ECLI:NL:RBNHO:2018:7481

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
5 september 2018
Publicatiedatum
28 augustus 2018
Zaaknummer
6397180
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie vordering passagiers na langdurige vluchtvertraging door buitengewone omstandigheden op luchthaven

In deze zaak hebben de passagiers een vordering ingesteld tegen TUI Airlines Nederland B.V. wegens compensatie voor een langdurige vertraging van hun vlucht van Tenerife naar Amsterdam op 27 juni 2017. De passagiers vorderden een schadevergoeding van € 800,00, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij vertragingen. TUI betwistte de vordering en voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk een incident op de luchthaven van Tenerife, waardoor deze gesloten was en er geen luchtverkeer mogelijk was.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en heeft de feiten van de zaak beoordeeld. De rechter concludeerde dat de sluiting van de luchthaven een buitengewone omstandigheid was die TUI niet kon voorkomen, en dat TUI voldoende maatregelen had getroffen om de gevolgen van de sluiting te beperken. De rechter oordeelde dat TUI niet verplicht was om compensatie te betalen aan de passagiers, omdat de vertraging het gevolg was van omstandigheden die buiten de controle van de luchtvaartmaatschappij lagen.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van de passagiers afgewezen en hen veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan TUI. Dit vonnis benadrukt de toepassing van de Europese regelgeving inzake luchtreizen en de voorwaarden waaronder luchtvaartmaatschappijen aansprakelijk kunnen worden gesteld voor vertragingen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 6397180 \ CV EXPL 17-9390
Uitspraakdatum: 5 september 2018
Vonnis in de zaak van:

1.[passagier sub 1] ,

2.
[passagier sub 2] ,beide wonende te [woonplaats]
eisers
hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers
gemachtigde: mr. Th.J.J. Dierichs
tegen
de besloten vennootschap
TUI Airlines Nederland B.V.
gevestigd te Schiphol-Rijk
gedaagde
hierna te noemen: TUI
gemachtigde: mr. M. Lustenhouwer

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 22 september 2017 een vordering tegen TUI ingesteld. TUI heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna TUI een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met TUI een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan TUI de passagiers diende te vervoeren van Tenerife naar Amsterdam Schiphol op 27 juni 2017, hierna: de vlucht.
2.2.
De vlucht is met een vertraging van ruim 26 uur uitgevoerd.
2.3.
De passagiers hebben compensatie van TUI gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.4.
TUI heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagiers vorderen dat TUI bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 800,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 27 juni 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 145,20 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten.
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat TUI vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 400,00 per passagier.

4.Het verweer

4.1.
TUI betwist de vordering. Zij voert aan dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden, die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden. De onderhavige vlucht is met een vertraging uitgevoerd als gevolg van een incident op de luchthaven van Tenerife en de sluiting van deze luchthaven. Als gevolg hiervan kon er gedurende een lange periode geen luchtverkeer meer van en naar de luchthaven worden uitgevoerd.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
In het onderhavige geval is aan de orde de vraag of TUI compensatie is verschuldigd aan de passagiers in verband met de langdurige vertraging van de vlucht van Tenerife naar Amsterdam. Op grond van artikel 5 lid 3 van de Verordening is TUI niet verplicht de passagiers te compenseren zoals bedoeld in artikel 7 van de Verordening indien zij kan aantonen dat de vertraging een gevolg is van buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden.
5.3.
De onderhavige vlucht is onderdeel van de rotatievlucht Amsterdam – Tenerife – Amsterdam. De vertrektijd van Amsterdam naar Tenerife was 09:30 UTC met een aankomststijd te Tenerife om 14:30 UTC. De terugvlucht waarmee de passagiers vervoerd zouden worden van Tenerife naar Amsterdam zou om 15:10 UTC vertrekken met een aankomsttijd te Amsterdam om 19:55 UTC. Tijdens de vlucht van Amsterdam naar Tenerife kreeg het Operations Control Center van TUI omstreeks 13:27 UTC bericht dat er niet geland kon worden op de luchthaven van Tenerife. De (enige) landings- en startbaan op Tenerife werd door een toestel met twee klapbanden geblokkeerd hetgeen leidde tot een sluiting van de luchthaven. Het toestel is daarom eerst uitgeweken en geland te Las Palmas, waarna TUI uiteindelijk om 17:59 UTC heeft besloten om terug te keren naar Amsterdam. De sluiting van de luchthaven heeft tot 20:00 UTC geduurd. De kantonrechter volgt TUI in haar betoog dat zij geen invloed heeft kunnen uitoefenen op de sluiting van de luchthaven. Naar het oordeel van de kantonrechter is voorts geen sprake van gebeurtenissen die inherent zijn aan de normale uitoefening van de activiteit van de luchtvaartmaatschappij. Met TUI is de kantonrechter van oordeel dat de sluiting van de luchthaven tot de langdurige vertraging van de onderhavige vlucht heeft geleid. Immers staat tussen partijen vast dat er pas weer vliegverkeer mogelijk was vanaf 20:00 UTC terwijl de onderhavige vlucht diende te vertrekken om 15:10 UTC. Gezien het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat de vertraging het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden. Nu vast staat dat sprake is geweest van een buitengewone omstandigheden dient de vraag te worden beantwoord of TUI alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging van de passagiers te voorkomen dan wel te beperken.
5.4.
De kantonrechter is van oordeel dat van TUI niet mag worden verwacht dat zij een back-up crew gereed heeft staan op elke luchthaven waarop zij vliegt. Daarnaast staat vast dat de luchthaven gesloten was tot 20:00 UTC. Indien de backup-crew hierna de passagiers zou vervoeren naar Amsterdam, bleef er sprake zijn van een vertraging van minimaal 3 uur of langer. De keuze van TUI om niet te wachten op Las Palmas tot zij weer verder konden vliegen naar Tenerife is verklaarbaar nu Eurocontrol om 16:51 UTC een bericht heeft verstuurd waaruit volgt dat op dat moment verwacht werd dat er in ieder geval tot 23:00 UTC geen luchtverkeer rond de luchthaven van Tenerife mogelijk zou zijn.
5.5.
Gezien het voorgaande heeft TUI geen invloed gehad op de sluiting van een luchthaven en voldoende aangetoond dat zij zelfs met inzet van alle beschikbare materiële en personeelsmiddelen kennelijk niet heeft kunnen vermijden dat de buitengewone omstandigheden waarmee zij werd geconfronteerd tot de langdurige vertraging van de vlucht leidden.
5.6.
De conclusie is dat het verweer van TUI slaagt en dat zij geen compensatie hoeft te betalen aan de passagiers. De vordering wordt afgewezen. De nevenvorderingen delen dat lot.
5.7.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers, omdat zij ongelijk krijgen. De nakosten zullen worden toegewezen, voor zover deze daadwerkelijk door TUI wordt gemaakt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vorderingen af;
6.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor TUI worden vastgesteld op een bedrag van € 200,00 aan salaris van de gemachtigde van TUI;
6.3.
veroordeelt de passagiers tot betaling van € 50,00 wegens nakosten, voor zover deze kosten daadwerkelijk door TUI worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten.
Dit vonnis is gewezen door S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter