Uitspraak
[de gemeente] ,
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 15 augustus 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen de gemeente en een man over de vaststelling van een verhaalsbijdrage voor de kosten van bijstand aan de kinderen van de man. De gemeente had verzocht om de verhaalsbijdrage vast te stellen op € 102,77 per maand, ingaande op 1 juni 2017, en later verhoogd naar € 150,17 per maand. De man heeft het verzoek bestreden en stelde dat zijn inkomen substantieel was gewijzigd en dat de gemeente onterecht een eerdere ingangsdatum had gekozen.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de draagkracht van de man en de vrouw, en de behoefte van de kinderen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gezamenlijke draagkracht van de partijen lager is dan de totale behoefte van de kinderen, wat betekent dat de man een bijdrage moet leveren. De rechtbank heeft de verhaalsbijdrage uiteindelijk vastgesteld op € 55,-- per kind per maand, ingaande op 1 juni 2017. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De rechtbank heeft ook de proceskostenveroordeling behandeld, maar heeft geen aanleiding gezien om de gemeente in de kosten van de procedure te veroordelen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.