ECLI:NL:RBNHO:2018:8189

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 september 2018
Publicatiedatum
24 september 2018
Zaaknummer
6590894 \ CV EXPL 18-353
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid luchtvaartmaatschappij voor schade door vertraging bagage en annulering vlucht

In deze zaak hebben twee passagiers een vordering ingesteld tegen American Airlines wegens schade in verband met de annulering van hun vlucht van Amsterdam naar Philadelphia op 11 mei 2017. De passagiers waren oorspronkelijk geboekt op vlucht AA203, die werd geannuleerd. Ze werden omgeboekt naar vervangende vluchten, maar ook het tweede deel van de vervangende vlucht werd geannuleerd. De passagiers vorderden compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004 en het Verdrag van Montreal, en stelden dat ze recht hadden op compensatie voor zowel de annulering van de oorspronkelijke vlucht als de vertraging van hun bagage.

American Airlines betwistte de vordering gedeeltelijk en stelde dat de passagiers geen recht hadden op compensatie voor de annulering van de vervangende vlucht, omdat zij geen boeking voor deze vlucht hadden. De kantonrechter oordeelde dat American Airlines in beginsel aansprakelijk blijft voor de vertraging van de bagage, maar dat de passagiers niet tijdig hadden geprotesteerd, waardoor hun vordering tot schadevergoeding voor de vertraging van de bagage niet-ontvankelijk werd verklaard. De kantonrechter kende echter wel een bedrag van € 1.200,00 toe aan de passagiers voor de annulering van de oorspronkelijke vlucht, evenals buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten.

De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van luchtvaartmaatschappijen bij annuleringen en vertragingen, en de voorwaarden waaronder passagiers recht hebben op compensatie. De kantonrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 6590894 \ CV EXPL 18-353
Uitspraakdatum: 26 september 2018
Vonnis in de zaak van:

1.[passagier sub 1]

2.
[passagier sub 2]beiden wonende te [woonplaats]
eiseressen
hierna gezamenlijk te noemen de passagiers
gemachtigde Claimingo B.V.
tegen
de rechtspersoon naar het recht van de plaats van haar vestiging
Americam Airline Inc.
gevestigd te Wilmington, Delaware (Verenigde Staten van Amerika)
gedaagde
hierna te noemen American Airlines
gemachtigde mr. M. Lustenhouwer

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 3 januari 2018 een vordering tegen American Airlines ingesteld. American Airlines heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd en hun eis gewijzigd, waarna American Airlines een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met American Airlines een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan American Airlines de passagiers diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol naar Philadelphia International Airport op 11 mei 2017 met vluchtnummer AA203.
2.2.
De vlucht is geannuleerd. De passagiers zijn overgeboekt naar vervangende vluchten van Amsterdam-Schiphol naar London Heathrow met vluchtnummer BA429 en aansluitend naar Philadelphia met vluchtnummer AA737. Het eerste deel van de vervangende vlucht van Amsterdam naar Londen (BA429) is volgens schema uitgevoerd. Het tweede deel van de vervangende vlucht van Londen naar Philadelphia (AA737) is geannuleerd. De passagiers zijn vervolgens omgeboekt naar een vervangende vlucht van Londen naar Newark Liberty International Airport met vluchtnummer BA189, waar zij op 11 mei 2017 om 19:37 uur zijn aangekomen. Vervolgens zijn de passagiers per trein naar Philadelphia International Airport gereisd.
2.3.
De passagiers hebben onder andere compensatie van American Airlines gevorderd in verband met de annulering van vlucht AA203 en daarnaast in verband met de annulering van vlucht AA737.
2.4.
American Airlines heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagiers vorderen thans, na wijziging van eis, dat American Airlines bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 2.160,80, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 18 augustus 2017, althans vanaf 23 september 2017, althans vanaf de datum van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 392,19 inclusief btw aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 23 september 2017, althans vanaf de datum van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten en de nakosten.
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat American Airlines gehouden is hen te compenseren vanwege de annulering van de vlucht tot een bedrag van € 600,00 per passagier en vanwege de annulering van (het tweede deel van) de vervangende vlucht tot een bedrag van € 300,00 per passagier conform artikel 7 van de Verordening. De passagiers stellen dat er een “nieuw recht” op compensatie is ontstaan vanwege de herroutering. Op de vervangende vlucht zijn opnieuw alle regels van de Verordening van toepassing, aldus de passagiers. Zij wijzen in dit verband op de Richtsnoeren voor interpretatie van de Verordening van de Commissie (hierna: de Richtsnoeren).
3.3.
De passagiers stellen voorts dat de bagage niet op de luchthaven te Newark was gearriveerd. Volgens de passagiers is de bagage van passagier sub 2 een week na aankomst naar het verblijf van de passagiers gebracht en hebben zij de bagage van passagier sub 1 drie dagen voor hun vertrek zelf moeten ophalen bij de luchthaven te Newark. De passagiers maken aanspraak op de schade die zij stellen te hebben geleden in verband met de vertraging van hun bagage. Deze schade begroten de passagiers op € 360,80. De passagiers beroepen zich daarbij op artikel 19 van het Verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer van 28 mei 1999, Trb. 2001/91 (hierna: het Verdrag van Montreal).

4.Het verweer

4.1.
American Airlines betwist de vordering (gedeeltelijk). Zij erkent dat de passagiers recht hebben op een bedrag van € 600,00 per passagier vanwege de vertraagde aankomst op de eindbestemming. American Airlines voert echter aan dat de passagiers op grond van de Verordening geen recht hebben op een tweede keer compensatie. De passagiers zijn volgens American Airlines maar één keer vertraagd op de eindbestemming gearriveerd. American Airlines beroept zich voorts op artikel 3 lid 3 van de Verordening. American Airlines voert in dat verband aan dat de passagiers niet hebben betaald voor de vervangende vlucht. De Verordening is daarom volgens American Airlines niet van toepassing op de vervangende vlucht. American Airlines voert aan dat de passagiers zich niet op de Richtsnoeren kunnen beroepen. Voor zover de Richtsnoeren wel van toepassing zijn, meent American Airlines dat de passagiers gelet op artikel 4.8.8. van de Richtsnoeren in samenhang met artikel 7 lid 2 sub c van de Verordening slechts aanspraak kunnen maken op een bedrag van € 300,00 per passagier. American Airlines betwist dat de passagiers schade hebben geleden vanwege vertraagde bagage. Voorts voert American Airlines aan dat niet zij, maar British Airways de bagage heeft vervoerd. Volgens American Airlines kunnen de passagiers daarnaast hun aanspraak op schadevergoeding niet geldend maken jegens American Airlines, omdat zij niet tijdig hebben geprotesteerd.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Ten aanzien van de vordering tot betaling van compensatie van € 300,00 per passagier vanwege de annulering van het tweede deel van de vervangende vlucht van Londen naar Philadelphia (AA737), overweegt de kantonrechter als volgt. Vast staat dat de passagiers oorspronkelijk een vervoersovereenkomst hadden met American Airlines voor een door deze luchtvaartmaatschappij uit te voeren vlucht van Amsterdam naar Philadelphia met vluchtnummer AA203, dat deze vlucht is geannuleerd en dat de passagiers zijn omgeboekt naar een vervangende vlucht. De passagiers hadden dus oorspronkelijk geen boeking voor de vervangende vlucht. Zij hebben onvoldoende gesteld waarom zij recht op compensatie zouden hebben in verband met de annulering van de vervangende vlucht. Dit volgt niet uit de Verordening. Het beroep van de passagiers op de Richtsnoeren kan niet slagen, omdat deze richtsnoeren geen geldend recht zijn. Dit deel van de vordering zal daarom worden afgewezen.
5.3.
Ten aanzien van de gevorderde schade in verband met de vertraging van de bagage, overweegt de kantonrechter als volgt. De passagiers hebben als productie 8 bij de dagvaarding een formulier overgelegd met een stempel van British Airways, waarin staat “
Please accept our apologies that we did not carry your luggage on your fligth today. (…) Sincerely, The Newark Customer Service Team”. Hiermee staat voldoende vast dat de bagage van de passagiers niet met de tweede vervangende vlucht te Newark is gearriveerd. De kantonrechter oordeelt voorts dat in geval van annulering van een vlucht de oorspronkelijke vervoerder, te weten American Airlines, in beginsel aansprakelijk blijft voor de vertraging van de bagage op grond van artikel 19 van het Verdrag van Montreal. American Airlines heeft niet betwist dat de passagiers hun bagage op de luchthaven van Amsterdam hebben ingecheckt voor de oorspronkelijke vlucht AA203 en dat de passagiers hun bagage nadien niet meer hebben gezien. Het was daarom de verantwoordelijkheid van American Airlines om ervoor te zorgen dat de bagage met de vervangende vlucht werd vervoerd. Voor zover de bagage is zoekgeraakt door toedoen van British Airways op de vervangende vlucht, kan American Airlines zich eventueel op British Airways verhalen op grond van artikel 37 van het Verdrag van Montreal. American Airlines heeft echter aangevoerd dat de passagiers niet tijdig hebben geprotesteerd in de zin van artikel 31, tweede lid van het Verdrag van Montreal. De passagiers hebben dit niet weersproken. Gelet hierop is de vordering van de passagiers jegens American Airlines tot schadevergoeding gelet op artikel 31, vierde lid van het Verdrag van Montreal niet-ontvankelijk.
5.4.
Tegen de vordering tot betaling van compensatie van € 600,00 per passagier vanwege de annulering van oorspronkelijke vlucht van Londen naar Philadelphia (AA203) heeft American Airlines geen verweer gevoerd, zodat de vordering op dit punt zal worden toegewezen tot een bedrag van € 1.200,00. De gevorderde wettelijke rente over voormeld bedrag is als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar.
5.5.
De passagiers hebben een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. American Airlines heeft deze vordering betwist. Nu de onderhavige vordering geen betrekking heeft op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is, zal de kantonrechter de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn toetsen aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het rapport Voorwerk II. De kantonrechter acht voldoende aannemelijk gemaakt dat de passagiers buitengerechtelijke werkzaamheden hebben verricht dan wel hebben laten verrichten en dat hiervoor kosten zijn gemaakt. De omvang van de buitengerechtelijke incassokosten dient te worden getoetst aan de tarieven zoals vervat in het Besluit in plaats van aan de tarieven van het rapport Voorwerk II, nu de tarieven neergelegd in voornoemd Besluit geacht worden redelijk te zijn. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten zal worden toegewezen volgens het wettelijke tarief inclusief btw (€ 217,80) dat hoort bij de hoofdsom waartoe American Airlines zal worden veroordeeld.
5.6.
De proceskosten komen voor rekening van American Airlines, omdat zij ongelijk krijgt. Ook de nakosten kunnen worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de passagiers worden gemaakt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt American Airlines tot betaling aan de passagiers van € 1.417,80, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 1.200,00 vanaf 18 augustus 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening;
6.2.
veroordeelt American Airlines tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de passagiers tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 103,81;
griffierecht € 226,00
salaris gemachtigde € 300,00
en tot betaling van € 75,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door de passagiers worden gemaakt;
6.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter