ECLI:NL:RBNHO:2018:7136

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 augustus 2018
Publicatiedatum
16 augustus 2018
Zaaknummer
15/871220-16 strafvonnis
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdachte veroordeeld voor het telen van hennepplanten en diefstal van elektriciteit

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 13 augustus 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het telen van hennepplanten en het illegaal aftappen van elektriciteit. De verdachte heeft in totaal 450 hennepplanten geteeld op twee verschillende locaties binnen een jaar. Daarnaast heeft hij in vereniging met een ander op illegale wijze stroom afgetapt voor de hennepkwekerijen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren, met aftrek van voorarrest, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand met een proeftijd van twee jaren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. De verdachte heeft tijdens de zitting verklaard dat hij de panden ter beschikking heeft gesteld aan personen bij wie hij schulden had, maar de rechtbank heeft deze verklaring niet aannemelijk geacht. De rechtbank heeft de feiten bewezen verklaard op basis van de verklaringen van de verdachte en de getuigen, alsook de bevindingen van de politie en de netwerkbeheerder. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd in overweging genomen bij het opleggen van de sanctie.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlemmermeer
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/871220-16 (P)
Uitspraakdatum: 13 augustus 2018
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 30 juli 2018 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres] .
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie,
mr. S.H.S. Kurniawan-Ayre en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. C.C. Polat, advocaat te Breukelen, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is, na drie wijzigingen van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:
Feit 1
Primair
hij op of omstreeks 09 juni 2016 te Haarlem , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan [adres 1] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 304, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Subsidiair
een of meer onbekend gebleven personen op of omstreeks 09 juni 2016 te Haarlem , met elkaar, althans één van hen, opzettelijk heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad (in een pand aan [adres 1] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 304, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte op of omstreeks 09 juni 2016 te Haarlem, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die onbekend gebleven persoon/personen voornoemd pand voor de teelt/het kweken van hennepplanten ter beschikking te stellen;
Feit 2
Primair
hij in of omstreeks de periode van 01 maart 2016 tot en met 09 juni 2016 te Haarlem , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres 1] ) heeft weggenomen een hoeveelheid elektrische stroom, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/ of zijn mededaders, waarbij verdachte en/ of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/ hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft/ hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
Subsidiair
een of meer onbekend gebleven personen in of omstreeks de periode van 01 maart 2016 tot en met 09 juni 2016 te Haarlem , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan die onbekend gebleven personen, de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking, tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in of omstreeks de periode van 01 maart 2016 tot en met 09 juni 2016 te Haarlem , meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door opzettelijk toe te laten dat die onbekend gebleven persoon/personen in een pand (aan [adres 1] ) toebehorend aan hem, verdachte, ten behoeve van het in bedrijf stellen/hebben van een hennepkwekerij de
elektriciteitsmeter heeft/hebben gemanipuleerd en/of (dientengevolge) illegaal ten behoeve van die hennepkwekerij elektriciteit heeft/hebben afgenomen;
Feit 3
Primair
hij op of omstreeks 30 november 2015 te Heemstede , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan [adres 2] een hoeveelheid van (in totaal)ongeveer honderdzesenveertig (146), althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Subsidiair
een of meer onbekend gebleven personen op of omstreeks 30 november 2015 te Heemstede , met elkaar, althans één van hen, opzettelijk heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad (in een pand aan [adres 2] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 146, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte op of omstreeks 30 november 2015 te Heemstede , meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die onbekend gebleven persoon/personen voornoemd pand voor de teelt/het kweken van hennepplanten ter beschikking te stellen;
Feit 4
Primair
hij in of omstreeks de periode van 13 juli 2015 tot en met 30 november 2015 te Heemstede , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan [adres 2] ) heeft weggenomen een hoeveelheid elektrische stroom, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/ of zijn mededaders, waarbij verdachte en/ of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/ hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft/ hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
Subsidiair
een of meer onbekend gebleven personen in of omstreeks de periode van 13 juli 2015 tot en met 30 november 2015 te Heemstede , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan die onbekend gebleven personen, de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking, tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in of omstreeks de periode van 13 juli 2015 tot en met 30 november 2015 te Heemstede , meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door opzettelijk toe te laten dat die onbekend gebleven persoon/personen in de woning ( [adres 2] ) van hem, verdachte, ten behoeve van het in bedrijf stellen/hebben van een hennepkwekerij de elektriciteitsmeter heeft/hebben gemanipuleerd en/of (dientengevolge) illegaal ten behoeve van die hennepkwekerij elektriciteit heeft/hebben afgenomen.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Beoordeling van het bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1, 2, 3 en 4 primair ten laste gelegde feiten.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de primair ten laste gelegde feiten, omdat verdachte niet als medepleger kan worden gezien. Verdachte heeft de panden aan de [adres 2] en de [adres 1] slechts ter beschikking gesteld aan personen bij wie hij schulden had en hij heeft zich niet bemoeid met het opzetten van de kwekerijen, het buiten de elektriciteitsmeter om aanleggen van de elektriciteit ten behoeve van de kwekerijen, noch met het telen van de hennep. Tijdens de verhoren bij de politie heeft verdachte in eerste instantie in opdracht van zijn schuldeisers de schuld op zich genomen en heeft hij verklaard dat hij de kwekerijen alleen heeft opgezet en verzorgden dat hij alleen hulp heeft gekregen bij het omleggen van de elektriciteitsvoorziening in de panden. Ter terechtzitting d.d. 30 juli 2018 heeft verdachte aangegeven openheid van zaken te willen geven en heeft hij verklaard dat hij alleen de ruimtes in de betreffende panden ter beschikking heeft gesteld aan zijn schuldeisers. Zij hadden hem in het vooruitzicht gesteld dat, indien hij hen zou faciliteren bij het opzetten van de hennepkwekerijen, hij van zijn schulden zou afkomen. Verdachte is niet gehouden om de namen van zijn schuldeisers te noemen, omdat er voor de politie voldoende onderzoeksmogelijkheden bestonden, zoals het natrekken van het kenteken genoemd in de melding bij Meld Misdaad Anoniem van 29 oktober 2015 en het onderzoeken van de in beslag genomen USB-stick en de Samsung telefoon met de prepaid kaart. Nu het openbaar ministerie er voor heeft gekozen om naar genoemde zaken geen onderzoek te doen, mag de omstandigheid dat verdachte bij de politie geen openheid van zaken heeft gegeven over de exploitanten van de kwekerijen, hem niet worden tegengeworpen.
Met betrekking tot de subsidiair ten laste gelegde feiten heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Oordeel van de rechtbank
3.3.1
Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1, 2, 3 en 4 primair ten laste gelegde feiten op grond van de bewijsmiddelen die in de bijlage bij dit vonnis zijn vervat.
3.3.2
Nadere bewijsoverwegingen
De rechtbank acht de eerst ter zitting afgelegde verklaring van verdachte dat hij, in tegenstelling tot zijn eerdere verklaringen bij de politie, slechts een faciliterende rol heeft gehad bij de aanleg en exploitatie van de aangetroffen hennepkwekerijen niet aannemelijk. Het lag op de weg van de verdediging om deze gewijzigde verklaring van verdachte over de mate van zijn betrokkenheid bij de exploitatie van de kwekerijen aannemelijk te maken, hetgeen de verdediging heeft nagelaten. Ook ter zitting heeft verdachte op vragen van de rechtbank geen nadere invulling en controlemogelijkheden van deze verklaring willen geven. Zo heeft hij geen openheid willen geven over de identiteit van de personen aan wie hij de ruimtes in de panden ter beschikking zou hebben gesteld. Het standpunt van de raadsman dat dit verdachte niet kan worden tegengeworpen, omdat de politie voldoende opsporingsmogelijkheden had om achter de identiteit van deze personen te komen kan de rechtbank niet volgen. Verdachte heeft tegenover de politie immers herhaaldelijk verklaard dat hij de kwekerijen alleen heeft geëxploiteerd.
De rechtbank gaat daarom uit van de verklaringen die verdachte destijds bij de politie over het opzetten en exploiteren van de kwekerijen heeft afgelegd. Daaruit volgt, wat de hennepkwekerijen betreft, dat verdachte deze alleen heeft opgezet en geëxploiteerd. Wat het adres [adres 2] betreft wordt dit ook ondersteund door de verklaring die getuige [getuige] op 1 december 2015 bij de politie heeft afgelegd. Uit de verklaringen van verdachte bij de politie over de kwekerij aan de [adres 2] en zijn verklaring ter terechtzitting over de kwekerij aan de [adres 1] volgt voorts dat de diefstal van de elektriciteit door verdachte tezamen en in vereniging met een ander is gepleegd.
3.4.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1, 2, 3 en 4 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
Feit 1
Primair
hij op 09 juni 2016 te Haarlem opzettelijk heeft geteeld in een pand aan [adres 1] een hoeveelheid van 304 hennepplanten;
Feit 2
Primair
hij in de periode van 01 maart 2016 tot en met 09 juni 2016 te Haarlem , tezamen en in vereniging met een ander, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een woning gelegen aan de [adres 1] heeft weggenomen een hoeveelheid elektrische stroom toebehorende aan [bedrijf] , waarbij verdachte en/ of zijn mededaders dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
Feit 3
Primair
hij op 30 november 2015 te Heemstede opzettelijk heeft geteeld in een pand aan [adres 2] een hoeveelheid van honderdzesenveertig (146) hennepplanten;
Feit 4
Primair
hij in de periode van 13 juli 2015 tot en met 30 november 2015 te Heemstede , tezamen en in vereniging met een ander, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een woning gelegen aan de [adres 2] heeft weggenomen een hoeveelheid elektrische stroom, toebehorende aan [bedrijf] , waarbij verdachte en/ of zijn mededaders dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Deze zinnen slechts gebruiken indien aangewezen, dus niet standaard!
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 1 primairopzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3, aanhef en onder B, van de Opiumwet gegeven verbod;
Feit 2 primairmedeplegen van diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
Feit 3 primairopzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3, aanhef en onder B, van de Opiumwet gegeven verbod;
Feit 4 primairmedeplegen van diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de sanctie

6.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van honderdtwintig uren, subsidiair zestig dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één maand, met een proeftijd van twee jaren. Met betrekking tot de in beslag genomen goederen, heeft zij zich op het standpunt gesteld dat de twee politieoverhemden dienen te worden onttrokken aan het verkeer en dat de honkbalknuppel aan verdachte kan worden teruggegeven.
6.2
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sancties die aan verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het telen van in totaal 450 hennepplanten. De planten zijn binnen de tijdsperiode van één jaar op twee locaties aangetroffen in volledig ingerichte hennepkwekerijen, waaruit volgt dat de verdachte betrokken is bij het op grote schaal telen van een stof die een gevaar vormt voor de volksgezondheid.
Verdachte heeft daarnaast in vereniging met een ander op illegale wijze stroom afgetapt ten behoeve van die hennepkwekerijen, met het gevolg dat die afname niet werd geregistreerd en dus ook niet door verdachte werd betaald, waardoor het energiebedrijf aanzienlijke schade heeft opgelopen. Overigens was de stroomvoorziening in de kwekerijen op een zodanige onprofessionele wijze aangelegd dat daardoor een gevaarlijke situatie ontstond. Een dergelijke handelwijze is maatschappelijk gezien laakbaar, onder meer vanwege elektrokutiegevaar en gevaar voor het ontstaan van brand, met alle gevolgen van dien voor eventuele naburige huizen en daarin wonende personen.
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op het op naam van verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 27 juni 2018, waaruit blijkt dat hij niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld. Voorts neemt de rechtbank in aanmerking dat met betrekking tot alle feiten sprake is van overschrijding van de redelijke termijn.
De rechtbank is van oordeel dat de te verlenen compensatie voor deze termijnoverschrijding voldoende is verdisconteerd in de eis van de officier van justitie en dat deze eis recht doet aan de ernst van de feiten.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een taakstraf bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid van het na te noemen aantal uren moet worden opgelegd en dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. De rechtbank zal echter bepalen dat deze gevangenisstraf vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van twee jaren, opdat verdachte ervan wordt weerhouden zich vóór het einde van die proeftijd schuldig te maken aan een strafbaar feit.
7. Overige beslissingen omtrent in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen honkbalknuppel dient te worden teruggegeven aan verdachte. De twee politie overhemden worden onttrokken aan het verkeer nu het ongecontroleerde bezit in strijd is met het algemeen belang.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
artikel 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47, 57, 311 van het Wetboek van Strafrecht.
artikel 3, 11 van de Opiumwet.

9.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte de onder 1, 2, 3 en 4 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de onder 3.4 bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot het verrichten van
HONDERDTWINTIG (120) UREN taakstrafdie bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door
zestig (60) dagen hechtenis.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht, met dien verstande dat voor elke dag die verdachte in verzekering heeft doorgebracht twee uren taakstraf, subsidiair één dag hechtenis, in mindering worden gebracht.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
ÉÉN(1) MAAND, met bevel dat deze straf
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op
twee jarenbepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Gelast de teruggave aan verdachte van een honkbalknuppel en gelast de onttrekking aan het verkeer van twee politieoverhemden.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. N.O.P. Roché, voorzitter,
mr. H.H.E. Boomgaart en mr. C.P. Staal, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier B.H.E. Zuidam,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 13 augustus 2018.
Mr C.P. Staal is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.
BIJLAGE
De bewijsmiddelen
De hierna vermelde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
De bewijsmiddelen zijn, ook in onderdelen, telkens slechts gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben.
Ten aanzien van de feiten 1 en 2 primair:
Een proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij (dossierparagraaf 16). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als relaas van bevindingen en/of verrichtingen van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] :
Op donderdag 9 juni 2016 omstreeks 11:50 uur kregen wij, verbalisanten, [verbalisant] en [verbalisant] een melding van wateroverlast op het adres [adres 1] . (…)
Het bleek dat op genoemd adres een kwekerij met hennep planten aanwezig was. (…)
Op de eerste verdieping zag ik een ruimte van ongeveer vijf meter breed bij zes meter lang. Ik zag twee aan elkaar geschakelde tenten staan. Ik zag dat er diverse elektriciteitsdraden en afzuigslangen in en uit deze tenten liepen. Ook zag ik direct toen ik boven aan de trap stond, rechtsachter in de kweekruimte een aantal grote zogeheten “slakkenhuizen ”en ventilatoren staan.
(…) Ik zag bij het open ritsen van de linker tent ongeveer 250 tot 300 kleine hennepplanten staan. In totaal stonden er na telling 304 hennepplanten in de potten. 209 planten in grote potten en 95 in kleineren potten (…)
De stroomvoorziening van de hennepkwekerij is onderzocht door een fraude-inspecteur werkzaam bij netwerkbeheerder Liander, in aanwezigheid van ons verbalisanten.
[persoon] staat als huurder in het huurcontract met [verhuurder] genoemd.
Een schriftelijk bescheid (dossierparagraaf 12), inhoudende een verslag van een deskundige in als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef, onder 4°, van het Wetboek van Strafvordering.
Dit geschrift houdt onder meer in:
Pleegplaats: Haarlem
Adres: [adres 1] (…)
Op verzoek van de politie te Haarlem is op 9 juni 2016 door fraudespecialist M02 van Liander NV een onderzoek ingesteld naar de aansluiting waaronder de meetinrichting die eigendom is van [netbeheerder] en die zich bevindt in bovengenoemd perceel. (….)
De eerdergenoemde fraudespecialist zag dat de zegels van de hoofdaansluitkast waren verbroken. Hij zag namelijk dat er geen zegels meer aanwezig waren. Nadat hij het deksel van de aansluitkast had verwijderd, zag hij dat aan de bovenzijde van de zekering houders een illegale elektriciteitsaansluiting was gemaakt. Hij zag namelijk dat er een extra aansluiting was gemaakt en dat deze aansluiting buiten de elektriciteitsmeter om liep naar de hennepplantage en deze voorzag van elektriciteit. (…)
Een proces-verbaal van verhoor (dossierparagraaf 15). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 10 juni 2016 door verdachte ten overstaan van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] afgelegde verklaring:
(…)
Ik ben een hennepkwekerij begonnen voor de tweede keer. Dit deed ik om van de dealers af te komen.
Verklaring van verdachte ter terechtzitting
De verklaring die verdachte ter terechtzitting van 30 juli 2018 heeft afgelegd, houdt – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende in.
(…) De monteur, die de elektriciteit voor de hennepkwekerij heeft aangelegd, had een fout gemaakt. Hij was geregeld via die jongens bij wie ik schulden had.
Ten aanzien van de feiten 3 en 4 primair:
Een proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij (dossierpagina 5 tot en met 11). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als relaas van bevindingen en/of verrichtingen van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] :
(…)
Op maand 30 november 2015 te 10.03 uur werden in de woning perceel [adres 2] de verdachten aangehouden terzake artikel 3 lid b, c en d van de Opiumwet. De verdachten legitimeerden zich en gaven ons op te zijn:
[verdachte]
Op de eerste verdieping van de woning zagen wij aan de linkerzijde een tweetal slaapkamers, waarvan de toegangsdeuren niet aanwezig waren. Wij zagen dat in elke slaapkamer een kweek stond opgesteld. (…)
De stroomvoorziening van de hennepkwekerij is, in aanwezigheid van ons, verbalisanten, onderzocht door een fraude onderzoeker van de netwerkbeheerder Stedin. Hierbij werd geconstateerd dat de stroomvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen. (…) De weggenomen elektriciteit werd gebruikt voor de hennepkwekerij.
Een schriftelijk bescheid (dossierpagina 76 tot en met 78), inhoudende een verslag van een deskundige in als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef, onder 4°, van het Wetboek van Strafvordering.
Op maandag 30 november 2015 omstreeks 11:25 uur was ik tezamen met politieambtenaren van politie bij het pand [adres 2] .
Bij controle van de netcomponenten (hoofdleiding, aansluiting en meetinrichting) van [netbeheerder] en de elektrische installatie in de meterkast van dat pand zag ik dat de verzegeling van het deksel van de hoofdaansluitkast verbroken en verwijderd was.
Ik zag dat er aan de onderzijde van de hoofdzekering(en) een illegale aansluiting was bijgeplaatst en aangesloten. Deze illegale aansluiting zat aangesloten voor de elektriciteitsmeter zodat alle elektriciteit die via deze illegale aansluiting werd afgenomen niet door de elektriciteitsmeter werd geregistreerd.
Bij het volgen van die illegale aansluiting zag ik dat deze uitkwam in een onderverdeling van elektriciteit van waaruit de aanwezige hennepkwekerijen ongemeten van elektriciteit werden voorzien. (…)
Een proces-verbaal van verhoor (dossierpagina 116 tot en met 122). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 1 december 2015 door verdachte ten overstaan van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] afgelegde verklaring:
(…)
V: Wie heeft het huurcontract op naam staan van de woning [adres 2] ?
A: Op beide namen maar ik ben de hoofdhuurder.
V: Wie is de eigenaar van de aangetroffen hennepplantage?
A; Ik, helaas wel anders had ik hier niet gezeten.
V: Wie verzorgde de hennepplantage?
A; Ik zelf ook. Ik heb alles zelf gedaan. Opgebouwd, verzorgd en alles Ik heb de spullen gekocht en via daar heb ik wel een mannetje voor de elektra geregeld. (…)
(…)
Wat heb jij gedaan met de 1.5 kilo hennep die jij op een gegeven moment had geteeld?
A: Ik heb dat verkocht aan verschillende dealers.
(…)
[persoon] heeft er niets aan gedaan. Ze wist alleen dat het er stond en verder niets.
Verklaring van verdachte ter terechtzitting
De verklaring die verdachte ter terechtzitting van 30 juli 2018 heeft afgelegd, houdt – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende in.
(...) Ik heb mij met de aanleg van de elektra niet bemoeid. (…)
Een proces-verbaal van verhoor (pagina 123 tot en met 126). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 30 november 2015 door getuige [getuige] ten overstaan van verbalisant [verbalisant] afgelegde verklaring:
(…)
V: Waar, en met wie, woon jij op dit moment?
A: In [adres 2] . Ik woon hier met mijn vriend.
V; Wie is jouw vriend?
A: [verdachte] . (…)
Een proces-verbaal van verhoor (pagina 127 tot en met 132). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 1 december 2015 door getuige [getuige] ten overstaan van verbalisant [verbalisant] en [verbalisant] afgelegde verklaring:
(…) Gisteren, 30 november 2015, is er een hennepplantage in het pand aangetroffen. Wat kunt u hierover verklaren?
A: Dat het er stond. Meer niet.
V: Wie is de eigenaar van de aangetroffen hennepplantage?
A: Mijn vriend. [verdachte] .
V: Wie verzorgende de hennepplantage?
A: [verdachte] .
V: Wie heeft de plantage ingericht of gebouwd?
A: Ook [verdachte] .
V: Met wie heeft hij dat gedaan?
A: Alleen. (…)
V: Wat weet je wel van de kwekerij?
A: Eigenlijk niks. Het is het pakkie aan van [verdachte] .
V: Waarom is [verdachte] begonnen met het opbouwen van een hennepkwekerij?
A: Voor het geld. Dat lijkt mij ook de meest genoemde reden. (…)
V: Wie waren er op de hoogte van hennepkwekerij?
A: [verdachte] en ik.
V: Wie heeft de investering gedaan voor de hennepkwekerij?
A: Ook [verdachte] .