Uitspraak
Rechtbank noord-holland
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 juli 2018 in de zaak tussen
[X] , wonende te [Z] , eiseres
de Belastingdienst/Toeslagen, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
hoger is dan € 710,68 per maand.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 26 juli 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, [X], en de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres had een aanvraag voor huurtoeslag ingediend, maar de Belastingdienst had het voorschot huurtoeslag over 2017 vastgesteld op nihil. Eiseres maakte bezwaar tegen dit besluit, maar dit werd ongegrond verklaard. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 12 juli 2018 in Alkmaar is eiseres verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde M. van Willigen, terwijl de Belastingdienst werd vertegenwoordigd door A. Koullali.
De rechtbank heeft de feiten en het procesverloop in detail bekeken. Eiseres stelde dat zij recht had op huurtoeslag omdat zij in juni 2015 huurtoeslag ontving, en dat haar recht op huurtoeslag niet doorbroken was, ondanks dat haar rekenhuur per 1 juli 2015 te hoog was. De Belastingdienst betwistte dit en stelde dat eiseres in 2016 een te groot vermogen had om in aanmerking te komen voor huurtoeslag. De rechtbank oordeelde dat eiseres inderdaad recht had op huurtoeslag, omdat zij in de maand voorafgaand aan de overschrijding van de huurgrens huurtoeslag ontving en er geen sprake was van een verhuizing.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de beslissing op bezwaar van de Belastingdienst en droeg hen op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak. Tevens werd de Belastingdienst veroordeeld in de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 1.002, en moest het griffierecht van € 46 aan eiseres worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.