Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 27 juni 2018
- het proces-verbaal van comparitie van 2 augustus 2018.
2.De feiten
4.De beoordeling
1.086,00(2 punten × tarief € 543,00)
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak, uitgesproken op 29 augustus 2018 door de Rechtbank Noord-Holland, is er een geschil over de eigendom van een strook grond tussen Bino B.V. en een gedaagde. Bino B.V. stelt eigenaar te zijn van de strook grond, terwijl de gedaagde beweert dat hij door verjaring eigenaar is geworden. De rechtbank oordeelt dat de strook volgens de kadastrale gegevens tot het perceel van Bino behoort, maar dat de gedaagde vanaf 1975 de feitelijke macht over de strook heeft uitgeoefend. Dit leidt tot de conclusie dat de gedaagde in 1995 door verjaring eigenaar is geworden van de strook, waardoor Bino geen recht heeft op de strook. De rechtbank wijst de vorderingen van Bino af, waaronder de vordering tot teruglevering van de strook en de vordering tot het vestigen van een erfdienstbaarheid van vluchtweg. De rechtbank oordeelt dat Bino als in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten wordt veroordeeld.