ECLI:NL:RBNHO:2018:6977
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Adoptie door stiefouder van minderjarige na overlijden van de biologische vader
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 8 augustus 2018 een beschikking gegeven over de adoptie van een minderjarige door de stiefouder. De verzoeker, die samenwoont met de moeder van de minderjarige, heeft het verzoek ingediend na het overlijden van de biologische vader. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 1 december 2017 werd ingediend, gevolgd door aanvullende brieven van de advocaat van de verzoeker. De zitting vond plaats op 26 juli 2018, waar zowel de verzoeker als de moeder aanwezig waren, evenals een informant, de oom van de minderjarige.
De feiten van de zaak tonen aan dat de moeder en de biologische vader nooit gehuwd of geregistreerde partners zijn geweest, maar dat de vader de minderjarige wel heeft erkend. Na het overlijden van de vader is de moeder de enige met gezag over de minderjarige. De verzoeker en de moeder wonen sinds 1 januari 2014 samen en zijn inmiddels gehuwd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de adoptie in het belang van de minderjarige is, aangezien hij de verzoeker als zijn vader beschouwt en de moeder instemt met de adoptie.
De rechtbank heeft geoordeeld dat aan de wettelijke vereisten voor adoptie is voldaan en dat de adoptie ook in het belang van de minderjarige is. De minderjarige heeft aangegeven dat hij de geslachtsnaam van de moeder wil blijven dragen. De rechtbank heeft de adoptie uitgesproken en de griffier opgedragen om een afschrift van de beschikking naar de ambtenaar van de burgerlijke stand te sturen, met inachtneming van de wettelijke termijn voor hoger beroep.