ECLI:NL:RBNHO:2018:8046

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 juni 2018
Publicatiedatum
18 september 2018
Zaaknummer
15/168447-17
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige strafzaak over oplichting via internet met valse hoedanigheden en kunstgrepen

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 15 juni 2018, is de verdachte beschuldigd van meermalen gepleegde oplichting. De rechtbank heeft de zaak behandeld naar aanleiding van een openbare terechtzitting op 1 juni 2018. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan verschillende vormen van oplichting, waarbij hij zich voordeed als verkoper van concert- en voetbalkaartjes, als verhuurder van een woning, en als koper van goederen zoals een scooter en een auto. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte door middel van valse hoedanigheden en listige kunstgrepen slachtoffers heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen. De officier van justitie heeft gevorderd tot bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft echter de feiten 1 en 4 niet bewezen verklaard, omdat de handelingen van de verdachte niet als oplichtingsmiddelen konden worden aangemerkt. Feiten 2, 3, 5 en 6 zijn wel bewezen verklaard. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden en heeft schadevergoedingsmaatregelen opgelegd aan de benadeelde partijen. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 6] niet-ontvankelijk verklaard, terwijl de vorderingen van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] zijn toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Alkmaar
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/168447-17 (P)
Uitspraakdatum: 15 juni 2018
Verstek
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 1 juni 2018 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. E. Visser.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Feit 1hij op of omstreeks 4 augustus 2015 te Abbekerk, gemeente Medemblik, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van ongeveer €75,-, door zich voor te doen als aanbieder en/of verkoper van kaarten voor een voetbalwedstrijd (Ajax-Rapid Wien in de Amsterdam Arena) op de internetsite marktplaats.nl en/of zich voor te doen als bonafide verkoper en/of bij die [slachtoffer 1] de indruk te wekken dat hij in het bezit is van voornoemde kaarten, terwijl hij, verdachte, deze kaarten niet heeft geleverd en/of heeft doorverkocht aan een ander en/of niet in het bezit heeft gehad, waardoor [slachtoffer 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
Feit 2hij in of omstreeks de periode van 7 december 2015 tot en met 19 februari 2016 te Medemblik, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van ongeveer €200,-, door
- zich voor te doen als aanbieder en/of verkoper van concertkaarten (van een concert in de Ziggodome van Adele), in elk geval een of meer goeder(en) op de internetsite Facebook, en/of
- zich voor te doen als bonafide verkoper, en/of
- te zeggen dat hij de kaarten via een relatie van Sony had gekregen en/of (om vertrouwen te wekken) een valse en/of vervalste mail van Sony te sturen en/of
- te zeggen dat die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] de kaarten bij de ingang van de Ziggodome konden ophalen, terwijl hij, verdachte, deze kaarten niet heeft geleverd en/of niet in het bezit heeft gehad, waardoor [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
Feit 3hij in of omstreeks de periode van 7 maart 2016 tot en met 14 april 2016 te Hoogkarspel, gemeente Drechterland, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van in totaal ongeveer €1.550,-, door
- zich voor te doen als eigenaar en/of verhuurder van een woning (gelegen aan [adres] ) op de internetsite marktplaats.nl, terwijl hij, verdachte, geen eigenaar van de woning was en/of de woning niet mocht verhuren en/of
- die [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] voornoemde woning te laten bezichtigen en/of een huurcontract op te stellen voor de duur van twee jaar en/of deze te ondertekenen, waardoor [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
Feit 4hij in of omstreeks de periode van 9 april 2016 tot en met 22 april 2016 te Lutjebroek, gemeente Stede Broec, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 6] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van ongeveer €435,-, door
- zich voor te doen als aanbieder en/of verkoper van een of meerdere laptop(s), in elk geval een of meer goeder(en) op de internetsite marktplaats.nl, en/of
- zich voor te doen als bonafide verkoper, en/of
- te zeggen dat hij de laptops aangetekend heeft verstuurd naar die [slachtoffer 6] , terwijl hij, verdachte, deze laptops niet heeft geleverd en/of heeft doorverkocht aan een ander en/of niet in het bezit heeft gehad, waardoor [slachtoffer 6] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
Feit 5hij op of omstreeks 10 juni 2016 te Hoorn, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een medewerker van [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] heeft bewogen tot de
afgifte van enig goed, te weten een (gerepareerde) scooter (Kymco Agility, kenteken [kenteken 1] ), door
- voornoemde scooter ter reparatie aan te bieden bij [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of
- de scooter op te halen en/of te zeggen dat zijn, verdachtes, boekhouder het geld had overgemaakt voor de reparatie en/of
- een e-mail te sturen met een vals en/of vervalst betalingsbewijs, terwijl hij, verdachte, niet heeft/had betaald, waardoor een medewerker van [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
Feit 6hij in of omstreeks de periode van 22 juli 2016 tot en met 26 juli 2016 te Nibbixwoud, gemeente Medemblik, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een medewerker van [slachtoffer 9] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een (personen)auto (Volkswagen Golf, kenteken [kenteken 2] ), door
- zich voor te doen als (bonafide) koper van voornoemde auto en/of
- een vals en/of vervalst betalingsbewijs te laten zien aan de medewerker van [slachtoffer 9] , terwijl hij, verdachte, niet heeft/had betaald, waardoor een medewerker van [slachtoffer 9] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Bewijs

3.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte zich onder meer heeft voorgedaan als bonafide verkoper van concertkaartjes, bonafide koper van een auto en bonafide verhuurder van een woning. De valse hoedanigheid wordt versterkt door listige kunstgrepen, zoals het overleggen van valse bankoverschrijvingen en andere valse documenten.
3.2
Oordeel van de rechtbank
3.2.1
Vrijspraak feiten 1 en 4Voor een veroordeling voor oplichting is onder meer vereist dat sprake is van het bezigen van één of meer van de in artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht specifiek aangeduide oplichtingsmiddelen. Met het in de wet omschrijven van deze oplichtingsmiddelen wordt bewerkstelligd dat niet iedere vorm van bedrog en niet iedere tekortkoming in civielrechtelijke zin binnen het bereik van het strafrecht wordt gebracht als misdrijf.
Verdachte heeft op de website ‘www.marktplaats.nl’ zowel onder een valse naam als onder zijn eigen naam goederen aangeboden. Verdachte is met de kopers een prijs van aankoop overeengekomen en heeft vervolgens zijn rekeningnummer aan hen gegeven. Naar dit rekeningnummer is de koopsom door de betreffende koper overgemaakt. De rechtbank is van oordeel dat deze handelingen kenmerkend zijn voor vrijwel iedere transactie op Marktplaats, met dit verschil dat de kopers met wie verdachte zaken deed, vervolgens het goed waarvoor zij betaalden, nooit hebben ontvangen. Hoewel deze gang van zaken mogelijk een wanprestatie in civielrechtelijke zin oplevert, is dat evenwel onvoldoende om aan te kunnen nemen dat de kopers door een oplichtingsmiddel zijn bewogen om tot aankoop over te gaan. Het enkel zich voordoen als een betrouwbare contractspartij, wetende dat je je verplichtingen niet kunt nakomen, valt niet aan te merken als oplichtingsmiddel. Uit de aangiftes van de onder feit 1 en feit 4 ten laste gelegde oplichtingen blijkt niet dat de aangevers door iets anders zijn bewogen dan door hun wens het aangeboden goed te kopen. Ook anderszins is niet duidelijk geworden dat zij tot het overmaken van de koopsom zijn gekomen door de aanwending van oplichtingsmiddelen door verdachte. Aldus is naar het oordeel van de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte onder de feiten 1 en 4 is ten laste gelegd. De rechtbank zal verdachte daarom van deze feiten vrijspreken.
3.2.2
Bewijsmiddelen
Feit 2:
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder feit 2 ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
 een proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] gedateerd 19 februari 2016 (dossierpagina’s 30 t/m 32) met bijlagen (dossierpagina’s 33 t/m 57):
 een proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] gedateerd 6 augustus 2017 (dossierpagina’s 335 en 336).
Feiten 3, 5 en 6:
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van de onder 3, 5 en 6 ten laste gelegde feiten op grond van de aan dit vonnis als bijlage gehechte en daarvan deel uitmakende bewijsmiddelen. [1]
De bewijsmiddelen zijn, ook in onderdelen, telkens slechts gebruikt ten aanzien van het feit waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben.
3.2.3
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 2, 3, 5 en 6 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Feit 2hij in de periode van 7 december 2015 tot en met 19 februari 2016 te Medemblik, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van € 200,-, door
- zich voor te doen als aanbieder van concertkaarten van een concert in de Ziggodome van Adele op de internetsite Facebook, en
- zich voor te doen als bonafide verkoper, en
- te zeggen dat hij de kaarten via een relatie van Sony had gekregen en om vertrouwen te wekken een valse mail van Sony te sturen en
- te zeggen dat die [slachtoffer 2] de kaarten bij de ingang van de Ziggodome kon ophalen, terwijl hij, verdachte, deze kaarten niet in het bezit heeft gehad, waardoor [slachtoffer 2] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Feit 3hij in de periode van 7 maart 2016 tot en met 14 april 2016 te Hoogkarspel, gemeente Drechterland, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van in totaal €1.550,-, door
- zich voor te doen als eigenaar en/of verhuurder van een woning gelegen aan [adres] op de internetsite marktplaats.nl, terwijl hij, verdachte, geen eigenaar van de woning was en de woning niet mocht verhuren, en
- die [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] voornoemde woning te laten bezichtigen en een huurcontract op te stellen voor de duur van twee jaar en deze te ondertekenen, waardoor [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] werden bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Feit 5hij op of omstreeks 10 juni 2016 te Hoorn, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, een medewerker van KMN Scooters en/of [slachtoffer 8] heeft bewogen tot de afgifte van een gerepareerde scooter Kymco Agility, kenteken [kenteken 1] , door
- voornoemde scooter ter reparatie aan te bieden bij KMN Scooters en/of [slachtoffer 8] en
- de scooter op te halen en te zeggen dat zijn, verdachtes, boekhouder het geld had overgemaakt voor de reparatie en
- een e-mail te sturen met een vals of vervalst betalingsbewijs, terwijl verdachte, niet had betaald, waardoor een medewerker van KMN Scooters en/of [slachtoffer 8] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Feit 6hij in de periode van 22 juli 2016 tot en met 26 juli 2016 te Nibbixwoud, gemeente Medemblik, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, een medewerker van [slachtoffer 9] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een personenauto Volkswagen Golf, kenteken [kenteken 2] , door
- zich voor te doen als bonafide koper van voornoemde auto en
- een vals of vervalst betalingsbewijs te laten zien aan de medewerker van [slachtoffer 9] , terwijl hij, verdachte, niet had betaald, waardoor een medewerker van [slachtoffer 9] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. Verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
Feiten 2, 3, 5 en 6, telkens:
oplichting
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.
6. Motivering van de straf
6.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden.
6.2
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich binnen een tijdsbestek van ruim zeven maanden schuldig gemaakt aan een viertal oplichtingen. Verdachte heeft door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en samenweefsels van verdichtsels meerdere slachtoffers opgelicht. Zo heeft verdachte kaartjes voor een concert van Adele verkocht aan een familielid, terwijl hij voornoemde kaartjes nimmer in bezit heeft gehad. Daarnaast heeft verdachte zich voorgedaan als verhuurder van een woning. In dit kader heeft hij de slachtoffers de woning laten bezichtigen en een geldbedrag over laten maken, terwijl hij niet de eigenaar was van die woning en ook niet gerechtigd was tot het verhuren van die woning. Tot slot heeft verdachte bij het ophalen van zijn gerepareerde scooter en een door hem gekochte auto door middel van valse of vervalste betalingsopdrachten/-bewijzen de indruk gewekt dat de overeengekomen betalingen zouden zijn verricht, terwijl de slachtoffers deze betalingen nooit hebben ontvangen.
Verdachte is aldus zeer berekenend en geraffineerd te werk gegaan en heeft op geen enkele wijze rekening gehouden met de gevolgen die zijn handelingen voor de slachtoffers hebben. Oplichtingspraktijken als de onderhavige schaden bovendien het vertrouwen in eerlijke handel. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan, temeer nu hij geen blijk heeft gegeven het kwalijke van zijn handelen in te zien.
Op dergelijke feiten kan, naar het oordeel van de rechtbank, niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op het op naam van verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 31 augustus 2017, waaruit blijkt dat hij reeds eerder ter zake van een soortgelijk feit onherroepelijk is veroordeeld. De rechtbank weegt deze omstandigheid ten nadele van verdachte mee bij de straftoemeting. Ook houdt de rechtbank bij de strafoplegging rekening met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd.

7.Vorderingen benadeelde partijen

7.1
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 1]
De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 75,00 ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die hij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank is van oordeel dat nu niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen aan verdachte onder feit 1 is tenlastegelegd, de benadeelde partij niet in de vordering, die betrekking heeft op dat ten laste gelegde feit, kan worden ontvangen.
Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij niet ontvankelijk is in de vordering. Dat laat onverlet de mogelijkheid voor de benadeelde partij zijn vordering bij de burgerlijke rechter aan te brengen.
7.2
Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel [slachtoffer 2]
De benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 200,00 ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder 2 ten laste gelegde feit zou hebben geleden, bestaande uit het voor de concertkaarten op 11 december 2015 aan verdachte betaalde bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Vast is komen te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 2 bewezen verklaarde feit [kort gezegd: oplichting], door de handelingen van verdachte, rechtstreeks schade heeft geleden. De vordering zal derhalve worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 11 december 2015 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 2] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken, tot op heden begroot op nihil.
De rechtbank ziet voorts aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.
7.3
Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel [slachtoffer 4]
De benadeelde partij [slachtoffer 4] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 2.308,63 ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die hij als gevolg van het onder 3 ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De gestelde schade bestaat uit:
  • Aanbetalingen huur €1.250,00
  • Gemist arbeidsinkomen en benzine € 291,84
  • Gemist arbeidsinkomen en aanvragen paspoort € 291,84
  • Opgenomen geldbedragen € 350,00
  • Kosten paspoorten € 100,00
  • Overige kosten € 24,95
Vast is komen te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 3 bewezen verklaarde feit [kort gezegd: oplichting], door de handelingen van verdachte, rechtstreeks schade heeft geleden.
De rechtbank zal het gevorderde bedrag toewijzen tot een bedrag van € 1.650,00, zijnde het bedrag van € 1.550,00 dat uit de aangifte naar voren komt als het aanbetaalde huurbedrag, alsmede de kosten van de paspoorten van € 100,00. De rechtbank is van oordeel dat dit deel van de vordering voldoende concreet is onderbouwd. De rechtbank zal het resterende deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren, nu de vordering op die onderdelen onvoldoende is onderbouwd.
De rechtbank zal de vordering dan ook toewijzen tot een totaalbedrag van € 1.650,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 18 maart 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 4] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken, tot op heden begroot op nihil.
De rechtbank ziet voorts aanleiding ter zake van het toegewezen deel van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.
De benadeelde partij kan de delen van de vordering, die tot niet-ontvankelijkheid zullen leiden, desgewenst bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
7.4
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 6]
De benadeelde partij [slachtoffer 6] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 435,00 ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die hij als gevolg van het onder 4 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat nu niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen aan verdachte onder feit 4 is tenlastegelegd, de benadeelde partij niet in de vordering, die betrekking heeft op dat ten laste gelegde feit, kan worden ontvangen.
Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij niet ontvankelijk is in de vordering. Dat laat onverlet de mogelijkheid voor de benadeelde partij om de vordering bij de burgerlijke rechter aan te brengen.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
artikelen 36f, 57, 63 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Beslissing

De rechtbank:
 Verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 en 4 is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte de onder 2, 3, 5 en 6 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.2.3 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de onder 2, 3, 5 en 6 bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4 vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
 Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
vier (4) maanden.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
 Verklaart de benadeelde partij
[slachtoffer 1]niet-ontvankelijk in de vordering nu verdachte ter zake van het feit waarop de vordering betrekking heeft, is vrijgesproken.
 Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 2]geleden schade tot een bedrag van
€ 200,00 (zegge: tweehonderd euro), bestaande uit materiële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 11 december 2015 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 2] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
 Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 2] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 200,00 (zegge: tweehonderd euro)], vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 december 2015, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
vier (4) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
 Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 4]geleden schade tot een bedrag van
€ 1.650,00, bestaande uit materiële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 18 maart 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 4] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
 Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 4] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 1.650,00 (zegge: zestienhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
zesentwintig (26) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
 Verklaart de benadeelde partij
[slachtoffer 6]niet-ontvankelijk in de vordering nu verdachte ter zake van het feit waarop de vordering betrekking heeft, is vrijgesproken.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. M. Hoendervoogt , voorzitter,
mr. C.E. Voskens en mr. C.A.J. van Yperen, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. R.S.E. Bruinen
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van
15 juni 2018.
Bewijsmiddelen
[bewijsmiddelen]

Voetnoten

1.De door de rechtbank in de bijlage als processen-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.