Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling in conventie
.
5.De beoordeling in reconventie
jegensJFC (naar de rechtbank begrijpt
jegens[gedaagde/eiser]) doordat haar dienstverband bij JFC door onrechtmatige aantijgingen van Atariya zou zijn beëindigd. Hoewel op zich niet in geschil is dat JFC na met [gedaagde/eiser] te hebben gesproken over het non-concurrentiebeding dat tussen haar en Atariya gold, de arbeidsovereenkomst met [gedaagde/eiser] heeft beëindigd, is ook deze stelling onvoldoende onderbouwd. Daarbij merkt de rechtbank nog op dat de voorbereidende werkzaamheden van [gedaagde/eiser] waarschijnlijk op enig moment zouden zijn overgegaan in concurrerende activiteiten, zodat het nog maar de vraag is of [gedaagde/eiser] gelet op het met Atariya overeengekomen non-concurrentiebeding zonder meer haar werkzaamheden voor JFC had kunnen blijven uitvoeren.