In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 8 augustus 2018 uitspraak gedaan over de adoptie van een minderjarige, geboren in Hongarije. Verzoeker, die gehuwd is met de moeder van de minderjarige, heeft verzocht om de adoptie van de minderjarige, die al door de moeder in Hongarije is geadopteerd. De adoptie in Hongarije is nog niet verwerkt in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige sinds 13 juni 2016 op het adres van verzoeker en de moeder staat ingeschreven en dat verzoeker en de moeder de Nederlandse nationaliteit bezitten. De rechtbank heeft geen mondelinge behandeling gehouden en heeft de zaak beoordeeld op basis van de ingediende stukken.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de gevraagde adoptie in het kennelijk belang van de minderjarige is en dat aan de wettelijke voorwaarden voor adoptie is voldaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder reeds de juridische ouder van de minderjarige is geworden door de adoptie in Hongarije. Bij de uitspraak is ook bepaald dat verzoeker, zodra de beschikking in kracht van gewijsde gaat, juridisch ouder van de minderjarige zal worden. De rechtbank heeft het verzoek van verzoeker om het gezag over de minderjarige te verkrijgen afgewezen, omdat dit bij gebrek aan belang was. Tevens is de geslachtsnaam van de minderjarige vastgesteld op basis van de adoptie en de geslachtsnaamkeuze van verzoeker en de moeder.
De rechtbank heeft de beslissing in Hongarije en de onderhavige beschikking in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente verwerkt. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een termijn van drie maanden gesteld voor het instellen van hoger beroep.