Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
- het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 26 februari 2018;
- het antwoordformulier (formulier C), ingekomen ter griffie op 27 juni 2018;
- het aanvullend verweer aan de zijde van Air France, ingekomen ter griffie op 29 juni 2018.
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
- € 181,50 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 4 maart 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, nakosten daaronder begrepen.
4.De beoordeling
‘a/c retured to gate due a sick pap, pap offloaded at cdg’.Het onwel worden van een passagier betreft een van buiten komende oorzaak waarop de luchtvaartmaatschappij geen invloed kan uitoefenen. Er is derhalve sprake van een gebeurtenis die niet inherent is aan de normale uitoefening van de activiteiten van een luchtvaartmaatschappij. Gelet op het bovenstaande vormt het onwel worden van een passagier een buitengewone omstandigheid. De kantonrechter dient vervolgens nog te beoordelen of Air France in het onderhavige geval alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging te voorkomen. De kantonrechter beantwoordt deze vraag bevestigd. Niet valt in te zien welke maatregelen Air France in dit geval tijdens de vlucht had moeten nemen om vertraging te voorkomen.