In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 30 juli 2018 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van vergunningen voor bodemenergiesystemen. Eiseres, een B.V. gevestigd in [plaats 1], heeft bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland, dat op 30 maart 2017 een vergunning heeft verleend aan derde-partij, een andere B.V. gevestigd in [plaats 2], voor het onttrekken en infiltreren van grondwater ten behoeve van een open bodemenergiesysteem. Eiseres had eerder, op 1 mei 2017, een vergunning voor een nagenoeg gelijke activiteit op dezelfde locatie verkregen.
Eiseres betoogde dat het niet mogelijk is om voor dezelfde activiteit op dezelfde locatie meerdere vergunningen te verlenen, verwijzend naar het beginsel 'wie het eerst komt, het eerst pompt', zoals vastgelegd in de Waterwet. De rechtbank oordeelde echter dat de Waterwet geen belemmering vormt voor het verlenen van meerdere vergunningen voor dezelfde locatie, mits er adequate vergunningvoorschriften zijn om negatieve interferentie tussen de systemen te voorkomen. De rechtbank stelde vast dat verweerder geen beleidsregels had opgesteld, maar dat de vergunningvoorschriften voldoende waarborgen bieden.
De rechtbank concludeerde dat eiseres geen procesbelang had bij haar beroep, omdat het doel van haar beroep, het verkrijgen van de enige vergunning voor de locatie, niet kon worden bereikt. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres niet-ontvankelijk en wees op de mogelijkheid van hoger beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.