ECLI:NL:RBNHO:2018:7372

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
29 augustus 2018
Publicatiedatum
24 augustus 2018
Zaaknummer
6178415
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van luchtvaartpassagiers na omboeking naar alternatieve luchthaven

In deze zaak heeft Claimingo B.V. een vordering ingesteld tegen Easyjet Airline Company Limited wegens compensatie voor vertraging van luchtvaartpassagiers. De passagiers hadden een vervoersovereenkomst met Easyjet voor een vlucht van Schiphol naar Londen Luton op 18 maart 2017, maar arriveerden met een vervangende vlucht op Londen Southend met een vertraging van meer dan drie uur op hun eindbestemming. Claimingo, die de vorderingsrechten van de passagiers had overgenomen, vorderde compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. Easyjet betwistte de vordering en stelde dat de passagiers met een vertraging van minder dan drie uur waren aangekomen.

De kantonrechter oordeelde dat de passagiers inderdaad met een vertraging van meer dan drie uur op hun eindbestemming waren aangekomen, rekening houdend met de afstand tussen de luchthavens en de tijd van aankomst. De rechter stelde vast dat Easyjet gehouden was tot betaling van compensatie aan de passagiers, evenals de wettelijke rente over het verschuldigde bedrag. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten werd afgewezen, omdat Claimingo niet voldoende had aangetoond dat deze kosten gerechtvaardigd waren. De proceskosten werden toegewezen aan de passagiers, aangezien Easyjet ongelijk kreeg in deze zaak.

Het vonnis werd uitgesproken door kantonrechter J. Candido op 29 augustus 2018, waarbij Easyjet werd veroordeeld tot betaling van € 1.000,00 aan de passagiers, vermeerderd met wettelijke rente, en de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 6178415 \ CV EXPL 17-6560
Uitspraakdatum: 29 augustus 2018
Vonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Claimingo B.V.gevestigd te Utrecht
eiseres
hierna te noemen: Claimingo
gemachtigde: mr. R. van Schendel
tegen
de rechtspersoon naar Engels recht,
Easyjet Airline Company Limited,statutair gevestigd te Luton (Verenigd Koninkrijk), mede kantoorhoudende te Schiphol,
gedaagde
hierna te noemen: Easyjet
gemachtigde: mr. J.W.A. Lameijer

1.Het procesverloop

1.1.
Claimingo heeft bij dagvaarding van 11 juli 2017 een vordering tegen Easyjet ingesteld. Easyjet heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Claimingo heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna Easyjet een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
[passagier 1], [passagier 2], [passagier 3] en [passagier 4] (hierna: de passagiers) hebben met Easyjet een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Easyjet de passagiers diende te vervoeren van Schiphol naar Londen Luton op 18 maart 2017, met vluchtnummer EZY 2152, hierna: de vlucht. Gebleken is dat Claimingo de vorderingsrechten voor de compensatie van de passagiers middels cessie heeft overgenomen.
2.2.
De passagiers zouden op 18 maart 2017 vertrekken om 09:30 uur (lokale tijd) met een geplande aankomsttijd van 09:35 uur (lokale tijd). De passagiers zijn uiteindelijk om 12:01 uur (lokale tijd) met een vervangende vlucht met vluchtnummer EZY 7402 van Schiphol naar Londen Southend vervoerd, met een aankomsttijd van 12:04 (lokale tijd).
2.3.
De passagiers hebben compensatie van Easyjet gevorderd nu zij stellen met een vertraging van meer dan drie uur op hun eindbestemming te zijn aangekomen.
2.4.
Easyjet heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
Claimingo vordert dat Easyjet bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 1.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 3 juni 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 181,50 aan buitengerechtelijke incassokosten te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 juni 2017;
- de proceskosten en de nakosten.
3.2.
Claimingo heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). Claimingo stelt dat Easyjet vanwege de vertraging van de vlucht en de akte van cessie gehouden is haar te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00 per passagier.
3.3.
Easyjet betwist de vordering. Op het verweer van Easyjet wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt voorop dat op grond van het bepaalde in artikel 7 aanhef en onder 1.a van de Verordening EU nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking) in combinatie met het bepaalde in het Rehder-arrest (zaak C-204/08) van het Europese Hof van Justitie, de Nederlandse rechter, meer in het bijzonder de rechtbank Noord-Holland, afdeling Privaatrecht, sectie kanton, locatie Haarlem bevoegd is van het geschil kennis te nemen, nu de plaats van vertrek van het betreffende vliegtuig Schiphol was.
4.2.
De kern van het geschil is of de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur zijn aangekomen op hun eindbestemming. De passagiers stellen dat Easyjet hen, overeenkomstig de artikelen 6 en 8 van de Verordening, een kosteloze overboeking heeft aangeboden voor een alternatieve reis van Schiphol naar Londen Southend. Zij zijn op Londen Southend aangekomen om 12:04 uur (lokale tijd), met een vertraging van 2 uur en 29 minuten. Gezien de afstand tussen de luchthavens Londen Luton en Londen Southend zijn de passagiers uiteindelijk met een vertraging van meer van drie uur op hun eindbestemming (Londen Luton) aangekomen. De passagiers hebben ter onderbouwing van hun stellingen onder meer hun boardingpassen voor zowel de heenreis Schiphol – Londen Luton als de terugreis Londen Luton – Schiphol, de handgeschreven boardingpassen van Easyjet voor de reis Schiphol – Londen Southend alsmede een uitdraai van de afstand tussen de beide luchthavens overgelegd.
4.3.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Uit de door de passagiers overgelegde stukken blijkt genoegzaam dat de passagiers naar aanleiding van de langdurige vertraging van hun aanvankelijk geboekte vlucht van Schiphol naar Londen Luton, zijn omgeboekt naar vlucht EXY 7402, van Schiphol naar Londen Southend. Tussen partijen is niet meer in geschil dat Easyjet de passagiers een vervangende vlucht heeft aangeboden.
4.4.
Anders dan Easyjet stelt, hebben de passagiers naar het oordeel van de kantonrechter voldoende gesteld dat zij met een vertraging van meer dan drie uur op hun geboekte eindbestemming Londen Luton zijn aangekomen. Easyjet heeft de stelling van de passagiers dat de afstand tussen beide luchthavens tussen de 70 en 100 minuten rijden is, niet betwist zodat de kantonrechter uitgaat van de juistheid hiervan. Gelet hierop en het feit dat de passagiers in plaats van 09:35 uur (lokale tijd) te Londen Luton om 12:04 uur (lokale tijd) zijn aangekomen op Londen Southend, is de kantonrechter van oordeel dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur op hun eindbestemming zijn aangekomen.
4.5.
De conclusie is dat Easyjet gehouden is tot het betalen van compensatie. De vordering tot betaling van de hoofdsom zal, gelet op de afstand tussen de begin- en eindbestemming worden toegewezen. De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom is als onvoldoende gemotiveerd weersproken eveneens toewijsbaar.
4.6.
De passagiers hebben een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. Nu de onderhavige vordering geen betrekking heeft op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is, zal de kantonrechter de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn toetsen aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het rapport Voorwerk II. Easyjet heeft deze vordering betwist. De passagiers hebben hiertegenover onvoldoende aangetoond en onderbouwd dat de verrichte werkzaamheden meer hebben omvat dan de verzending van een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten en de daarover gevorderde rente moet daarom worden afgewezen.
4.7.
De proceskosten komen voor rekening van Easyjet, omdat zij ongelijk krijgt.
4.8.
Ook de nakosten kunnen worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de passagiers worden gemaakt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt Easyjet tot betaling aan de passagiers van € 1.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 3 juni 2017 tot aan de dag van algehele voldoening;
5.2.
veroordeelt Easyjet tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de passagiers tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 85,21;
griffierecht € 470,00;
salaris gemachtigde € 200,00;
5.3.
veroordeelt Easyjet tot betaling van € 50,00 aan nasalaris voor zover daadwerkelijk nakosten door de passagiers worden gemaakt;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Candido, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter