ECLI:NL:RBNHO:2018:6930

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 augustus 2018
Publicatiedatum
8 augustus 2018
Zaaknummer
C/15/272563 / FA RK 18-1943
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Adoptie van een minderjarige met internationale elementen en vaststelling van geboortegegevens

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 8 augustus 2018 uitspraak gedaan over de adoptie van een minderjarige, geboren in Hongarije. Verzoeker, die gehuwd is met de moeder van de minderjarige, heeft verzocht om de adoptie van de minderjarige, die al door de moeder in Hongarije is geadopteerd. De adoptie in Hongarije is nog niet verwerkt in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige sinds 13 juni 2016 op het adres van verzoeker en de moeder staat ingeschreven en dat verzoeker en de moeder de Nederlandse nationaliteit bezitten. De rechtbank heeft geen mondelinge behandeling gehouden en heeft de zaak beoordeeld op basis van de ingediende stukken.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de gevraagde adoptie in het kennelijk belang van de minderjarige is en dat aan de wettelijke voorwaarden voor adoptie is voldaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder reeds de juridische ouder van de minderjarige is geworden door de adoptie in Hongarije. Bij de uitspraak is ook bepaald dat verzoeker, zodra de beschikking in kracht van gewijsde gaat, juridisch ouder van de minderjarige zal worden. De rechtbank heeft het verzoek van verzoeker om het gezag over de minderjarige te verkrijgen afgewezen, omdat dit bij gebrek aan belang was. Tevens is de geslachtsnaam van de minderjarige vastgesteld op basis van de adoptie en de geslachtsnaamkeuze van verzoeker en de moeder.

De rechtbank heeft de beslissing in Hongarije en de onderhavige beschikking in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente verwerkt. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een termijn van drie maanden gesteld voor het instellen van hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Alkmaar
Zaak-/rekestnr.: C/15/272563 / FA RK 18-1943
beschikking van 8 augustus 2018 betreffende adoptie
gegeven op het verzoek van:
[verzoeker] ,
wonende te [plaats] ,
hierna te noemen: verzoeker,
advocaat: mr. J. de Haan, kantoorhoudende te Alkmaar.

1.Verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, met bijlagen, van verzoeker, ingekomen op 9 april 2018;
  • de brief, met bijlagen, van de advocaat van verzoeker, ingekomen op 30 april 2018;
  • de schriftelijke reactie van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] (verder: ABS), ingekomen op 12 juni 2018.
1.2
Er heeft geen mondelinge behandeling plaatsgevonden.

2.Verzoek

2.1
Verzoeker heeft verzocht, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
a. de adoptie uit te spreken door hem van de minderjarige [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] , Hongarije (verder: Edina);
b. te bepalen dat hij (tevens) wordt belast met het gezag over [minderjarige] ;
c. te verstaan dat hij - en zijn partner - hebben verklaard dat [minderjarige] zijn geslachtsnaam zal dragen, opdat de volledige namen van [minderjarige] zullen luiden: [volledige namen] .

3.Feiten en omstandigheden

3.1
Verzoeker en [de moeder] (verder: de moeder) zijn gehuwd op [huwelijksdatum] in de gemeente [plaats] .
3.2
Vóór het huwelijk van verzoeker en de moeder is op [geboortedatum] in de gemeente [plaats] geboren de minderjarige [minderjarige] . Deze minderjarige is door verzoeker erkend. Verzoeker en de moeder zijn gezamenlijk belast met het gezag over deze minderjarige.
3.3
[minderjarige] had bij de geboorte de voornaam [voornaam] en de geslachtsnaam [geslachtsnaam] . Uit de stukken zijn de namen van de biologische ouder(s) van [minderjarige] niet bekend geworden.
3.4
De moeder heeft, na verkregen toestemming van de Minister van Veiligheid en Justitie tot opneming van een eerste buitenlands kind ter adoptie, bij beslissing van de Bestuursdienst provincie [provincie] , Districtsdienst [districtsdienst] , Hongarije van [datum] [minderjarige] geadopteerd naar het recht van Hongarije. Daarbij heeft [minderjarige] de geslachtsnaam [geslachtsnaam] gekregen. Blijkens een zich bij de stukken bevindende verklaring op grond van artikel 23 van het Haags Adoptieverdrag van [datum] is de beslissing van [datum] waarbij de minderjarige in Hongarije door de moeder is geadopteerd op [datum] onherroepelijk geworden. Voorts is in die verklaring aangegeven dat de adoptie in Hongarije tot stand is gekomen met inachtneming van de regels van het Haags Adoptieverdrag en dat de op grond van artikel 17, sub c van het Haags Adoptieverdrag vereiste toestemmingen zijn gegeven.
3.5
Uit het gewaarmerkte afschrift van gegevens uit de basisregistratie personen van de gemeente [plaats] van 13 maart 2018 blijkt dat [minderjarige] sinds 13 juni 2016 staat ingeschreven op het adres van verzoeker en de moeder.
3.6
Verzoeker heeft reeds een kind tot wie hij in familierechtelijke betrekking staat, te weten [minderjarige] . De moeder heeft reeds twee kinderen tot wie zij in familierechtelijke betrekking staat, te weten [minderjarige] en [minderjarige] .

4.Beoordeling

4.1
Verzoeker en de moeder hebben de Nederlandse nationaliteit. Ook [minderjarige] heeft (inmiddels) de Nederlandse nationaliteit.
4.2
Op grond van het vorenstaande draagt de onderhavige zaak geen internationaal karakter. Daarmee behoeft de vraag of de Nederlandse rechter rechtsmacht toekomt en vervolgens de vraag welk rechtsstelsel van toepassing is, niet te worden beantwoord.
adoptie
4.3
De moeder stemt, blijkens een door haar op 4 april 2018 ondertekende verklaring, in met het hierboven onder 2.1 onder a. vermelde verzoek van verzoeker.
4.4
De rechtbank heeft op grond van de overgelegde stukken de overtuiging dat de gevraagde adoptie in het kennelijk belang van [minderjarige] is. Tevens is komen vast te staan dat [minderjarige] thans en naar voor de toekomst redelijkerwijs is te voorzien niets meer van haar (oorspronkelijke) ouder(s) in de hoedanigheid van ouder(s) te verwachten heeft, zodat, nu ook overigens aan de in artikel 1:227 BW vermelde gronden en aan de in artikel 1:228 BW vermelde voorwaarden voor adoptie is voldaan, het hierboven onder 2.1 onder a. vermelde verzoek voor toewijzing vatbaar is.
gezag
4.5
Verzoeker en de moeder zijn gehuwd. De moeder is door de adoptie in Hongarije reeds de juridische ouder van [minderjarige] geworden. Op het moment dat de onderhavige beschikking in kracht van gewijsde zal gaan, wordt ook verzoeker juridisch ouder van [minderjarige] . Gelet op het gegeven dat verzoeker en de moeder zijn gehuwd, zal op het moment dat de onderhavige beschikking in kracht van gewijsde zal zijn gegaan op grond van het bepaalde in artikel 1:251, eerste lid, BW sprake zijn van gezamenlijk gezag van verzoeker en de moeder over [minderjarige] .
4.6
Op grond van het vorenstaande zal het hierboven onder 2.1 onder b. vermelde verzoek bij gebrek aan belang worden afgewezen.
4.7
De rechtbank zal in verband met het bepaalde in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder k. van het Besluit gezagsregisters bepalen dat de griffier, wanneer deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan, een afschrift van deze beschikking zal doen toekomen aan het gezagsregister om daarin aantekening te doen van deze beschikking.
geslachtsnaam
4.8
Door de onderhavige adoptie komt verzoeker in familierechtelijke betrekking te staan tot [minderjarige] , tot wie de moeder reeds in familierechtelijke betrekking staat. Verzoeker en de moeder hebben reeds een minderjarige tot wie zij gezamenlijk in familierechtelijke betrekking staan, te weten [minderjarige] . Met inachtneming van het vorenstaande krijgt [minderjarige] op grond van het bepaalde in artikel 1:5, achtste lid, BW van rechtswege de geslachtsnaam van verzoeker: [geslachtsnaam] . Verzoeker en de moeder hebben een dienovereenkomstige geslachtsnaamkeuze gedaan.
Geboortegegevens [minderjarige]
4.9
Bij de stukken bevindt zich een in Hongarije op [datum] opgemaakte geboorteakte van [minderjarige] met aktenummer [nummer] . Dit document betreft geen voor inschrijving vatbare geboorteakte, zodat de rechtbank op grond van artikel 1:25c, derde lid, BW ambtshalve de voor het opmaken van een geboorteakte noodzakelijke gegevens van [minderjarige] zal vaststellen als na te melden.
Tot slot
4.1
De rechtbank overweegt tenslotte als volgt. Uit de stukken blijkt dat de geboorteakte van [minderjarige] met daarop een latere vermelding betreffende de adoptie van [minderjarige] door de moeder en de daarmee gepaard gaande naamswijziging, niet voorkomt in het geboorteregister van de gemeente [plaats] . De ABS heeft in voormelde schriftelijke reactie aangegeven dat bij eventuele toewijzing van het onderhavige verzoek en het vaststellen van de geboortegegevens van [minderjarige] , aan de hand van de uitspraak, een vervangende geboorteakte voor [minderjarige] zal worden opgemaakt, waar als latere vermelding allereerst de in Hongarije tot stand gekomen adoptie door de moeder en de daarmee gepaard gaande naamswijziging van [minderjarige] op wordt verwerkt en vervolgens een latere vermelding betreffende de adoptie door verzoeker op wordt verwerkt. Uit de latere vermelding betreffende de adoptie door verzoeker zal blijken dat de familierechtelijke betrekkingen met de moeder, in dit geval de echtgenote van verzoeker, in stand blijven, alles aldus de ABS.
4.11
Met inachtneming van het vorenstaande vertrouwt de rechtbank erop dat de beslissing in Hongarije waarbij de moeder [minderjarige] heeft geadopteerd, alsmede de onderhavige beschikking in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] zullen worden verwerkt.

5.Beslissing

De rechtbank:
5.1
stelt vast dat op [geboortedatum] te [plaats] , Hongarije, is geboren een minderjarige van het vrouwelijk geslacht genaamd: [minderjarige] ;
5.2
spreekt uit de adoptie van de minderjarige van het vrouwelijk geslacht:
- [minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [plaats] , Hongarije,
door verzoeker voornoemd;
5.3
wijst af het meer of anders verzochte.
5.4
bepaalt dat de griffier, wanneer deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan, een afschrift van deze beschikking zal doen toekomen aan het gezagsregister, om daarin aantekening te doen van deze beschikking;
5.5
draagt de griffier op niet eerder dan drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking - en indien daartegen geen hoger beroep is ingesteld - een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] .
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E. Allegro, tevens kinderrechter, in tegenwoordigheid van A.M. Bergen, griffier en in het openbaar uitgesproken op 8 augustus 2018.
Tegen deze beschikking kan – voor zover er definitief is beslist – door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.