Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
G4S Security Service B.V.,
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het verweer en het tegenverzoek
5.De beoordeling van het verzoek
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 46).
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34). Een dergelijke situatie doet zich hier niet voor. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden op de h-grond en vanwege het ontbreken van de toestemming als bedoeld in artikel 7 lid 2 Wpbr. Dat houdt geen verband met verwijtbaar handelen of nalaten van G4S.
6.De beoordeling van het tegenverzoek
€ 2.137,12 bruto per vier weken, vanaf 7 maart 2018 tot aan het moment waarop het dienstverband rechtsgeldig zal zijn geëindigd. De kantonrechter overweegt dat die vordering door [verweerder] kan worden ingediend in deze verzoekschriftprocedure, omdat het gaat om een vordering die voldoende verband houdt met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst (artikel 7:686a lid 3 BW en
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 121).
“vermeerderd met in de aan de ziekmelding voorafgaande 52 weken verdiende gemiddelde onregelmatigheidstoeslag”.Uit artikel 72 van de CAO, in verbinding met artikel 1 van de CAO, volgt dat een werknemer gedurende de eerste zes maanden van ziekte recht heeft op doorbetaling van loon tot 100%, waarbij tot het loon ook behoort de in de (aan de ziekteperiode) voorgaande 52 weken verdiende gemiddelde onregelmatigheidstoeslag. G4S erkent dit ook. Gelet daarop kan de gewijzigde vordering van [verweerder] worden toegewezen. G4S heeft erop gewezen dat voor haar niet duidelijk is of [verweerder] onregelmatigheidstoeslag heeft ontvangen en heeft verzocht om de gelegenheid te krijgen voor een reactie op de wijziging van de vordering. De kantonrechter ziet geen reden om G4S die gelegenheid te geven. De veroordeling om bij loondoorbetaling rekening te houden met een onregelmatigheidstoeslag, houdt immers nog niet in dat [verweerder] ook daadwerkelijk aanspraak heeft op doorbetaling van loon, vermeerderd met onregelmatigheidstoeslag. Dat zal afhankelijk zijn van de vraag of [verweerder] in de periode van 19 februari 2017 tot 19 februari 2018 een onregelmatigheidstoeslag heeft ontvangen, en zo ja, wat de gemiddelde onregelmatigheidstoeslag dan is geweest. Partijen moeten daar zelf relatief eenvoudig uit kunnen komen aan de hand van de salarisspecificaties over die periode.