ECLI:NL:RBNHO:2018:8259
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Erkenning van een Oekraïense adoptie in Nederland en adoptie naar Nederlands recht
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 26 september 2018 uitspraak gedaan over de erkenning van een Oekraïense adoptie en de mogelijkheid om de adoptie naar Nederlands recht uit te spreken. Verzoekers, een echtpaar uit Oekraïne, hadden een dochter geadopteerd in Oekraïne en vroegen de rechtbank om deze adoptie ook in Nederland te erkennen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de adoptie in Oekraïne is uitgevoerd, maar dat de verzoekers niet voldaan hebben aan de vereisten van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Wobka). De rechtbank heeft geoordeeld dat de adoptie niet kan worden erkend op basis van de Nederlandse wetgeving, omdat de gewone verblijfplaats van de minderjarige ten tijde van de adoptie in Oekraïne niet is aangetoond. De rechtbank heeft echter wel geoordeeld dat de adoptie naar Nederlands recht kan worden uitgesproken, omdat aan de voorwaarden van het Burgerlijk Wetboek is voldaan. De rechtbank heeft de adoptie van de minderjarige door verzoekers uitgesproken en de inschrijving van de geboortegegevens gelast. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, met uitzondering van bepaalde onderdelen.