Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
2.Voorvragen
3.Bewijs
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal d.d. 20 mei 2018, p. 25 e.v. procesdossier;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen [verdachte] d.d. 21 mei 2018, p. 70 e.v. procesdossier;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen [verdachte] d.d. 22 mei 2018, p. 82 e.v. procesdossier;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen [medeverdachte 3] d.d. 21 mei 2018, p. 91 e.v. procesdossier;
- een schriftelijk bescheid, te weten een rapport van het Douanelaboratorium met nummer 6284 X 18 d.d. 24 mei 2018, los opgenomen;
- een schriftelijk bescheid, te weten een rapport van het Douanelaboratorium met nummer 6549 X 18 d.d. 30 mei 2018, los opgenomen;
- een schriftelijk bescheid, te weten een rapport van het Douanelaboratorium met nummer 6283 X 18 d.d. 24 mei 2018, los opgenomen.
een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Toepasselijke wettelijke voorschriften
8.Beslissing
20 maanden.
8 maanden nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van twee jaren.
zoveel korter als de reclassering nodig vindt, waarbij een kortdurende klinische opname voor de duur van maximaal zeven weken ten behoeve van detoxificatie tot de mogelijkheden behoort;