ECLI:NL:RBNHO:2018:6807
Rechtbank Noord-Holland
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Beperkingen op het stakingsrecht van vakbonden bij Schiphol
Op 1 augustus 2018 vond een mondelinge uitspraak plaats in een kort geding tussen de Royal Schiphol Group N.V. en de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) en CNV Vakmensen. Schiphol vorderde een verbod op collectieve acties in de vorm van werkonderbrekingen door de vakbonden bij de beveiligingsbedrijven op Schiphol, met als doel de veiligheid te waarborgen. De voorzieningenrechter, Th.S. Röell, oordeelde dat het recht op collectieve actie van de vakbonden, zoals vastgelegd in artikel 6 lid 4 van de Europese Sociale Handvest (ESH), niet onbeperkt kan worden ingeperkt. Schiphol moest aannemelijk maken dat de gevraagde beperkingen maatschappelijk gezien dringend noodzakelijk waren.
De voorzieningenrechter wees het primaire verbod op collectieve acties af, omdat Schiphol deze vordering niet voldoende had onderbouwd. Wel werd geoordeeld dat werkonderbrekingen van langer dan vijftien minuten per keer onaanvaardbare veiligheidsrisico's met zich konden meebrengen. Daarom werd de vakbonden verboden om werkonderbrekingen van meer dan vijftien minuten per keer uit te voeren en werd het aantal werkonderbrekingen per dag verhoogd van drie naar maximaal vijf. De beperkingen op het collectieve actierecht werden voorlopig vastgesteld tot en met 2 september 2018, de duur van de schoolvakanties. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten zou dragen.