1.600,00, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Corendon betwistte de vordering en stelde dat passagiers sub 1 en sub 2 niet-ontvankelijk waren omdat zij geen bewijs van een bevestigde boeking hadden overgelegd. De kantonrechter oordeelde dat de bewijslast bij de passagiers lag en dat zij onvoldoende bewijs hadden geleverd om hun claim te onderbouwen. De rechter concludeerde dat de vlucht met een vertraging van minder dan drie uur was uitgevoerd, waardoor er geen recht op compensatie bestond. De vordering werd afgewezen en de passagiers werden veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 6555327 \ CV EXPL 17-11667
Uitspraakdatum: 24 oktober 2018
Vonnis in de zaak van:

1.[passagier sub 1] , wonende te [woonplaats] ,

2.
[passagier sub 2] ,wonende te [woonplaats] ,
3.
[passagier sub 3] ,wonende te [woonplaats] ,
4.
[passagier sub 4] ,wonende te [woonplaats]
,eisers
hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers
gemachtigde: mr. R.A. Bos
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Corendon Dutch Airlines B.V.
gevestigd te Lijnden
gedaagde
hierna te noemen: Corendon
gemachtigde: mr. M.E. Futselaar

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 21 december 2017 een vordering tegen Corendon ingesteld. Corendon heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna Corendon een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met Corendon een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Corendon de passagiers diende te vervoeren van Amsterdam naar Ibiza op 11 september 2017, hierna: de vlucht. De vlucht zou om 14:50 uur (lokale tijd) landen op Ibiza.
2.2.
De passagiers hebben compensatie van Corendon gevorderd omdat zij van mening zijn dat de vlucht meer dan drie uur vertraagd is uitgevoerd.
2.3.
Corendon heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagiers vorderen dat Corendon bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 1.600,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 11 september 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 181,50 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 december 2017;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat Corendon vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 400,00 per passagier.

4.Het verweer

4.1.
Corendon betwist de vordering. Zij voert aan dat passagiers sub 1 en sub 2 niet-ontvankelijk zijn in hun vordering nu zij geen bescheiden hebben overgelegd waaruit blijkt dat zij een bevestigde boeking hebben gehad voor de onderhavige vlucht. Ook is niet gebleken dat zij zich tijdig bij de incheckbalie hebben gemeld. Voorts betwist Corendon dat de onderhavige vlucht met meer dan 3 uur vertraagd is. De aankomstvertraging bedroeg namelijk 2 uur en 56 minuten. Ter onderbouwing van haar stelling heeft Corendon een Journey Log overgelegd. Hieruit blijkt dat de geplande aankomsttijd 14:50 uur (lokale tijd) was en de daadwerkelijke aankomststijd 17:46 uur (lokale tijd) was. Nu sprake is van een aankomstvertraging van minder dan 3 uur kunnen de passagiers geen aanspraak maken op compensatie op grond van de Verordening.
4.2.
Voorts betwist Corendon de buitengerechtelijke incassokosten en de wettelijke rente verschuldigd te zijn.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Ten aanzien van het door Corendon gevoerde niet-ontvankelijkheidsverweer overweegt de kantonrechter het volgende. Artikel 3 lid 2 van de Verordening bepaalt dat voor toepassing van de Verordening vereist is dat de passagiers een bevestigde boeking voor de vlucht in kwestie hebben en zich - behalve in geval van annulering als bedoeld in artikel 5 - (tijdig) bij de incheckbalie melden. De bewijslast ter zake hiervan rust op de passagiers. Passagiers sub 1 en sub 2 hebben in de onderhavige procedure slechts een betalingsoverzicht overgelegd waaruit blijkt dat zij alleen een aanbetaling hebben verricht. Nu door Corendon betwist is dat zij een bevestigende boeking voor de onderhavige vlucht hebben, had het op de weg van de passagiers sub 1 en sub 2 gelegen dit nader te onderbouwen door het overleggen van een e-ticket of de boardingpassen. Dit hebben de passagiers sub 1 en sub 2 nagelaten. Ook de stelling van Corendon dat de passagiers sub 1 en sub 2 zich niet bij de incheckbalie hebben gemeld, is door de passagiers niet betwist. Gezien het bovenstaande is de conclusie dat de passagiers sub 1 en sub 2 niet-ontvankelijk zijn in hun vordering.
5.3.
Vooropgesteld wordt verder dat de stelplicht en bewijslast ten aanzien van de gestelde vertraging van de vlucht op de passagiers rusten. Zij beroepen zich immers op het rechtsgevolg van die stelling, te weten compensatie op grond van de Verordening. Bij dit uitgangspunt geldt als kanttekening dat aan dat bewijs in een geval als hier aan de orde geen al te zware eisen mogen worden gesteld. De passagiers hebben ter onderbouwing een vluchtschema van FlightAware overgelegd. In dit schema staat dat het vliegtuig om 17:43 uur (lokale tijd) is geland. De geplande aankomsttijd zou 14:50 uur (lokale tijd) zijn. Dit betekent een vertraging van 173 minuten. De passagiers stellen dat het begrip aankomsttijd duidt op het tijdstip waarop ten minste een vliegtuigdeur open is. Gelet op de vertraging van 173 minuten in combinatie met de relatief lange tijd die, op een grote luchthaven als Ibiza, gepaard gaat met de geruime afstand die vanaf de landing moet worden afgelegd naar de gate, kan de conclusie niet anders zijn dan dat er sprake is van een aankomstvertraging van meer van drie uur. Ook uit het overgelegde vluchtschema blijkt dat de vlucht met een vertraging van 3 uur en 43 minuten is uitgevoerd, aldus nog steeds de passagiers. Corendon heeft hiertegen ingebracht dat onduidelijk is op welke bronnen de informatie van het vluchtschema is gebaseerd. Corendon stelt dat de vlucht met een vertraging van 176 minuten is uitgevoerd. Dit blijkt uit het door haar overgelegde Journey Log van de onderhavige vlucht. Hieruit blijkt dat de vlucht om 17:46 uur (lokale tijd) is geland. Corendon heeft verder gesteld dat het toestel om deze tijd stil stond aan de gate, met de blokken tegen de wielen en dat de passagiers het toestel konden verlaten. Naar het oordeel van de kantonrechter hebben de passagiers deze stellingen van Corendon onvoldoende betwist. Nu de bewijslast op de passagiers rustten, had het op hun weg gelegen voldoende te onderbouwen dat zij met een vertraging van meer dan 3 uur op hun eindbestemming zijn aangekomen. De passagiers hebben dit nagelaten. Het als productie 2 bij dagvaarding overgelegde schema van FlightAware is hiertoe onvoldoende, nu ook hier op staat dat de vlucht met minder dan drie uur vertraging is geland. De (overigens slecht leesbare) tekst:
‘3 hours 13 minutes late’is verder niet onderbouwd noch verklaard waardoor de kantonrechter hier geen conclusies aan kan verbinden.
5.4.
Gelet op vorenstaande is vast komen te staan dat de onderhavige vlucht is uitgevoerd met een vertraging minder dan drie uur. Er bestaat daarom geen recht op compensatie en de vordering wordt afgewezen. Nu de hoofdvordering wordt afgewezen, delen de nevenvorderingen datzelfde lot.
5.5.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers, omdat zij ongelijk krijgen.
5.6.
Ook de nakosten kunnen worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door Corendon worden gemaakt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
verklaart de passagiers sub 1 en sub 2 niet-ontvankelijk;
6.2.
wijst de vorderingen van de passagiers sub 3 en 4 af;
6.3.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Corendon worden vastgesteld op een bedrag van € 200,00 aan salaris van de gemachtigde van Corendon.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.E. van Oosten-van Smaalen, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter