Op grond van het bepaalde in artikel 6:681 lid 1, onderdeel a, van het Burgerlijk Wetboek (BW) moet aan [werknemer] een billijke vergoeding worden toegekend, omdat de opzegging van de arbeidsovereenkomst in strijd is met het bepaalde in artikel 7:671 (lid 1 aanhef en onderdeel c) BW.
In de eerste plaats is niet voldaan aan de in artikel 7:677 lid 1 BW gestelde onverwijldheidseis, gelet op tijdspanne tussen de integriteitsmelding en het moment van schorsing, de op non-actiefstelling zonder opgave van redenen ( [werknemer] hoorde de reden hiervoor pas tijdens het gesprek met Hoffmann op 5 april 2018), de uitzonderlijk lange duur van het onderzoek van Hoffman (3,5 maand) en de datum van het ontslag.
Bovendien is geen sprake van een dringende reden voor het ontslag.
[werknemer] erkent weliswaar dat hij (op 9 augustus 2017 en 7 december 2017) twee daglichtlampen heeft besteld, waarvan hij er één op zijn bureau bij Spaarnelanden heeft geplaatst en één mee naar huis heeft genomen, maar dit was met het oog op zijn gezondheidstoestand en om goed op het werk te kunnen presteren. Enige jaren geleden zijn namelijk de lymfeklieren van [werknemer] verwijderd. Hij moet daarom direct zonlicht vermijden, maar heeft wel voldoende (dag)licht nodig om vitamine aan te maken om te kunnen functioneren. De eerste bestelling heeft [werknemer] gemeld bij [medewerker 1] van de afdeling facilitair, de tweede bestelling heeft hij niet gemeld. [werknemer] kon echter niet eenvoudig met een manager overleggen, omdat zijn vorige manager ( [voormalig manager] ) de organisatie medio 2017 heeft verlaten en de nieuwe manager ( [manager] ), die niet van de gezondheidstoestand van [werknemer] op de hoogte was, pas op 1 januari 2018 is aangetreden.
Ook wordt [werknemer] ten onrechte verweten dat hij grote hoeveelheden pakbonnen en bestelregels uit het WinCar systeem heeft verwijderd. Deze wijze van administreren wordt namelijk al sinds 2010 gevoerd. [werknemer] heeft zelf de administratie moeten inrichten en deed dit in overleg met [medewerker 2] van de financiële administratie. De bestelregels zijn verwijderd in overleg met [naam] van Reynolds & Reynolds. [werknemer] heeft nooit aanwijzingen van Spaarnelanden gekregen over de wijze waarop de administratie moest worden gevoerd. [werknemer] heeft lege pakbonnen verwijderd ter opschoning van het systeem. Overigens kunnen de pakbonnen ook door anderen zijn verwijderd.
De negatieve boekingen op pakbonnen heeft [werknemer] gedaan op voorstel van bovengenoemde [medewerker 2] . Ook hieromtrent heeft [werknemer] nooit richtlijnen of aanwijzingen van Spaarnelanden ontvangen.
[werknemer] kan niet verklaren waarom een accu en koppelingsset zijn verdwenen. [werknemer] heeft zich nooit eigendommen van Spaarnelanden toegeëigend. Overigens kan iedereen spullen uit het magazijn hebben meegenomen.
Bovendien zijn de gevolgen van het ontslag voor [werknemer] onaanvaardbaar. In dit verband wijst [werknemer] er op dat hij altijd goed heeft gefunctioneerd, dat hij in het belang van Spaarnelanden heeft gehandeld en dat hij geringe kansen heeft op de arbeidsmarkt.