ECLI:NL:RBNHO:2018:628

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 januari 2018
Publicatiedatum
26 januari 2018
Zaaknummer
1580027317
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontuchtige handelingen met minderjarigen en vervaardigen van kinderpornografie door een familielid

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 30 januari 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan ontuchtige handelingen met zijn minderjarige neefje, alsook aan het vervaardigen, bezitten en verspreiden van kinderpornografisch materiaal. De feiten hebben zich afgespeeld over een periode van drie jaar, van 5 november 2013 tot en met 27 april 2017, waarbij de verdachte ontuchtige handelingen heeft gepleegd met zijn neefje, die op dat moment nog geen zestien jaar oud was. De verdachte heeft ook foto's en video's gemaakt van deze handelingen, wat hem schuldig maakte aan het vervaardigen van kinderpornografie. Daarnaast is hij veroordeeld voor het bezit en de verspreiding van kinderpornografisch materiaal en het bezit van een afbeelding van dierenpornografie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is, wat invloed heeft gehad op de opgelegde sancties. De rechtbank heeft een gevangenisstraf van één jaar opgelegd, alsook de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden, die onmiddellijk uitvoerbaar is. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding van €4.000,- toegewezen aan het slachtoffer, te vermeerderen met wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Alkmaar
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/800273-17 (P)
Uitspraakdatum: 30 januari 2018
Tegenspraak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 16 januari 2018 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres]
,
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Zwaag.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. A. van Eck en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. R.J. Wortelboer, advocaat te Alkmaar, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:
Feit 1:
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 5 november 2013 tot en met 27 april 2017 te Monnickendam, gemeente Waterland, en/of te Alkmaar, althans in Nederland en/of in Berlijn, althans in Duitsland,
(telkens) met een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2004, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd,
immers heeft hij, verdachte (telkens):
- die [slachtoffer] op zijn mond gezoend en/of
- op die [slachtoffer] gelegen terwijl verdachte en/of die [slachtoffer] (geheel) ontkleed waren en/of
- de wang en/of de anus van die [slachtoffer] gelikt met zijn tong en/of
- die [slachtoffer] gepijpt en/of
- zijn, verdachtes, penis tegen de anus van die [slachtoffer] geduwd en/of gehouden;
Feit 2:
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 5 november 2013 tot en met 04 november 2016 te Monnickendam, gemeente Waterland en/of te Alkmaar, althans in Nederland,
(telkens) met een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2004, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt,
(telkens) een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ,
te weten: dat hij, verdachte, (telkens):
- zijn penis in de anus van die [slachtoffer] heeft gebracht en/of gehouden en/of
- zich door die [slachtoffer] heeft laten pijpen;
Feit 3:
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 5 november 2016 tot en met 27 april 2017 te Monnickendam, gemeente Waterland, en/of te Alkmaar, althans in Nederland en/of in Berlijn, althans in Duitsland,
(telkens) met een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige,
te weten: (telkens) met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2004, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt,
buiten echt,
(telkens) een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ,
te weten: dat hij, verdachte, (telkens):
- zijn penis in de anus van die [slachtoffer] heeft gebracht en/of gehouden en/of
- zich door die [slachtoffer] heeft laten pijpen;
Feit 4:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 5 november 2013 tot en met 27 april 2017 te Monnickendam, gemeente Waterland, en/of te Alkmaar, althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal telkens afbeeldingen, te weten foto's en/of video's - en/of (een) gegevensdrager(s), bevattende afbeeldingen - te weten een Desktop Medion (beslagcode M.01.04.001) en/of een computer Crystal Dell (beslagcode M.03.01.001) en/of een USB stick Kingston (beslagcode M.01.03.002) en/of een Toshiba Externe harde schijf (beslagcode M.03.02.001)
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
in bezit heeft gehad
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis en/of mond/tong en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(foto 2, pv p. 91: [bestandsnaam] .jpg
en
video 1, p. 96: [bestandsnaam] .mpg
en
video 2, p. 97: [bestandsnaam] .avi)
en/of
het met de penis en/of (een) vinger(s) en/of (een) voowerp(en) en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(foto 3, pv p. 91/92: [bestandsnaam] .jpg)
en/of
het door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt likken en/of in de mond nemen van het geslachtsdeel van een dier
(foto 10, pv p. 92: [bestandsnaam] .JPG)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp, en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of
(waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(foto 20, pv p. 92: [bestandsnaam] .JPG)
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt waarbij op dat gezicht en/of lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is (waarbij) de afbeelding )aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(foto 6, pv p. 92/93: [bestandsnaam] .jpg)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
Feit 5:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 5 november 2013 tot en met 27 april 2017 te Monnickendam, gemeente Waterland, en/of Alkmaar, althans in Nederland,
(telkens) (een) afbeelding(en), te weten foto's, heeft verspreid en/of aangeboden via filesharing programma Gigatribe, en/of via Skype en/of via TOR, terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(pv p. 33: 3. [bestandsnaam] .jpg)
en/of
het met de penis betasten en/of aanraken van de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(pv p. 33, 1. [bestandsnaam] .jpg)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding
(op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's /film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking
heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(pv p. 33: 4. [bestandsnaam] .JPG)
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij op dat gezicht en/of lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is
(pv p. 33: 9. [bestandsnaam] .jpg)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
Feit 6:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 april 2015 tot en met 25 mei 2016 te Monnickendam, gemeente Waterland, en/of te Alkmaar, althans in Nederland (telkens) een (aantal) afbeelding(en), te weten foto's en/of video's, heeft vervaardigd terwijl op die afbeelding(en) (telkens) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2004, was betrokken (en/of schijnbaar was betrokken),
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - (telkens) bestonden uit:
het betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van die [slachtoffer] , althans een persoon die kenneljk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt;
(aanvullend proces-verbaal d.d. 24 november 2017:
- [bestandsnaam] .png,
- [bestandsnaam] )
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door die [slachtoffer] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij die [slachtoffer] , althans deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding
(op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen
en/of waarbij die [slachtoffer] , althans deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die [slachtoffer] , althans deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die [slachtoffer] , althans deze persoon in beeld wordt gebracht
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(aanvullend proces-verbaal d.d. 24 november 2017: [bestandsnaam] .jpg)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
Feit 7:
hij op of omstreeks 25 april 2017 te Alkmaar een hoeveelheid afbeeldingen, te weten (een) foto(‘s) en/of een gegevensdrager bevattende (een) hoeveelheid afbeeldingen, te weten een Desktop Medion (beslagcode M.01.04.001) in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeelding(en) (een) ontuchtige handeling(en) zichtbaar is/zijn waarbij een mens en (een) dier(en) is/zijn betrokken of schijnbaar is/zijn betrokken, welke ontuchtige handelingen bestonden uit:
het door een persoon likken, in de mond nemen, betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een dier (te weten een hond)
en/of
het met de/een hand(en) betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een dier (te weten een hond)
(aanvullend proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 november 2017: [bestandsnaam] .jpg).

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van het onder 2 ten laste gelegde feit en tot bewezenverklaring van de onder 1, 3, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde feiten. Ten aanzien van feit 3 heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zijn penis in de anus van [slachtoffer] heeft gebracht en/of gehouden, zodat verdachte van dat deel van de tenlastelegging dient te worden vrijgesproken.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich aangesloten bij het standpunt van de officier van justitie.
3.3.
Vrijspraak feit 2Evenals de officier van justitie en de raadsman acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit heeft begaan. Zowel [slachtoffer] als verdachte ontkennen dat verdachte zijn penis in de anus van [slachtoffer] heeft gebracht en/of gehouden. Over het pijpen van verdachte door [slachtoffer] heeft [slachtoffer] – consequent – verklaard dat hij het pijpen van verdachte voor het eerst heeft geprobeerd in het weekend van 11 november 2016 tot 14 november 2016, toen [slachtoffer] met zijn ouders en verdachte in Berlijn was. Verdachte heeft over het pijpen verklaard niet met zekerheid te kunnen zeggen wanneer [slachtoffer] dit voor het eerst bij hem heeft geprobeerd. Nu het dossier geen bewijsmiddelen bevat waaruit zou blijken dat verdachte – vóór de twaalfde verjaardag van [slachtoffer] – zijn penis in de anus van [slachtoffer] heeft gebracht en/of gehouden en/of zich door [slachtoffer] heeft laten pijpen, zal verdachte van het onder 2 ten laste gelegde feit worden vrijgesproken.
3.4.
Redengevende feiten en omstandigheden
Feiten 1 en 3
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor verdachte ten overstaan van daartoe gecertificeerde zedenrechercheurs d.d. 10 juli 2017 (dossierpagina 157) van het procesdossier met registratienummer 2017091668 (Dendermonde);
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte door [aangeefster] namens [slachtoffer] ten overstaan van daartoe gecertificeerde zedenrechercheurs d.d. 12 mei 2017 (dossierpagina’s 13 tot en met 25) van voornoemd procesdossier;
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer] door een daartoe gecertificeerde zedenrechercheur d.d. 16 mei 2017 (dossierpagina’s 33 tot en met 88 en de daarbij behorende bijlage op dossierpagina 89) van voornoemd procesdossier;
  • een schriftelijk bescheid, te weten een geboorteakte van [slachtoffer] , d.d. 26 juni 2017 (dossierpagina 90) van voornoemd procesdossier.
Partiële vrijspraak feit 3
Evenals de officier van justitie en de raadsman acht de rechtbank ten aanzien van feit 3 niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zijn penis in de anus van [slachtoffer] heeft gebracht en/of gehouden, nu uit de verklaringen van [slachtoffer] en verdachte is gebleken dat verdachte zijn penis tegen de anus van [slachtoffer] heeft geduwd en gehouden. Zowel [slachtoffer] als verdachte hebben stellig verklaard dat verdachte zijn penis niet in de anus van [slachtoffer] heeft gebracht. Het dossier bevat geen bewijs waaruit het tegendeel zou blijken. Verdachte zal derhalve van dit deel van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
Feit 4
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 4 ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch materiaal door daartoe gecertificeerde zedenrechercheurs d.d. 7 augustus 2017 (dossierpagina’s 84 tot en met 97) van het procesdossier met registratienummer 2015179206 (Maybach).
Feit 5
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 5 ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen door [verbalisant] d.d. 7 juli 2015 (dossierpagina’s 10 en 11 en de daarbij behorende bijlagen op dossierpagina’s 16 tot en met 28) van het procesdossier met registratienummer 2015179206 (Maybach);
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van beoordeling beeldmateriaal door een daartoe gecertificeerd zedenrechercheur d.d. 19 juni 2015 (dossierpagina’s 30 tot en met 32 met de daarbij behorende bijlagen op dossierpagina’s 33 tot en met 38) van voornoemd procesdossier.
Feit 6
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 6 ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch materiaal door daartoe gecertificeerde zedenrechercheurs d.d. 7 augustus 2017 (dossierpagina’s 84 tot en met 97) van het procesdossier met registratienummer 2015179206 (Maybach);
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen door een daartoe gecertificeerd zedenrechercheur d.d. 24 november 2017 (los processtuk), behorend bij voornoemd procesdossier;
  • een schriftelijk bescheid, te weten een geboorteakte van [slachtoffer] , d.d. 26 juni 2017 (dossierpagina 90) van voornoemd procesdossier.
Feit 7
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 7 ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch materiaal door daartoe gecertificeerde zedenrechercheurs d.d. 7 augustus 2017 (dossierpagina’s 84 tot en met 97) van het procesdossier met registratienummer 2015179206 (Maybach);
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen omschrijving dierenporno door een daartoe gecertificeerd zedenrechercheur d.d. 24 november 2017 (los processtuk), behorend bij voornoemd procesdossier.
3.5.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1, 3, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
Feit 1:
hij in de periode van 10 juli 2014 tot en met 27 april 2017 te Monnickendam, gemeente Waterland, en te Alkmaar en in Berlijn, telkens met een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, te weten telkens [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2004, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd,
immers heeft hij, verdachte:
- die [slachtoffer] op zijn mond gezoend en
- op die [slachtoffer] gelegen terwijl verdachte en die [slachtoffer] (geheel) ontkleed waren en
- de wang en de anus van die [slachtoffer] gelikt met zijn tong en
- die [slachtoffer] gepijpt en
- zijn, verdachtes, penis tegen de anus van die [slachtoffer] geduwd en gehouden;
Feit 3:
hij in de periode van 11 november 2016 tot en met 27 april 2017 te Monnickendam, gemeente Waterland, en te Alkmaar en in Berlijn,
telkens met een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, te weten: telkens met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2004, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten: dat hij, verdachte, telkens zich door die [slachtoffer] heeft laten pijpen;
Feit 4:
hij in de periode van 13 juli 2014 tot en met 27 april 2017 te Alkmaar, afbeeldingen, te weten foto’s en video’s en gegevensdragers, bevattende afbeeldingen
- te weten een Desktop Medion (beslagcode M.01.04.001) en een computer Crystal Dell (beslagcode M.03.01.001) en een USB stick Kingston (beslagcode M.01.03.002) en een Toshiba Externe harde schijf (beslagcode M.03.02.001)
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
in bezit heeft gehad
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(foto 2, pv p. 91: [bestandsnaam] .jpg
en
video 1, p. 96: [bestandsnaam] .mpg
en
video 2, p. 97: [bestandsnaam] .avi)
en
het met de tong aanraken van het geslachtsdeel en de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(foto 3, pv p. 91/92: [bestandsnaam] .jpg)
en
het door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt likken en in de mond nemen van het geslachtsdeel van een dier
(foto 10, pv p. 92: [bestandsnaam] .JPG)
en
het gedeeltelijk naakt poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, op een wijze die niet bij zijn leeftijd past, waarna door het camerastandpunt en de onnatuurlijke pose van deze persoon en de uitsnede van de foto nadrukkelijk de billen van die persoon in beeld gebracht worden, waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling
(foto 20, pv p. 92: [bestandsnaam] .JPG)
en
het houden van een (stijve) penis bij/naast het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt waarbij op dat lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is, waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling
(foto 6, pv p. 92/93: [bestandsnaam] .jpg)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
Feit 5:
hij in de periode van 19 mei 2015 tot en met 27 april 2017 te Alkmaar, afbeeldingen, te weten foto’s, heeft verspreid en aangeboden via filesharing programma Gigatribe en via Skype, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(pv p. 33: 3. [bestandsnaam] .jpg)
en
het met de penis betasten en/of aanraken van de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (pv p. 33, 1. [bestandsnaam] .jpg)
en
het geheel naakt laten poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een omgeving en in een erotisch getinte houding op een wijze die niet bij zijn leeftijd past en waarna door het camerastandpunt en de onnatuurlijke pose en de uitsnede van de foto nadrukkelijk het ontblote geslachtsdeel van deze persoon in beeld gebracht worden, waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling
(pv p. 33: 4. [bestandsnaam] .JPG)
en
het ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en het houden van een (stijve) penis bij het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij op dat lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is
(pv p. 33: 9. [bestandsnaam] .jpg)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
Feit 6:
hij in de periode van 14 april 2015 tot en met 25 mei 2016 te Monnickendam, gemeente Waterland, en/of te Alkmaar, afbeeldingen, te weten foto’s, heeft vervaardigd terwijl op die afbeeldingen telkens seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2004, was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - telkens bestonden uit:
het aanraken van de billen van die [slachtoffer] ;
(aanvullend proces-verbaal d.d. 24 november 2017:
- [bestandsnaam] .png,
- [bestandsnaam] )
en
het geheel naakt laten poseren van die [slachtoffer] , waarbij die [slachtoffer] , poseert in een omgeving en in een erotisch getinte houding op een wijze die niet bij zijn leeftijd past en door het camerastandpunt en de onnatuurlijke pose van die [slachtoffer] , nadrukkelijk de billen van die [slachtoffer] , in beeld worden gebracht, waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling
(aanvullend proces-verbaal d.d. 24 november 2017: [bestandsnaam] .jpg)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
Feit 7:
hij op 25 april 2017 te Alkmaar een gegevensdrager bevattende een afbeelding, te weten een Desktop Medion (beslagcode M.01.04.001) in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeelding een ontuchtige handeling zichtbaar is waarbij een mens en een dier zijn betrokken, welke ontuchtige handeling bestond uit:
het met de hand aanraken van het geslachtsdeel van een dier (te weten een hond)
(aanvullend proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 november 2017: [bestandsnaam] .jpg).
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders onder feiten 1, 3, 4, 5, 6 en 7 is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. Verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 1:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd;
Feit 3:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd;
Feit 4:
een afbeelding/gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;
Feit 5:
een afbeelding/gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden en aanbieden, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;
Feit 6:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, vervaardigen, terwijl van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;
Feit 7:
een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een ontuchtige handeling, waarbij een mens en een dier zijn betrokken, in bezit hebben.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de sancties

6.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee jaren met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat aan verdachte zal worden opgelegd de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden, zoals opgenomen in het maatregelrapport van de reclassering van 5 januari 2018.
Hierbij heeft de officier van justitie verzocht de terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
6.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat prioriteit gesteld moet worden aan de behandeling van verdachte. De raadsman heeft daarom verzocht een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen die gelijk is aan de duur van het voorarrest en daarnaast de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden.
6.3.
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sancties die aan verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft vanaf zijn 29e in een periode van bijna drie jaren meerdere keren seksuele handelingen verricht met zijn neefje, [slachtoffer] . Het seksuele misbruik is begonnen toen [slachtoffer] negen jaar oud was. Verdachte heeft tevens foto’s en video’s gemaakt van de seksuele handelingen die hij verrichtte met [slachtoffer] , waarmee hij zich ook heeft schuldig gemaakt aan het vervaardigen van kinderpornografie.
Uit de verklaringen van verdachte en [slachtoffer] volgt dat de handelingen niet altijd tegen de zin van [slachtoffer] waren, maar verdachte heeft met zijn handelen desondanks ernstig inbreuk gemaakt op zowel de lichamelijke als de geestelijke integriteit van [slachtoffer] . Verdachte heeft het vertrouwen van zijn minderjarige neefje misbruikt ten behoeve van zijn eigen lustgevoelens en behoeftebevrediging, die hij zwaarder heeft laten wegen dan de persoonlijke belangen van zijn neefje. Hierdoor heeft hij een normale en gezonde ontwikkeling waar ieder kind recht op heeft, doorkruist. Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van dit soort feiten vaak langdurige en ernstige psychische schade van deze gebeurtenissen ondervinden.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het bezit, het verspreiden en het vervaardigen van kinderporno en heeft hij hier ook een gewoonte van gemaakt. Het in bezit hebben, verspreiden en vervaardigen van kinderporno is bijzonder ongewenst nu bij de vervaardiging ervan kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd.
Ook bij deze feiten geldt dat het algemeen bekend is dat de gevolgen die deze kinderen zowel in psychische als in fysieke zin hiervan ondervinden doorgaans bijzonder ingrijpend zijn. De rechtbank houdt verdachte hiervoor mede verantwoordelijk, nu hij heeft bijgedragen aan de instandhouding van de vraag naar kinderporno en daarmee ook aan het seksuele misbruik en de exploitatie van deze kinderen. De rechtbank weegt tevens mee dat het om een aanzienlijk aantal kinderpornografische afbeeldingen gaat, waarop ook zeer jonge kinderen en baby’s te zien zijn, en dat verdachte gedurende een zeer lange periode zich heeft schuldig gemaakt aan het bezit van die afbeeldingen.
Ten slotte heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van een dierenpornografische afbeelding. Ook hiervoor geldt dat door de vraag naar dergelijke afbeeldingen de productie ervan en het daarmee gepaard gaande misbruik van dieren in stand wordt gehouden.
Ten aanzien van de persoon van verdachte heeft de rechtbank acht geslagen op het op naam van verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 11 december 2017, waaruit blijkt dat verdachte reeds eerder onherroepelijk is veroordeeld, maar niet in de afgelopen vijf jaren en ook niet voor zedenmisdrijven.
De rechtbank heeft ten aanzien van de persoon van verdachte verder acht geslagen op de over verdachte uitgebrachte psychiatrische Pro Justitia rapportage, gedateerd 31 oktober 2017, opgemaakt door [psychiater] , psychiater, en de psychologische Pro Justitia rapportage, gedateerd 3 november 2017, opgemaakt door [psycholoog] , klinisch psycholoog.
Uit de psychiatrische Pro Justitia rapportage blijkt dat verdachte lijdt aan een pedofiele stoornis, niet-exclusief en voornamelijk maar niet uitsluitend gericht op jongens. Daarnaast is er sprake van een stoornis in het gebruik van cannabis, mild van ernst. De pedofiele stoornis, waarschijnlijk aangevuurd door (enige mate van) hyperseksualiteit, heeft een directe invloed gehad op de gedragskeuzen van verdachte bij de totstandkoming van de ten laste gelegde feiten. De stoornis in het gebruik van cannabis was faciliterend. Het schuldgevoel van verdachte over zijn gedrag werd verminderd doordat hij veel blowde. De wil en de gedragskeuzes van verdachte werden in enige mate bepaald door zijn deviante seksuele voorkeur en zijn sterke seksuele aandrift. Verdachte had op diverse momenten andere keuzes kunnen maken, omdat hij doordrongen was van de ontoelaatbaarheid van zijn gedrag. Gezien het verband tussen de pedofiele stoornis en het tenlastegelegde adviseert de psychiater verdachte verminderd toerekeningsvatbaar te achten voor het tenlastegelegde.
Uit de psychologische Pro Justitia rapportage blijkt dat bij verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de vorm van een pedofiele stoornis, niet-exclusieve type, en een stoornis in het cannabisgebruik, mate matig. Alhoewel verdachte zich zonder problemen laat bevragen over het tenlastegelegde, valt op dat hij neigt het tenlastegelegde te bagatelliseren. Hij benadrukt telkens dat hij de wensen van het slachtoffer richtinggevend liet zijn voor zijn eigen gedrag en hem geen pijn wilde doen of op enige wijze wilde benadelen. Verdachte stelde zich naar zijn zeggen min of meer volgzaam op naar het slachtoffer en neemt daardoor spontaan weinig verantwoordelijkheid voor zijn eigen gedragingen. Tegelijk bestaan er ook schaamte- en schuldgevoelens ten aanzien van de gedragingen. Ook zegt hij de verantwoordelijkheid voor het tenlastegelegde gedrag te willen nemen. Verdachte lijkt zich in emotionele zin min of meer gelijk te hebben gesteld aan zijn neefje, waarmee hij in het verschil in leeftijd, emotionele en cognitieve rijpheid veronachtzaamd heeft. Hij lijkt zich weinig autonoom en weinig begrenzend opgesteld te hebben naar zijn neefje. Verdachte had reeds langere tijd pedofiele gevoelens. Het blowen was een compensatie voor de zwak ontwikkelde emotieregulatievaardigheden en zorgde ervoor dat zijn geweten ten aanzien van de pedofiele gevoelens, en later de tenlastegelegde gedragingen, gesust werd en hij gevoelens als schaamte en schuld dempte. Het tenlastegelegde speelde zich voorts af in een periode van zijn leven dat verdachte toenemend sociaal geïsoleerd was, hij zich onveilig voelde in de buitenwereld, zijn partner was overleden en hij geen nieuwe relatie had. Alhoewel verdachte zich wel bewust is geweest van de strafbaarheid van zijn gedragingen, heeft de geconstateerde problematiek en de hiermee samenhangende omstandigheden, het overwegen van gedragsalternatieven en controle over zijn handelen beperkt. Geadviseerd wordt daarom om verdachte alle tenlastegelegde feiten in verminderde mate toe te rekenen.
De rechtbank is van oordeel dat bovengenoemde rapportages, die zijn opgemaakt ten aanzien van feiten 1 tot en met 6, op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen en dat de conclusies met betrekking tot de toerekenbaarheid worden gedragen door een deugdelijke en inzichtelijk gemotiveerde onderbouwing. De rechtbank neemt deze conclusies dan ook over.
De rechtbank is voorts van oordeel dat verdachte ook ten aanzien van feit 7 als verminderd toerekeningsvatbaar dient te worden beschouwd, nu dit feit in dezelfde periode als de overige bewezen verklaarde feiten is gepleegd en voldoende aannemelijk is dat de bij verdachte bestaande psychische problematiek ook op het plegen van dit feit van invloed is geweest.
De verminderde toerekeningsvatbaarheid heeft een strafmatigend effect.
6.4.
Gevangenisstraf
De rechtbank is van oordeel dat een gevangenisstraf op zijn plaats is en dat onmiddellijke invrijheidstelling, zoals verzocht door de raadsman, onvoldoende recht doet aan de ernst van de bewezenverklaarde feiten. Bij het bepalen van de strafmaat houdt de rechtbank er in het voordeel van verdachte rekening mee dat verdachte, als gevolg van zijn eigen handelen, zijn werk, zijn woning en (een deel van) zijn familie is kwijtgeraakt en als verminderd toerekeningsvatbaar dient te worden beschouwd. Daarnaast is behandeling noodzakelijk
– niet slechts in het belang van verdachte maar ook in het belang van de maatschappij – en zal aan hem de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden worden opgelegd, welke maatregel zeer ingrijpend is. Bovendien is ter zitting de verwachting uitgesproken dat de voorwaarden in ieder geval enkele jaren aan verdachte zullen worden gesteld.
De rechtbank zal daarom een lagere gevangenisstraf opleggen dan door de officier van justitie is gevorderd.
6.5.
Terbeschikkingstelling met voorwaarden
De rechtbank heeft bij de beantwoording van de vraag of aan verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden dient te worden opgelegd, de hiervoor besproken psychologische en psychiatrische rapportages betrokken. Voornoemde rapportages houden over het recidiverisico en mogelijke interventies samengevat het volgende in.
De psychiatrische rapportage van 31 oktober 2017 vermeldt dat het recidiverisico op grond van de gebruikte risicotaxatie-instrumenten wordt ingeschat op het niveau matig-hoog. De psychiater stelt dat met name ten aanzien van een ‘hands on’ recidive verondersteld kan worden dat deze pas tot stand zal komen als verdachte opnieuw intensieve omgang krijgt met een jeugdige. Er is geen grond te veronderstellen dat verdachte opnieuw zou overgaan tot ‘hands on’ seksueel overschrijdend gedrag jegens een derde met wie hij zich niet intensief verbonden heeft. Daarmee is het geschetste recidiverisico vooral een risico op de langere termijn en kan het niet als acuut gezien worden. Gelet op het voorgaande is het aangewezen verdachte te behandelen. De deskundige ziet de combinatie van een ambulant behandeltraject met hierna te noemen beleid als voldoende om het recidiverisico te beperken.
Diverse aandachtsgebieden zijn voor behandeling naar voren gekomen: de seksuele preoccupatie/intensiteit van de aandrift, de neiging uit verveling seksueel actief te zijn, het sociale isolement, het gebrek aan intieme relaties met een gelijkwaardige partner en het beperkte netwerk. Daarnaast is behandeling gericht op abstinentie van cannabis aangewezen. De psychiater acht verdachte in staat aan de slag te gaan met voornoemde aandachtsgebieden in een ambulant traject, zoals dat bij de Waag wordt geboden. Eventueel kan (tijdelijk) gekozen worden voor intensivering door de inzet van dagklinisch behandelaanbod. De versteviging van de sociale inbedding, de familiaire verhoudingen, toezicht op de handel en wandel van verdachte in het algemeen en op het internet en controle op abstinentie van drugs en (in beginsel) ook alcohol zullen naast het behandeltraject verankerd moeten worden. De psychiater voorziet dat het geschetste behandeltraject op zich enkele jaren in beslag zal nemen. Omdat realisatie van voornoemde interventies in het kader van bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijk strafdeel beperkt van duur is en mislukking bovendien zal leiden tot detentie in plaats van behandeling, acht de psychiater het wenselijk de interventies te verankeren in het kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden.
De psychologische rapportage van 3 november 2017 vermeldt over het recidiverisico en mogelijke interventies het volgende. Hoewel verdachte momenteel (in detentie) niet blowt, is de stoornis in het cannabisgebruik niet behandeld en is terugval in cannabisgebruik te verwachten als verdachte nu terugkeert in de maatschappij. Tevens zijn de persoonlijke omstandigheden ongunstiger geworden. Verdachte heeft nog steeds nauwelijks een sociaal leven, is zijn werk en zijn woning kwijt, en ook een voor hem zeer belangrijke steunpilaar: zijn zus. De onderlinge spanningen in de familie zijn sterk toegenomen. Voorts zal verdachte geconfronteerd worden met het stigma van “een zedendelinquent”, wat spanningen met zich mee kan brengen waarmee verdachte niet goed kan omgaan. De combinatie van voornoemde factoren leidt tot de inschatting dat de kans op recidive van gedragingen zoals tenlastegelegd matig tot hoog is. De verwachting is dat herhaling van soortgelijke delicten pas plaatsvindt nadat verdachte opnieuw de gelegenheid heeft gekregen een intensieve band met een minderjarige op te bouwen. Het recidiverisico voor dergelijke hand-on delicten lijkt zich daarmee met name op de middellange tot lange termijn te richten.
De behandeling van verdachte dient zich te richten op voornoemde risicofactoren. Alhoewel de pedofiele gevoelens op geleide van een behandeling niet zullen veranderen, kan verdachte wel leren hier beter mee om te gaan. Verondersteld wordt dat deze gevoelens zich meer aan verdachte opdringen naarmate de sociale isolatie groter is, het cannabisgebruik intensiever en hij meer bloot staat aan stress en negatieve gevoelens die hij niet goed kan hanteren. Verdachte had immers ten tijde van zijn volwassen partnerrelatie geen seksueel verlangen naar kinderen. Een behandeling zal zich derhalve moeten richten op het omgaan met de pedofiele gevoelens, het stoppen met en abstinent blijven van cannabis, het verbeteren van probleemoplossende vaardigheden, het verstevigen van de autonomie en emotieregulerende vaardigheden, en het verbeteren van het sociale netwerk. Verdachte is gemotiveerd voor een behandeling en de hierboven geschetste behandeling kan plaatsvinden bij een instelling als de Waag. Tijdens een dergelijke behandeling kan ook systeemtherapie als interventie ingezet worden, met het oog op de flink belaste familie en familieverhoudingen, en de mate waarin verdachte op zijn familie steunt. Toezicht op abstinentie van cannabis (UC’s) en het internetgedrag is eveneens aan te bevelen.
Verdachte toont zich bereid en gemotiveerd om een behandeling te ondergaan, maar het is gezien de persoonlijkheidsdynamiek (geneigd het overdreven optimistisch te bezien, onvoldoende oog voor eventuele teleurstellingen/tegenslagen) de vraag in hoeverre hij een dergelijk behandeltraject overziet en vol wil/kan houden. Behandeling is naar inzicht van de psycholoog tevens noodzakelijk om het recidiverisico af te wenden; een omzetting van het voorwaardelijk strafdeel in een onvoorwaardelijk strafdeel, zou het recidiverisico onveranderd laten. Daarom adviseert de psycholoog verdachte de behandeling te laten ondergaan in het kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden.
Tot slot heeft de rechtbank kennisgenomen van het over verdachte uitgebrachte maatregelrapport, gedateerd 5 januari 2018, opgemaakt door [reclasseringswerker] , werkzaam bij GGZ Reclassering Palier. De reclassering conformeert zich aan het advies van de deskundigen en adviseert om aan verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden op te leggen. In haar advies heeft de reclassering veertien bijzondere voorwaarden opgenomen waaraan verdachte zich dient te houden.
Ter terechtzitting is [reclasseringswerker] als getuige gehoord en hij heeft verklaard dat de inhoud van de behandeling bij de Waag nog niet bekend is. Verdachte is wel geaccepteerd bij de Waag, maar er is meer tijd nodig om de inhoud van de behandeling te bepalen. Daarvoor zijn vijf intakegesprekken uitgetrokken. Een groepsbehandeling is mogelijk, alsmede netwerkgesprekken met de familie van verdachte. Indien dit onvoldoende intensief blijkt te zijn, is er bij de Waag Utrecht een dagbehandeling mogelijk. Het kan dat de intensiteit van de behandeling afneemt, maar een langdurige behandeling zal zeer zeker nodig zijn.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat de terbeschikkingstelling van verdachte dient te worden gelast en voorwaarden betreffende zijn gedrag dienen te worden gesteld, nu bij verdachte tijdens het begaan van de feiten een ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond, de door verdachte begane feiten (met uitzondering van feit 7) misdrijven zijn waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld en de veiligheid van anderen het opleggen van deze maatregel eist. De rechtbank zal daarbij de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden opleggen. De door de reclassering voorgestelde voorwaarde dat het verdachte niet is toegestaan om zich buiten het Europese deel van Nederland te begeven, zal echter zodanig worden geformuleerd dat het verdachte behoudens toestemming van de reclassering niet is toegestaan om zich buiten het Europese deel van Nederland te begeven.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard bereid te zijn de bijzondere voorwaarden, zoals deze in het maatregelrapport zijn opgenomen, na te leven.
Nu de maatregel van terbeschikkingstelling zal worden opgelegd ter zake van misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, te weten seksueel binnendringen bij een minderjarige, ontucht plegen en het vervaardigen van kinderpornografie kan de totale duur van de maatregel een periode van vier jaar te boven kan gaan.
Omdat de rechtbank het van belang acht dat de behandeling van de verdachte direct aansluitend aan zijn detentie zal aanvangen, zal de rechtbank bepalen dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zal zijn. Aan de wettelijke voorwaarden is voldaan, aangezien er zonder de noodzakelijke behandeling ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte op termijn wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.

7.Beslissingen ten aanzien van het beslag

7.1.
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten
  • 1.00 STK Telefoontoestel, IPHONE, 389796
  • 1.00 STK USB-stick, KINGSTON, 389798
  • 1.00 STK Computer, MEDION desktop, 389799
  • 1.00 STK Computer, CRYSTEL DELL, 389802
  • 1.00 STK Harddisk, EXTERNAL MEMORY, 389803
dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de onder 4, 5 en 6 bewezen verklaarde feiten met behulp van deze voorwerpen zijn begaan en dat het onder 7 bewezen verklaarde feit met de Medion Desktop is begaan. Het ongecontroleerde bezit van dit materiaal is in strijd met de wet en het algemeen belang.
7.2.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen opgenomen onder 1, 2, 4, 7, 8 en 11 tot en met 15 dienen te worden teruggegeven aan verdachte.

8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel

Namens de benadeelde partij [slachtoffer] is een vordering tot schadevergoeding van
€ 4.000,- ingediend tegen verdachte wegens immateriële schade die hij als gevolg van de onder 1, 3 en 6 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag.
Deze vordering is door verdachte niet betwist en zijn raadsman heeft zich ter zitting gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade rechtstreeks voortvloeit uit de onder 1, 3 en 6 bewezen verklaarde feiten. Gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting komt de rechtbank vergoeding van de gestelde immateriële schade billijk voor. De vordering zal dan ook geheel worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 juli 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken, tot op heden begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes bewezen verklaarde handelen aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
artikelen 36b, 36c, 36f, 37a, 38, 38a, 57, 240b, 245, 247, 248 en 254a van het Wetboek van Strafrecht.

10.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder feit 2 is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte de onder 1, 3, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.5. weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders onder feiten 1, 3, 4, 5, 6 en 7 is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de onder 1, 3, 4, 5, 6 en 7 bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) jaar.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast dat verdachte
ter beschikking wordt gesteld, en stelt daarbij de volgende voorwaarden dat verdachte:
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt en zijn medewerking verleent aan het maken van een digitale foto ten behoeve van zijn dossier, alsmede dat verdachte toestemming geeft aan de reclassering tot het opvragen en uitwisselen van informatie aan alle instellingen die zij relevant achten en die van belang zijn voor een goede behandeling c.q. begeleiding;
  • geen strafbare feiten zal plegen;
  • zich zal houden aan de voorschriften en aanwijzingen die zijn en worden gegeven door de aangewezen reclasseringsorganisatie en zich zo frequent zal melden als de reclassering dat noodzakelijk acht. Daarnaast dient verdachte mee te werken aan huisbezoeken door de reclassering;
  • zich zal conformeren aan een ambulante behandeling bij de Waag of soortgelijke instelling, ook als dit inhoudt inname van voorgeschreven medicatie;
  • niet van verblijfplaats zal veranderen, behoudens na overleg met zijn behandelaren en de reclassering;
  • zich actief zal inzetten voor het vinden en behouden van dagbesteding, naar inschatting van de reclassering;
  • openheid zal geven over zijn netwerk en geen bezwaar zal hebben tegen het door de reclassering screenen van personen met wie hij op “gepaste en discrete” wijze omgaat;
  • zich zal onthouden van drugsgebruik en zich niet zal onttrekken aan controles hierop;
  • inzicht zal geven in zijn financiën als daar om wordt verzocht en, indien nodig geacht, begeleiding van de MJD van Palier, of soortgelijke instelling, zal accepteren;
  • ervoor zal zorgen dat hij altijd bereikbaar is voor zijn begeleiders en behandelaren;
  • inzage zal geven in zijn gegevensdragers en deze door de politie zal laten controleren, indien de reclassering dit noodzakelijk acht;
  • toestemming zal geven aan de reclassering en aan zijn begeleiding, dat in geval van ongeoorloofde afwezigheid of calamiteiten en het niet nakomen van bovengenoemde voorwaarden, deze informatie aan alle betrokken partijen gemeld wordt;
  • zal meewerken, indien de reclassering dit noodzakelijk acht, aan een crisisplaatsing van maximaal zeven weken in een door IFZ geïndiceerde kliniek;
  • het tijdens de gehele terbeschikkingstelling niet is toegestaan, behoudens toestemming van de reclassering, om zich buiten het Europese deel van het Koninkrijk der Nederlanden te begeven.
Beveelt dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden
dadelijk uitvoerbaaris.
Onttrekt aan het verkeer:
  • 1.00 STK Telefoontoestel, IPHONE, 389796.
  • 1.00 STK USB-stick, KINGSTON, 389798
  • 1.00 STK Computer, MEDION desktop, 389799
  • 1.00 STK Computer, CRYSTEL DELL, 389802
  • 1.00 STK Harddisk, EXTERNAL MEMORY, 389803.
Gelast de teruggave aan verdachte van:
  • 1.00 STK Cd-Rom, MEDION, 389794
  • 1.00 STK Cd-Rom, MEDION, 389795
  • 1.00 STK Geheugenkaart, SANDISK, 389797
  • 1.00 STK Cd-Rom, PRINCE, 389800
  • 1.00 STK Cd-Rom, PROFESSIONAL, 389801
  • 2.00 STK Telefoontoestel, SONY / ERICSSON, 389804
  • 1.00 STK DVD-R, 389805
  • 1.00 STK DVD, RODE GIRLS, 389806
  • 1.00 STK DVD-R, FOXY, 389807
  • 1.00 STK Telefoontoestel, SIEMENS, 389808.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 4.000,00 (zegge: vierduizend euro), bestaande uit vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 juli 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer
[slachtoffer]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 4.000,00 (zegge: vierduizend euro), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
50 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 juli 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. P.H.B. Littooy, voorzitter,
mr. L.J. Saarloos en mr T. van Muijden, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. Z.T. Pronk,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 30 januari 2018.