In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 2 augustus 2018 uitspraak gedaan in een geschil over een omgevingsvergunning verleend door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem. De vergunning betrof de bouw en het gebruik van 160 tijdelijke wooneenheden en vier cultureel maatschappelijke ruimtes voor een periode van tien jaar. Eisers, bestaande uit meerdere betrokkenen, hebben beroep ingesteld tegen het besluit van de gemeente, omdat zij van mening zijn dat de vergunning ten onrechte is verleend zonder de vereiste uniforme openbare voorbereidingsprocedure. De rechtbank heeft vastgesteld dat het bestreden besluit niet voldoet aan de wettelijke vereisten, omdat het niet is voorbereid met de juiste procedurele stappen. De rechtbank oordeelt dat het project in strijd is met de bestemmingen die op het perceel van toepassing zijn en dat de omgevingsvergunning niet op de juiste grondslag is verleend. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en het primaire besluit herroepen. Tevens is de gemeente opgedragen om een nieuw besluit te nemen op de aanvraag. De rechtbank heeft verweerder ook veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan eisers.