2.6.Van de zijde van de vrouw is als productie 15 een e-mailwisseling tussen de advocaten van partijen overgelegd die tussen 2 juni 2016 en 15 juni 2016 heeft plaatsgevonden. Uit deze e-mailwisseling kan worden afgeleid dat de advocaat van de man op 2 juni 2016 een (nader) voorstel namens de man heeft gedaan met betrekking tot de door hem aan de vrouw te betalen bijdrage in de kosten van levensonderhoud (partnerbijdrage) en de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap.
De advocaat van de vrouw heeft in reactie hierop bij e-mail van 6 juni 2016 laten weten van mening te zijn dat partijen volledige overeenstemming hebben bereikt en dat de man aan zijn eerdere toezegging kan worden gehouden, maar dat zij niettemin een tegenvoorstel doet, omdat zij een en ander graag zo snel mogelijk wil afwikkelen. Dit voorstel houdt in dat de vrouw instemt met het laatste voorstel van de man, op voorwaarde dat het verschil tussen de voorgestelde alimentatiebedragen wordt gedeeld. De advocaat van de man heeft bij e-mailberichten van 8 juni 2016 bericht dat de man niet instemt met het tegenvoorstel van de vrouw en een nader voorstel gedaan.
Bij e-mail van 10 juni 2016 is de advocaat van de man teruggekomen op dit voorstel en heeft hij namens de man het volgende voorstel gedaan en daarbij aangegeven
‘Cliënt wil ervan af. Dat is voor uw cliënte niet anders’:
‘1.
Verkoopopbrengst van het huis (na aftrek van de diverse hypotheken en inclusief het deel spaarhypotheek erbij geteld) wordt verrekend bij helften;
2. Partijen komen als peildatum voor de bankrekeningen 15 maart 2016 overeen en de saldi op die datum van alle bankrekeningen worden bij helften gedeeld;
3. De boot wordt toebedeeld aan de man;
4. De [auto] wordt toebedeeld aan de vrouw;
5. [auto] wordt toebedeeld aan de man;
6. De auto van het merk [merk] met kenteken [kenteken] wordt toebedeeld aan de man;
7. De aandelen in de B.V. worden toebedeeld aan de man;
8. De man betaalt ten titel van overbedeling aan de vrouw een bedrag van € 200.000,-.
9. Partijen komen overeen dat de man met ingang van 1 juni 2016 aan de vrouw bij vooruitbetaling verschuldigd een partneralimentatie van gebruteerd € 2.250,- per maand zal voldoen;
10. Pensioen wordt conform de wettelijke regeling verevend behalve het door de man in eigen beheer opgebouwde pensioen. Het in eigen beheer opgebouwde pensioen wordt in het geheel aan de man toebedeeld zonder verrekening met de vrouw.
11. Inboedel in goed overleg;
12. De vrouw blijft in de echtelijke woning wonen totdat deze is verkocht. In die periode betalen beide partijen de helft van de maandelijkse hypotheeklasten. Gas, water en overige gebruikerslasten worden met ingang van de alimentatiedatum (1 juni) door de vrouw geheel voldaan. De eigenaarslasten worden bij helfte gedeeld;
13. De vrouw geeft de sleutels van de [auto] , het kentekenbewijs [auto] , het kentekenbewijs van de [auto] en de sleutels van het appartement van de man af op het kantoor van haar advocaat. De man haalt de kentekenbewijzen en de sleutels van de [auto] en zijn appartement daar op en laat de sleutels van de echtelijke woning aar achter;
14. Partijen verlenen elkaar over en weer finale kwijting.’
In reactie hierop heeft de advocaat van de vrouw bij e-mail van dezelfde dag aan de advocaat van de man bericht dat de vrouw niet akkoord gaat met het nadere voorstel van de man en daarbij aangegeven: ‘
Keer op keer komt uw cliënt terug op zijneigenvoorstellen. Ook thans is dat weer het geval. (…) Namens cliënt herhaal ik hierdoor voor de laatste maal het eerdere voorstel: uw cliënt betaalt € 2.800,- per maand aan partneralimentatie met ingang van 1 juni 20169 en een overbedelingsvergoeding van € 200.000,-. Met vanzelfsprekend daarnaast de punten waarover reeds overeenstemming bestaat, zoals de verdeling van de woning en de voertuigen enz.
Of uw cliënt doet zijn laatste voorstel gestand, namelijk een partneralimentatie van € 2.250,- per maand maar dan met een overbedelingsvergoeding van € 250.000,-.’
De advocaat van de man heeft bij e-mail van 13 juni 2016 aan de advocaat van de vrouw bericht:
‘Cliënt is nog bereid om aan te bieden uw cliënte € 200.000,- overbedelingsvergoeding te betalen en daarnaast € 2.500,- bruto per maand, met daarnaast alle andere, bekende afspraken. Wat cliënt betreft kunnen die afspraken nog deze week worden getekend.’
In reactie hierop heeft de advocaat van de vrouw bij e-mail van 15 juni 2016 bericht:
‘Cliënte is akkoord. Ik verwacht evenwel niet dat ik, gezien mijn agenda, het convenant nog deze week gereed kan hebben U ontvangt een conceptconvenant zo spoedig mogelijk maar uiterlijk begin komende week van mij.’