Overwegingen
1. Eiser was in 2010 directeur en enig aandeelhouder van [A] B.V. De activiteiten van deze vennootschap worden in het handelsregister van de Kamer van Koophandel als volgt omschreven:
“Financierings- en beheermaatschappij advisering op organisatorisch terrein journalistiek, communicatief en media advertising en werk”.
2. Eiser bezat in 2010 een tweede woning op Bonaire. De (bouw van de) woning op Bonaire is door eiser gefinancierd met een tweetal leningen bij [A] B.V. ten bedrage van € 358.000 (schriftelijke overeenkomst van mei 2005; hierna: Bonaire I) en € 711.069 (schriftelijke overeenkomst van 18 augustus 2005; hierna: Bonaire II). Deze overeenkomsten zijn vervangen door één overeenkomst van 30 september 2008 tussen eiser en [A] B.V. ten bedrage van € 1.069.069 (hierna: Bonaire III). Voorts heeft eiser ultimo 2010 een rekening-courantschuld bij [A] B.V. die grotendeels betrekking heeft op deze woning, waarvoor eiser op 17 januari 2010 met terugwerkende kracht tot 15 september 1989 een schriftelijke overeenkomst met [A] B.V. is aangegaan (hierna: de rekening-courantovereenkomst).
3. Artikel 5 van Bonaire I en Bonaire II luidt als volgt:
“5.1 Geldgever verstrekt de hoofdsom ter leen aan Geldnemer onder de voorwaarden - welke Geldnemer hierbij aanvaardt - dat Geldnemer:
a. a) de thans aan Geldnemer toebehorende onroerende zaak gelegen te Bonaire zonder schriftelijke toestemming van Geldgever geheel noch ten dele te zullen verkopen, te ruilen of op andere wijze te vervreemden, te verhuren of op enige andere wijze in gebruik te geven dan wel met hypotheek of andere zakelijke rechten te bezwaren;
b) op eerste vordering van Geldgever, onder gebruikelijke voorwaarden ten behoeve van Geldgever hypotheek verleent op de sub 5.1.a bedoelde onroerende zaak, zulks tot zekerheid voor de voldoening van al hetgeen Geldgever van Geldnemer, uit welken hoofde ook te vorderen heeft of mocht te hebben, zulks tot een alsdan door Geldgever te bepalen bedrag.”
4. Bonaire III bevat geen met artikel 5 van Bonaire I en Bonaire II vergelijkbare bepaling. De preambule van Bonaire III luidt:
“IN AANMERKING NEMENDE DAT:
- de overeenkomst in de plaats treedt van de eerder in 2005 aangegane overeenkomsten ten aanzien van geldleningen van GELDGEVER aan GELDNEMER:
1. lening “Binaire I); en
2. € 692.446 ( lening “Bonaire II”), welke later is verhoogd naar totaal € 711.069;
- Partijen de afspraken in deze overeenkomst wensen vast te leggen.”
5. De rekening-courantovereenkomst bepaalt, voor zover van belang:
“7. De debiteur is gehouden op eerste aanvraag van de crediteur in de door de crediteur gewenste vorm en omvang zekerheid te stellen of gestelde zekerheid aan te vullen.
8. De debiteur mag geen verplichtingen (borgstellingen daaronder begrepen) tegenover andere geldschieters aangaan, noch hypotheek of andere zekerheid voor andere schulden verlenen, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de crediteur.
9. De debiteur mag, zolang zijn schuld aan de crediteur niet geheel is voldaan, zijn onroerende goederen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de crediteur niet verkopen, ruilen of op andere wijze vervreemden, noch met hypotheek of met enig ander zakelijk recht, hoe ook genaamd, bezwaren.”
6. Eiser is op 1 juni 2010 een aflossingsvrije hypothecaire geldlening aangegaan voor een bedrag van $ 1.000.000 bij [B] Bank N.V., gevestigd te Bonaire. Blijkens de voorwaarden is het doel van de lening de investering in onroerend goed. Tot zekerheid heeft eiser ten behoeve van [B] Bank N.V. op 18 juni 2010 een recht van eerste hypotheek gevestigd op de woning op Bonaire. De hoogte van de hypothecaire inschrijving bedroeg $ 1.500.000.
7. Op de balans van [A] B.V. stond ultimo 2010 een pensioenvoorziening ten behoeve van eiser met een fiscale waarde van € 726.382. De waarden van de totale activa van [A] B.V. bedroegen per respectievelijk 31 december 2009 en 31 december 2010 € 1.747.325 en € 1.597.849.
Tot de activa behoren volgens de jaarrekening 2010 van [A] B.V. de volgende leningen aan eiser:
31 december 2009
31 december 2010
Lening
€ 75.044
€ 75.044
Bonaire I
€ 358.000
€ 358.000
Bonaire II
€ 711.069
€ 711.069
Rekening-courant
€
537.802
€
330.649
Totaal
€ 1.681.915
€ 1.474.762
8. Eiser heeft in 2010 van [A] B.V. een loon ontvangen van € 158.565 waarop € 72.031 aan loonheffing is ingehouden. De bezittingen en schulden van eiser per 1 januari en per 31 december 2010 bestonden uit:
Bezittingen
1 januari 2010
31 december 2010
Aandelen [A] B.V.
Liquide middelen
Eigen woning in [Z] (woz-waarde)
Woning op Bonaire (volgens aangifte IB/PVV)
Totaal (exclusief aandelen [A] B.V.)
PM
€ 13.518
€ 2.014.000
€
1.400.000
€ 3.427.518
PM
€ 11.968
€ 1.983.000
€
1.400.000
€ 3.394.968
Schulden
eigenwoningschuld [A] B.V.
[C] Bank
Creditcards
[D] B.V.
[E]
[F] B.V.
[B] Bank
Totaal
€ 2.446.347
€ 1.681.915
€ 95.700
€ 484
€ 100.000
€ 50.000
€ 350.000
€
€ 4.724.446
€ 2.446.347
€ 1.331.915
€ 123.356
€ 1.078
€ 100.000
€ 25.000
€ 0
€
754.632
€ 4.782.328
Saldo (exclusief aandelen [A] B.V.)
€ - 1.296.928
€ - 1.387.360
9. Per 1 januari van de navolgende jaren bedraagt de totale schuld van eiser aan [A] B.V. volgens de aangiften IB/PVV:
2011 € 1.331.915
2012 € 1.600.384
2013 € 1.577.335
2014 € 1.822.953
2015 € 1.822.953.
10. Eiser is op 25 september 2012 een aflossingsvrije hypothecaire geldlening aangegaan voor een bedrag van $ 250.000 bij [B] Bank N.V. Blijkens de voorwaarden is het doel van de lening ‘investeren in Europa’. Tot aanvullende zekerheid heeft eiser ten behoeve van [B] Bank N.V. een recht van tweede hypotheek gevestigd op de woning op Bonaire.
11. De primitieve aanslag IB/PVV 2010 is met dagtekening 7 februari 2013 overeenkomstig de aangifte van 17 maart 2011 vastgesteld. Op 28 mei 2015 heeft een bespreking plaatsgevonden tussen verweerder, eiser en zijn gemachtigde. Naar aanleiding van deze bespreking heeft de gemachtigde van eiser bij brief van 29 mei 2015 aan verweerder een voorstel gedaan. Bij brief van 11 augustus 2015 heeft verweerder de gemachtigde bericht zich op het standpunt te stellen dat de pensioenaanspraak van eiser op [A] B.V. in 2010 is afgekocht, voornemens te zijn een navorderingsaanslag op te leggen en verzocht de commerciële waarde van de pensioenaanspraak per 18 juni 2010 mede te delen. Bij brief van 22 oktober 2015 heeft verweerder de gemachtigde bericht ook na telefonisch contact geen gegevens te hebben ontvangen, de waarde in het economische bepaald te hebben op € 1.474.140 en een navorderingsaanslag te zullen opleggen naar dat bedrag, vermeerderd met 20% revisierente. De navorderingsaanslag is met dagtekening 21 november 2015 opgelegd.
12. De woning op Bonaire is in 2015 verkocht voor $ 2.200.000. Op de balans van [A] B.V. komt per 31 december 2014 geen vordering op eiser meer voor. [A] B.V. is op 18 augustus 2015 ontbonden. De vereffening is geëindigd op 9 mei 2016.