ECLI:NL:RBNHO:2018:6785

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 juni 2018
Publicatiedatum
3 augustus 2018
Zaaknummer
5166896 CV EXPL 16-5622
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie luchtvaartmaatschappij bij verborgen fabricagefout en vertraging

In deze zaak heeft de passagier een vordering ingesteld tegen Transavia vanwege een vertraging van meer dan vier uur bij een vlucht van Rotterdam naar Barcelona op 2 september 2015. De passagier vorderde compensatie op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers. Transavia heeft de vordering afgewezen en zich beroepen op een buitengewone omstandigheid, namelijk een verborgen fabricagefout die leidde tot een lekkage in een brandstofpaneel van het vliegtuig. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagier met een vertraging van meer dan vier uur is aangekomen en dat Transavia in beginsel gehouden is tot compensatie, tenzij zij kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden.

Transavia heeft ter zitting bewijsstukken overgelegd, waaronder rapportages van Boeing, en betoogd dat de lekkage niet te voorzien was en dat zij alle redelijke maatregelen heeft genomen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Transavia voldoende heeft aangetoond dat de lekkage een verborgen fabricagefout betreft, waardoor sprake is van een buitengewone omstandigheid. De vordering van de passagier is afgewezen, en de proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan door kantonrechter L.M. de Vries op 20 juni 2018.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 5166896 \ CV EXPL 16-5622
Uitspraakdatum: 20 juni 2018
Vonnis in de zaak van:
[de passagier] ,wonende te [woonplaats] ,
eiser,
hierna: de passagier,
gemachtigde: mr I.G.B. Maertzdorff,
tegen
De commanditaire vennootschap
Transavia C.V.,
gevestigd en kantoorhoudend te Schiphol,
gedaagde,
hierna: Transavia,
gemachtigde mr. M. Reevers.

1.Het procesverloop

1.1.
De passagier heeft bij dagvaarding van 18 mei 2016 een vordering tegen Transavia ingesteld. Transavia heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagier heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna Transavia een schriftelijke reactie heeft gegeven. De passagier heeft nog een akte genomen. Er is pleidooi gevraagd.
1.3.
Op 24 april 2018 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.

2.De feiten

2.1.
De passagier heeft met Transavia een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Transavia de passagier diende te vervoeren van Rotterdam naar Barcelona op 2 september 2015 (vluchtnummer: HV 6061), hierna: de vlucht.
2.2.
Voorafgaand aan de vlucht is een lekkage aan een brandstofpaneel in een van de vleugels van het desbetreffende vliegtuig aangetroffen. Transavia heeft een vervangend onderdeel vanuit Amsterdam laten aanvoeren.
2.3.
De vlucht heeft meer dan vier uur vertraging opgelopen.
2.4.
De passagier heeft compensatie van Transavia gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.5.
Transavia heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagier vordert dat Transavia bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 250,00 vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 2 september 2015 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 90,75 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 3 december 2015;
- de proceskosten en de nakosten.
3.2.
De passagier heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en onder meer het Sturgeon-arrest (C-402/07) van het Hof van Justitie van de Europese Unie (het hof) van 19 november 2009 en het Van der Lans-arrest van het hof van 17 september 2015 (C-257/14). De passagier stelt dat Transavia vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is hem te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,-. De passagier stelt zich – samengevat – op het standpunt dat ten onrechte een beroep wordt gedaan op een verborgen fabricagefout, omdat het gebrek aan de gasket sinds 2012 bekend is en derhalve maatregelen genomen hadden kunnen worden. Daarbij is Transavia de buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente over die kosten en de hoofdsom als schadevergoeding aan de passagier verschuldigd.

4.Het verweer

4.1.
Transavia concludeert tot afwijzing van de vordering. Zij voert (samengevat) aan dat zij geen compensatie is verschuldigd, omdat de vertraging het gevolg is van een buitengewone omstandigheid, bestaand uit een verborgen fabricagefout, die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen kon worden. Zij voert – kort samengevat – aan dat de ontdekte lekkage niet was te voorzien en beroept zich op buitengewone omstandigheden conform overweging 12 van de Verordening. Het toestel verkeerde in goede staat van onderhoud en was luchtwaardig bevonden, aldus Transavia, en een goed onderdeel hoeft niet preventief vervangen te worden. Transavia voert aan dat de fabrikant Boeing de ontwerpfout eerder al heeft onderkend, maar het staat niet vast dat een brandstofpaneel tijdens de normale levensduur te maken krijgt met een lekkage. Transavia is in afwachting van de oplossing(en) die Boeing voorschrijft en volgt de aanwijzingen op. Het betreft een minuscule afwijking die niet zichtbaar is totdat het mankement zich voordoet. Het was niet voorzienbaar. Transavia betwist de buitengerechtelijke kosten, namelijk er zijn geen werkzaamheden verricht anders dan ten behoeve van deze procedure.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat zij in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Vast staat dat de passagier met een vertraging van meer dan vier uur is aangekomen op de eindbestemming te Barcelona, zodat Transavia op grond van de Verordening in beginsel gehouden is de compensatie als bedoeld in de Verordening te voldoen. Dit is anders indien Transavia kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening, die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet konden worden voorkomen.
5.3.
Transavia heeft zich in het onderhavige geval beroepen op een verborgen fabricagefout, te weten de lekkage in een van de brandstofpanelen in de vleugel. Ter gelegenheid van de zitting heeft Transavia herhaald dat zij de technische gegevens van Boeing niet mag openbaren, maar wel mag laten inzien. Transavia heeft haar standpunt onderbouwd door ter zitting de Boeing rapportages van de Fleet Teem Meeting 2012 en 2014, de serviceletter van 27 februari 2015 en het supplement uit de Maintenance Manual over te leggen en ter zitting ter inzage te geven en toe te lichten, waarbij tevens aan de hand van een meegenomen brandstofpaneel een toelichting is gegeven op de aangevoerde fabricagefout. Daarbij is (samengevat) aangegeven dat onder iedere vleugel sprake is van een zestiental gaten die worden afgesloten met een brandstofpaneel door middel van gaskets/seals van rubber, waarin aluminimum is verwerkt voor het geval van bliksem, welke panelen vervolgens met schroeven in de vleugel worden vastgetrokken. Voor het aandraaien van deze schroeven is een ‘torquewaarde’ voorgeschreven, die Transavia opvolgt. Als de gasket/seal niet voldoet, kan er vocht in de ‘donuts’ (het deel waar de schroef in wordt vastgezet) komen. Tussen de temperaturen aan de grond en in de lucht zitten enorme verschillen en als er sprake is van enige vochtophoping in een ‘donut’ kan dit tot ijsvorming leiden en tot een (haar)scheur in de ‘donut’. Eenmaal aan de grond, als de temperatuur weer wijzigt, kan dat ertoe leiden dat er brandstof lekt via een soms minuscuul scheurtje. Transavia wijst er op dat in de meeste gevallen de gaskets/seals functioneren, het is niet voorzienbaar. De leeftijd van de panelen of gaskets/seals speelt hierbij geen rol.
Boeing heeft deze problematiek erkend en besproken in zogenaamde ‘Fleet Team Meetings’ in maart 2012 en juni 2014 en in haar serviceletter van 27 februari 2015 gericht aan de luchtvaartmaatschappijen. Inmiddels zijn er verschillende nieuwe versies van de gaskets door Boeing geproduceerd en getest, waarbij ook verschillende torquewaardes zijn gehanteerd, aldus Transavia.
5.4.
Transavia heeft verder aangevoerd dat in 2010 conform de instructie van Boeing de gaskets versie 2 zijn geïnstalleerd in het toestel van de onderhavige vlucht. Vervolgens is tijdens de meeting in 2012 door Boeing medegedeeld dat deze versie nummer 2 toch niet voorziet in ‘a durable moisture barrier’. Dit heeft ertoe geleid dat er een ‘noodoplossing’ genaamd ‘Fuel Tank Acces Panel Temporary Repair’ is geaccepteerd, totdat de verbeterde afdichting van het paneel, met welk herontwerp Boeing bezig is, een feit is. Transavia heeft ter zitting toegelicht dat de meeting in 2014 specifieker was gericht op het voorkomen van brandstoflekkage. Tijdens de meeting in 2014 heeft Boeing het herontwerp van de gasket versie 5 aangekondigd. Transavia heeft gewezen op de serviceletter van Boeing waarin wordt aangeraden om gasket versie 2 te vervangen door gasket versie 5 ‘at a convenient maintenance opportunity, when wing fuel tank access is available’. Transavia heeft daarbij aangegeven dat niet bij ieder groot onderhoud de tanks opengaan. Transavia heeft ter zitting toegelicht dat de onderhoudsintervallen eens per 6 à 10 jaar plaatsvinden. Het eerstvolgende groot onderhoud - na de installatie van de gaskets versie 2 in 2010 – voor dit toestel, waarbij de tanks opengingen, stond gepland in 2016. Op dat moment was gasket versie 5 beschikbaar en Transavia heeft toen alle gaskets conform de aanwijzingen van Boeing op dit toestel vervangen. Dat was dus na de onderhavige vlucht in 2015.
5.5.
Transavia heeft ter onderbouwing stukken overgelegd, waaruit volgt dat in 2015 de onderhavige lekkage is ontdekt en gemeld. Vervolgens zijn maatregelen genomen door een vervangend onderdeel vanuit Amsterdam te laten aanvoeren, omdat Rotterdam geen ‘maintenance basis’ is van Transavia. Dit alles, aldus Transavia, heeft tot een vertraging van de onderhavige vlucht heeft geleid.
5.6.
Het Europese Hof (het hof) heeft in het Van der Lans/KLM-arrest in rechtsoverweging 41 en 42 overwogen dat een voortijdig defect van sommige onderdelen van een luchtvaartuig een onverwachte gebeurtenis vormt. In deze uitspraak is overwogen dat een dergelijke technische storing desalniettemin wezenlijk verbonden blijft met het zeer complexe systeem voor de werking van een toestel, dat door de luchtvaartmaatschappij onder, met name meteorologisch, vaak moeilijke en zelfs extreme omstandigheden wordt gebruikt. Volgens het hof moet daarom worden aangenomen dat in het kader van de activiteiten van een luchtvaartmaatschappij die onverwachte gebeurtenis inherent is aan de normale uitoefening van het bedrijf van de luchtvaartmaatschappij, omdat die luchtvaartmaatschappij gewoonlijk met dit soort onverwachte technische problemen wordt geconfronteerd. In het onderhavige geschil heeft Transavia aangevoerd dat sprake is van een verborgen fabricagefout en daarmee van een situatie die niet inherent is aan de normale uitoefening.
5.7.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Transavia voldoende aangetoond dat bij het voorliggende technische mankement sprake is van een verborgen fabricagefout, zodat dit technische mankement een buitengewone omstandigheid oplevert. Niet aannemelijk is geworden dat de scheuren zijn ontstaan door onderhoudsfouten of door slijtage als gevolg van normaal gebruik. Terecht wijst de passagier erop dat Boeing dit probleem reeds in 2012 heeft onderkend. Daar staat tegenover dat niet is gebleken dat Boeing in 2015 de fabricagefout al definitief had verholpen dan wel dat Transavia daar invloed op heeft kunnen uitoefenen. Van een verplichting om functionerende onderdelen preventief te vervangen is geen sprake. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Transavia deze omstandigheid niet kunnen voorkomen en heeft zij overigens al het mogelijke gedaan om de vertraging voor de passagier zo beperkt mogelijk te houden. Het specifieke paneel was op de luchthaven te Rotterdam niet voorradig. Transavia heeft het paneel daarom vanuit Amsterdam laten aanvoeren, waarna de reparatie heeft plaatsgevonden. Er is sprake van een buitengewone omstandigheid als bedoeld in de Verordening. De vordering van de passagier wordt afgewezen, derhalve behoeven de overige verweren van Transavia geen bespreking meer.
5.8.
De kantonrechter ziet aanleiding om de proceskosten te compenseren. Het kan niet aan de passagier worden tegengeworpen dat de informatie over de aangevoerde buitengewone omstandigheid eerst ter zitting inzichtelijk is gemaakt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M. de Vries, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.