Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
,
1.De procedure
- het arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 11 juli 2002, waarbij betrokkene ter beschikking werd gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, wegens (kort weergegeven) brandstichting met de dood ten gevolge, van welke de verpleging van overheidswege bij beslissing van de rechtbank te Haarlem d.d. 28 augustus 2009 voorwaardelijk werd beëindigd maar werd hervat bij beslissing van de rechtbank te Haarlem d.d. 13 december 2010;
- de beslissing van deze rechtbank van 19 september 2017, waarbij de termijn van de terbeschikkingstelling laatstelijk is verlengd met één jaar.
- een advies als bedoeld in artikel 509o, tweede lid, aanhef en onder 1 van het Wetboek van Strafvordering, gedateerd 21 juni 2018, afkomstig van de Van der Hoeven Kliniek (hierna: de kliniek) en ondertekend door P.M. Helmerhorst, klinisch psycholoog, tevens plaatsvervangend hoofd van de inrichting en drs. E.W.M. van den Broek, GZ-psycholoog, strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling van twee jaar;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene als bedoeld in artikel 509o, tweede lid, aanhef en onder 2 van het Wetboek van Strafvordering, betreffende de periode 2 juni 2017 tot en met 31 augustus 2017 en 27 februari 2018 tot en met 29 mei 2018;
- een advies als bedoeld in artikel 509o, vierde lid van het Wetboek van Strafvordering, gedateerd 29 april 2018, opgemaakt door I. Maksimovic, psychiater en een advies als bedoeld in artikel 509o, vierde lid van het Wetboek van Strafvordering, gedateerd 3 mei 2018, opgemaakt door R.J.A. van Helvoirt, GZ-psycholoog, beiden niet verbonden aan de kliniek. Beide deskundigen hebben geen advies kunnen geven omdat betrokkene niet heeft meegewerkt aan het onderzoek.
2.Het standpunt van de inrichting
E.W.M. van den Broekheeft bij de behandeling van de vordering voormeld advies toegelicht en onderschreven. De mogelijkheden die in de zorgconferentie zijn genoemd, worden nu onderzocht, waarbij het de vraag is of het gaat lukken een passende plek te vinden. Het heeft geleid tot een afspraak bij een instelling in Warnsveld, maar die afspraak is op dit moment nog oriënterend. Een voorwaardelijke beëindiging binnen een jaar is niet realistisch. Eerst moet een transmurale verlofstatus aan de orde komen en als dat goed gaat, volgt proefverlof. Hier zal de instelling waar betrokkene zal worden opgenomen een zelfstandige rol in hebben. Het is belangrijk om langdurig het vangnet van de tbs-maatregel met dwangverpleging te behouden.
3.Het standpunt van de deskundigen
4.Het standpunt van de officier van justitie
4.Het standpunt van betrokkene en haar raadsman
5.De beoordeling
6.De beslissing
twee jaar.